Daily Archives: December 2, 2009

Goud en zilver

 

Een paar dagen geleden was ik bezig kanttekeningen te schrijven bij het derde hoofdstuk van het bijbelboek Handelingen. Het is een bijdrage voor een zgn. Resource Bible, waar de Review and Herald uitgeverij aan werkt.  In een van de boeken die ik raadpleegde stond een aardige anekdote, als luchtig commentaar bij de mededeling van Petrus tegen de verlamde man bij de Schone Poort van de tempel. Wat Petrus zei heb ik menig predikant sindsdien, half in ernst, horen citeren:  “Goud en zilver bezit ik niet . . .”

 

De anekdote ging over de beroemde middeleeuwse theoloog Thomas van Aquina, die eens bij Paus Innocentius IV op bezoek was. Op de tafel tussen de twee mannen lag een flinke stapel gouden munten. Een van de kardinalen die erbij stond merkte op: “Van onze Heilige Vader kan ik elk geval niet gezegd worden dat hij geen goud en zilver heeft, zoals bij de eerste paus, Petrus, het geval was.”  Waarop Thomas gezegd moet hebben: “Maar van deze Heilige Vader kan ook niet worden gezegd dat hij zoveel geloof heeft dat hij de wonderen kan doen die Petrus ooit deed.”

 

Ik zag, eveneens een paar dagen terug, een advertentie in een plaatselijke krant met de aankondiging dat gebedsgene zerJaap Zijlstra binnenkort een genezingsdienst zal houden in onze regio. Even speelde ik met de gedachte de datum in mijn agenda te noteren en tijd vrij te houden om eens een kijkje te gaan nemen. Want dit soort dingen maken me altijd wel nieuwsgierig.  En misschien wel iets meer dan dat. Want het is toch wel een vraag die blijft knagen: Zou God ook in onze tijd niet wat vaker kunnen doen wat hij kennelijk twintig eeuwen geleden zo gretig deed?

 

Die gedachte komt vooral bij je op als je voor de zoveelste keer hoort van iemand die er ernstig aan toe is, omdat de kanker of een andere verfoeilijke kwaal heeft toegeslagen. En vooral ook als je hoort dat er weer mensen aan dood zijn gegaan. Ook deze week waren er weer een paar van zulke berichten vanuit de eigen Nederlandse kerkelijke kring, maar ook het bericht over iemand als Jim Cress—een leider van de adventistische wereldkerk die ik redelijk goed kende en voor wie ik heel veel waardering had–en dat over de dochter van een oud-collega en vriend in de VS.  Zo zijn de mensen er, zo zijn ze er niet meer!

 

Ja, een enkele keer loopt het (“wonder boven wonder” zeggen we dan) toch nog goed af. In onze eigen familie raakte iemand na een val in een coma. Wekenlang zag het er niet naar uit dat hij daaruit zou ontwaken of dat hij, als hij weer wakker werd, meer zou zijn dan een zwaar-gehandicapt wrak. Vrij plotseling, na maanden, keerde het tij en nu is de rehabilitatie zover gevorderd dat hij in huis weer zonder rollator kan lopen. Ja, en zo af en toe hoor je ook dat een chemo goed is aangeslagen en dat iemand helemaal “schoon” wordt verklaard.

 

Maar, denk ik dan, waarom gebeuren dat soort goede dingen zo mondjesmaat. Zou God niet wat guller kunnen zijn met zijn genezingen? Hij maakt het ons wel behoorlijk moeilijk om steeds “uw wil geschiede” te blijven bidden, want zou het dan niet volgens Gods wil zijn dat het mensen wel gaat, naar lichaam en geest? Vooral als het mensen zijn die in Hem geloven?

 

Maar dan vraag je je onwillekeurig ook af: Is het probleem van Paus Innocentius IV wellicht ook een beetje ons probleem?  Genoeg zilver en goud, maar een geloofsgemeenschap met te weinig geloof?  Ik weet het: ook zo’n opmerking roept vragen op. Want ziek zijn en geen geloof hebben liggen niet zomaar in elkaars verlengde. Misschien is uiteindelijk het voorlopige en onbevredigende antwoord wel dat we toch maar geduldig moeten zijn. Moest ten slotte de lamme man aan de poort van Jeruzalem ook niet veertig jaar wachten voordat Petrus voorbijkwam?