Daily Archives: September 10, 2008

Hoe word ik 101?

 Als je 101 of ouder wilt worden moet je verhuizen naar Okinawa, Sardinië of Californië. Dat was de strekking van een BBC-programma waarvan afgelopen maandag een Nederlandse versie werd uitgezonden door Teleac op Nederland 2. In bepaalde bevolkingsgroepen op drie locaties, verspreid over de wereld, vind je ongewoon veel mensen die een zeer hoge leeftijd bereiken en is het aantal negentig- en zelfs honderdjarigen een aantal keren groter dan gemiddeld elders het geval is.

Hoe komt dat? In Zuid-Californië gaat het om de adventistische enclave rond het plaatsje Loma Linda, waar o.a. ook de adventistische Loma Linda Universiteit is gevestigd. Herhaald grootschalig onderzoek heeft aangetoond dat adventisten een hogere levensverwachting hebben dan anderen. Het kan gemiddeld 5 tot 8 jaar schelen—de cijfers verschillen enigszins als je naar onderzoeken in verschillende landen kijkt. Als adventisten weten we natuurlijk meteen waaraan dat ligt. Niet-roken en “nee” zeggen tegen alcohol, gekoppeld aan een dieet waarin weinig of geen vlees voorkomt, dat zijn de factoren die dit heuglijke resultaat opleveren! Voorwaar, een traditie om zuinig op te zijn.

Voor de mensen van Okinawa geldt mogelijk ook dat hun traditionele voedingspatroon, waarin veel soja is verwerkt, hen een voorsprong geeft op andere Japanners, maar de mensen in Sardinië leven bepaald niet vegetarisch en te oordelen naar de televisiebeelden oogt hun leefwijze niet direct ultra-gezond. Wetenschappers willen natuurlijk graag weten wat het mogelijk maakt dat deze bevolkingsgroepen langer leven. Moet je dan in de eerste plaats denken aan genetische factoren, of ligt het aan de leefwijze en met name het voedingspatroon? Of is er iets anders dat de aandacht trekt?

Niet alleen wetenschappers zijn in die vraag geïnteresseerd. Ik werd een paar dagen geleden 66 en begin zo geleidelijk aan bij de categorie landgenoten te behoren die bij het lezen van de krant ook de overlijdensberichten doorneemt en dan vooral let op hoe oud mensen zijn geworden, Het is niet dat ik me oud en krakkemikkig voel, of dat het ouder worden me als een zwarte dreiging obsedeert, maar ja, als je zesenzestig bent, bent je natuurlijk wel over de helft en wordt de vraag toch steeds interessanter hoe je er in goede gezondheid nog flink wat jaartjes bij kunt krijgen.

Ik putte moed uit de voorzichtige conclusie van het programma dat een belangrijke factor bij all drie groepen waaraan de documentaire was gewijd, goed omgaan met stress lijkt te zijn. Optimisme en het vermogen stressors de baas te blijven zouden wel eens het belangrijkste element kunnen zijn. Kijk, dat doet de burger goed, want in die afdeling scoor ik behoorlijk hoog.

Neem nou het omgaan met stress. Deskundigen hebben een tabel opgesteld van de belangrijkste stressors en hebben aan elk daarvan een puntenwaardering gegeven. Als je die bij elkaar optelt en je komt binnen het tijdsbestek van een jaar in de buurt van de 200, dan loop je behoorlijk gevaar ernstig ontregeld te worden. Hier zijn een paar factoren waarmee ik in de laatste 12 maanden te maken had, met tussen haakjes het bijbehorende puntental: pensionering (45); geboorte van een kind/kleinkind in de directe familie (39); dood van een goede vriend (38); flinke verandering in financiële toestand (38); verhuizing (20); belangrijke verandering in kerkelijke activiteiten (19); vakantie (13); verkeersboete (11). Ik zou dus volgens de regels behoorlijk gestressed moeten zijn, want zefs als ik “vakantie” weglaat kom ik uit boven de 200. Maar in feite valt het met mijn gestressed-zijn heel erg mee (tenminste, dat denk ik zelf). Ik kan kennelijk redelijk omgaan met stressfactoren, en dat is waarschijnlijk zeer gezondheidsbevorderend.

Maar aan het einde van het onderzoek werd daar nog iets aan toegevoegd. Optimisme en goed omgaan met stress krijgt een verdere verdieping als men gelovig is. Er is behoorlijk wat onderzoek gedaan waaruit blijkt dat gelovig-zijn ook mentaal en fysiek goed voor je is. Een doel hebben in je bestaan en leven vanuit een diepe zekerheid dat er een God is die voor je zorgt, geeft je leven betekenis en maakt je kennelijk ook beter bestand tegen de dingen die op allerlei manieren een aanslag doen op lichaam en geest. Als gelovig mens heb ik geen garantie dat ik 101 zal worden, ook niet als ik met spoed van Zeewolde naar Loma Linda zou verhuizen en vanaf nu nooit meer een kippepootje (of is het kippenpootje?) zal eten. Maar als gelovig mens heb ik een voorsprong, en omdat ik een adventistisch christen ben heb ik nog een paar streepjes voor op anderen, ongelovig of gelovig. Toch wel een fijn idee! (En misschien toch ook wel iets waar we als kerk wat meer ruchtbaarheid aan zouden kunnen geven.)