Daily Archives: November 19, 2008

5. Schepping

 

In den beginne: alles leeg en woest,

totdat God aard’ en hemel schiep–

de chaos tot de orde riep

en alles werd tot wat het worden moest .

 

Eerst schiep Hij uit het duister zicht

zijn simpel machtwoord klonk: Er zij!

en met dat wonder zette Hij

wat Hij nog scheppen zou in ‘t licht.

 

De dag daarna kwamen de wolken,

en zuurstof voor wat adem heeft.

Het was genoeg voor al wat leeft

om de planeet te gaan bevolken.

 

Toen kwamen er de struiken en de bomen,

compleet met hun uitbundig bladerdak–

de bloesem was te zien aan elke tak,

alleen de oogst moest nu nog komen.

 

De vierde dag verschenen ster en maan

om te regeren over alle duister

en overdag, in volle luister

kreeg ook de zon zijn vaste baan.

 

Dag nummer vijf was voor de vogels en de vissen:

het leven zwermde uit van laag tot hoog.

Maar wat zich onder water voortbewoog–

daarnaar kon men alleen maar gissen.

 

En toen kwam op de laatste scheppingsdag

een menigte van kleine en grote dieren

het nieuwe paradijs nog verder sieren,

elk naar hun soort ontstaan op Gods gezag.

 

Het werk was af toen ook de mens verscheen

De mens: de man, maar ook zijn vrouw

die zijns gelijke wezen zou:

Gods ideaal: zijn beeld, van tweeën één!

 

Toen kwam de dag waarop God heeft gerust

een monument gehouwen in de tijd

de sabbatdag–voor nu en eeuwigheid,

waarop God met zijn Geest de aarde kust.

 

En alles wat Hij maakte was “zeer goed”

volmaakt, en in volkomen harmonie,

want op zijn Woord en onder zijn regie

wordt het precies zoals het moet.

 

Daar zijn we dan: als zetbaas van de aarde,

beheerder van wat hier op aarde leeft,

van alles wat Hij ons in bruikleen geeft:

een opdracht van onmetelijke waarde.

 

Daar zijn we dan: Geschapen naar zijn beeld:

in staat te kiezen tussen goed en kwaad

te luist’ren naar zijn goddelijke raad

en op te volgen wat Hij ons beveelt.

 

Weet wat we zijn: het voorwerp van zijn zorg

de focus van zijn liefde en gena!

En als een goddelijke mecenas

blijft Hij voor nu en altijd onze Borg.