Daily Archives: November 26, 2009

Jacob van Campen, Jona, enz.

 

De wekelijkse vraag: “Waar zal mijn weblog over gaan?” zorgde ervoor dat ik een reeks van onderwerpen de revue liet passeren. Er gebeuren in een week gewoonlijk heel wat dingen die je een nieuw inzicht geven, je allerlei zaken in herinnering brengen, of die vooral vragen bij je oproepen. Ik moet een keuze maken en noem slechts enkele van de recente voorvallen en nieuwsfeiten die als het ware om commentaar smeken.

 

Afgelopen zondag ging ik per OV een dagje naar Amsterdam. Mijn vrouw was op verjaardagsvisite bij onze kleindochter in Zweden en ik had geen zin om de hele dag thuis te zitten. Op zondag per OV van Zeewolde naar Amsterdam reizen is een onderneming die vastberadenheid eist, vooral als er overal op het spoor werkzaamheden blijken te zijn. Maar na eenmaal in onze hoofdstad op de kop van de Nieuwezijds Voorburgwal in de oudste kroeg van de stad een kop koffie te hebben gedronken, was mijn humeur geheel hersteld en begon in mijn wandeling via Nieuwendijk en Kalverstraat richting Allard Pierson Museum, een kunsttempel die ik nog nooit heb bezocht. Op de Dam aangekomen ontdekte ik echter dat momenteel het Paleis te bezichtigen is en dus herzag ik mijn eerdere plan. Voor € 6,50  (na een euro korting vanwege mijn gevorderde leeftijd), stapte ik binnen in dat imposante gebouw dat ik tot dusverre alleen van de buitenkant kende. Een aanrader.

 

Aan het einde van de boeiende rondgang zag ik in de tijdelijke bookshop een boek waarin een lijst was opgenomen van alle bouwwerken die door Jacob van Campen werden ontwerpen. Het Paleis was het klapstuk van zijn carrière, maar hij heeft ook tientallen andere gebouwen op zijn naam staan.  Ik heb altijd gedacht dat ook het kerkelijk kantoor in Huis ter Heide door de goede man werd gemaakt en dat heb ik ook regelmatig, toen ik daar werkte, zonder een spoor van twijfel te tonen aan bezoekers van ons hoofdkwartier gemeld. Maar, helaas, ik kon het pand niet in de lange lijst ontdekken. Waarschijnlijk heb ik dus tientallen jaren in een mythe geloofd. Mijn troost is dat ik niet de enige adventist ben die jarenlang een of andere mythe verdedigt!

 

Ik voel de sterke verleiding om iets te zeggen over Maarten ’t Hart, de talentvolle verteller, wiens boeken ik graag lees, ondanks het feit dat hij een tomeloze afkeer heeft van christelijke kerken, de Adventkerk in het bijzonder. Zou ik hem een kaart sturen nu hij deze week 65 jaar geworden is, om te laten zien dat er toch nog wel ergens een aardige adventist is?  Dan is er Gerrit Zalm die bezig is van zijn voetstuk te vallen.  Ik had altijd zo’n hoge dunk van hem, ondanks zijn politieke kleur. Maar zou hij dan toch ook tot het gilde van de gretig graaiende bankiers behoren die hebben meegeholpen om de credietcrisis te ontketenen?  Ook het onderwerp van de kilometerheffing was kandidaat voor een weblog. Is het plan een goed idee (lijkt me wel), of iets het weer een duivels voorbeeld van Big Brother Watching Us (lijkt me wat vergezocht).

 

Ook het kerkelijk nieuws levert aanknopingspunten op voor commentaar en vragen.  Waarom wordt een jonge vrijwilliger die een jaar van haar leven geeft om onbezoldigd les te geven op een schooltje op een eiland in Micronesië gruwelijk vermoord?  En waarom besluit Siemens aan een adventistisch onderwijsinstituut op Jamaica 120 miljoen dollar te geven voor de verdere ontwikkeling van de faculteit van computerwetenschappen?

 

En dan zijn er dingen die samenhangen met mijn ‘werk’, die me deze week hebben gefascineerd. In het kader van voorbereidingen van lessen over het postmodernisme (in februari 2010 op Newbold College) ben ik op zoek naar pakkende voorbeelden van postmoderne cultuuruitingen.  Ik heb de film Face/Off met aandacht heb bekeken. Ik moet de inhoud van deze bizarre geweldsfilm, die met Handel’s Hallelujah-koor begint, maar eens rustig laten bezinken. Waarom fascineert dit soort vermaak zoveel miljoenen mensen?

 

En tenslotte was daar het Boek Jona. Voordat ik begon te werken aan een nieuwe preek over het vierde hoofdstuk van Jona heb ik het verhaal van de weerbarstige profeet nog eens een paar keer zorgvuldig gelezen.  Het roept heel wat vragen op en niet alleen of Jona echt door een grote vis werd ingeslikt en uitgespuwd. Opmerkelijk is dat God ook vragen stelt aan Jona en daar zal de preek over gaan. Maar ik kan deze gedachte niet van me afzetten: De profetie van Jona was kennelijk voorwaardelijk. Toen de mensen in Nineve zich en masse bekeerden, ging het oordeel niet door. In de Bijbel lezen we dat God zo te werk gaat. Hij is genadig en kan van gedachten veranderen als zijn oproep aan de mensen om tot inkeer te komen effect heeft. Maar kan dat ook het geval zijn met de apocalyptische profetieën die we, bijvoorbeeld, in de Openbaring tegenkomen? Er even van uitgaande dat de traditionele adventistische interpretatie correct is, zou het toch allemaal nog heel anders kunnen gaan, als allerlei personen en bewegingen die we als onverbeterlijk hebben afgeschreven, alsnog tot heel andere ideeën komen? Zou ons dat tot valse profeten maken? Of is daar een lesje van Jona om in ons achterhoofd te houden. Want je weet maar nooit: God is genadiger dan mensen (Jona inbegrepen) vaak denken.

 

Al met al, stof genoeg dus voor mijn wekelijkse hersenspinsel. Terzijde: mijn preek over Jona, komende zaterdag, zal niet al te schokkend zijn. Er zijn genoeg andere punten die ons anno 2009 kunnen aanspreken.