Monthly Archives: Juni 2010

Atlanta-vrijdagavond

 

Om 11.32 uur verschenen vanmorgen de voorzitter en de secretaris van het benoemingscomité op het podium in de grote vergaderzaal. De besprekingen die gaande waren werden onderbroken. Er was ‘witte rook’—er was een voorstel wie de voorzitter van de wereldwijde Adventkerk zal zijn in de komende vijf  jaren. Het voorstel was wat velen verwachtten: Ted C. Wilson. Zonder verdere discussie werd het voorstel in stemming gebracht en middels het opsteken van de stemkaarten afgestemd. Een zeer ruime meerderheid stemde voor. De kerk heeft dus een nieuwe ‘president’. 

 

Het gerucht verspreidde zich al door het gebouw toen de officiële bekendmaking en de stemming plaatsvond. Ik was rond kwart over tien vanuit mijn werkplek even naar de omgeving van de grote vergaderzaal gegaan en, zonder dat ik iemand enige vraag stelde, hoorde ik al hoe de stemverhoudingen waren geweest. In een wereld van mobieltjes en twitteraars, etc.  lukt het natuurlijk niet een besluit dat door 248 mensen is genomen langer dan circa drie minuten geheim te houden (ook al had men allerlei maatregelen genomen om dat te bereiken!)

.

Had Wilson zelf verwacht dat hij gekozen zou worden. Hij had in elk geval zijn speech al goed overdacht!

 

Met de 62-jarige Wilson krijgt de kerk een heel ander type leider dan zij had in Jan Paulsen. De accenten zullen veranderen, mogelijk in conservatieve richting (zoals sommigen hopen en anderen vrezen).  De tijd zal het leren. Veel zal ook afhangen van het team om hem heen dat de komende dagen verder wordt gekozen..

 

Ik ken Ted Wilson en zijn vrouw Nancy heel goed. Toen ik aan het einde van de jaren tachtig in Abidjan werkte en deel uitmaakte van de staf van de divisie die Franstalig Afrika omvatte, was Ted de divisiesecretaris. We hadden ook vrij veel sociaal contact en met veel plezier herinner ik me onze avonden met ‘Trivial Pursuit’!  Ons contact is sindsdien altijd plezierig gebleven, ook al verschillen we op heel wat punten van mening.

 

In de loop van de dag werd ook duidelijk wie de algemeen secretaris en de penningmeester van de kerk zullen zijn in de komende vijf jaren. N.T Gn werd gekozen als algemeen secretaris. Hij is van Chinese origine en werkte al geruime tijd als een van de belangrijkste stafleden van het kerkelijke secretariaat. Het is natuurlijk wel wennen aan iemand met een achternaam zonder ook maar één klinker. Hoe spreek je zijn naam in hemelsnaam uit? Algemeen wordt de keuze gezien door degenen die hem goed kennen als heel positief.

 

Robert (Bob) Lemon werd unaniem herkozen als penningmeester van de kerk. Zijn professionaliteit staat buiten kijf. Buitendien is hij een heel beminnelijk mens. Bravo dus!

 

Ik schrijf deze regels op vrijdagavond. Voor 24 uur zijn de zakelijke vergaderingen opgeschort. Het avondprogramma is inmiddels in het congrescentrum begonnen, maar mijn vrouw en ik hebben besloten vanavond te spijbelen. Na de hitte buiten (36 graden C) en het volle dagprogramma van gisteren en vandaag, leek dat een aangenaam vooruitzicht. Morgen zullen enkele tienduizenden mensen samenkomen voor een dag van geestelijke inspiratie door muziek en woord en dan zijn we ook weer van de partij!

 

Atlanta-vrijdagmorgen

 

Ik was gisteravond te moe om nog een blog te schrijven. Het was een lange dag en de jetlag van de reis naar de VS had ook nog zijn invloed. Als gevolg van het tijdsverschil va zes uur moet Nederland ben ik ook vanmorgen weer erg vroeg wakker geworden en zit ik nu, even na vijven plaatselijke tijd, achter mijn computer.

 

Geleidelijk aan wordt het me duidelijk waaruit mijn werk precies bestaat. De woord-voor-woord verslagen van wat er bij de business meetings (de eigenlijke congresvergaderingen) gebeurt worden door een aantal dames getypt en komen dan in pakjes van steeds een aantal bladzijden tegelijk i9n ‘onze’ afdeling binnen. Met vier anderen ben ik dan ingeschakeld bij de volgende stap: De tekst wordt door ons bewerkt, dat wil zeggen: sterk ingekort en zo geredigeerd dat het een leesbaar verhaal wordt. Onze bewerking gaat dan naar de redactie van de Adventist Review, ons wereldkerkblad. Als alle punten en komma’s zijn gezet door de copy-editor, gaat het elektronisch naar de drukkerij van de Review and Herald Publishing Association in Hagerstown, vlak bij Washington DC. Wat we gisteren tot een uur of elf hebben ‘verwert’ is daar vannacht gedrukt. Op dit moment staat een special gecharterd vliegtuigje klaar om 5.000 exemplaren van het blad, waarvan de inkt nog nauwelijks droog is, naar Atlanta te brengen. Rond tien uur hebben straks de afgevaardigden het 48 bladzijden tellende tijdschrift met de verslagen van gisteren in handen.

 

Vandaag loopt mijn werkschema van tien uur vanmorgen tot vijf uur vanmiddag, met weer een kort onderbreking voor een paneldiscussie op Hope TV. Morgen na de sabbatgaat het karwei dan verder, zodat zondagmorgen een nieuwe aflevering van het blad klaar is. We rouleren binnen ons team en dat betekent dat ik zondag vrij ben en op een andere manier de sfeer van het congres kan opsnuiven. Gisteren heb ik wel af en toe een blik op de monitor kunnen werpen en daardoor welk iets meegekregen van de hoogtepunten. Maar mijn vrouw heb ik gisteren nauwelijks gezien.

 

Traditiegetrouw hield de voorzitter van de kerk op de eerste avond van het congres een toespraak, met een terug- en een vooruitblik. De toespraak werd voorafgegaan door een videorapport van ongeveer een half uur, waarin Paulsen een aantal aspecten van zijn visie op de kerk de revue liet passeren. Dat gebeurde aan de hand van een aantal concrete voorbeelden uit enkele landen. Er was daarbij tamelijk veel aandacht voor Nederland. Paulsen heeft nooit onder stoelen of banken gestoken dat hij veel waardering heeft voor de manier waarop de Nederlandse Unie omging en omgaat met de diversiteit van de kerk. Ik heb de video helaas niet gezien, want ik was op dat moment te druk. Ik hoop alsnog een dvd met het programma te bemachtigen.

 

Wie Jan Paulsen dan zo ziet en hoort weet: hier staat een leider. Hier is een man met visie, maar ook iemand die de realiteit van het (kerkelijk) leven kent en zich af en toe kwetsbaar durft op te stellen. Aan het einde van zijn toespraak liet hij het open of hij herkiesbaar wilde zijn. Wat hij precies bedoelde te zeggen bleef voor velen wat vaag, maar het leek er toch wel op dat hij zo iets zei van: Als jullie me nog een tijdje als leider willen hebben, dan ben ik beschikbaar. Maar mocht het benoemingscomité een andere afweging maken, dan is dat wat mij betreft ook prima. Het 240 personen tellende comité (waarvan ook de Nederlandse voorzitter ds. Wim Altink deel uitmaakt) is gisteravond nog bijeengekomen om met haar werk te beginnen. Naar verwachting horen we in de loop van de dag wie de (nieuwe?) voorzitter zal zijn.

 

Hoewel het hotel waar mijn vrouw en ik verblijven op een steenworp afstand is van het congrescentrum, is het congrescomplex zo immens dat ik ongeveer 20-25 minuten stevig moet doorlopen om bij mijn werkplek te komen. Van mijn werkplek naar de plaats waar de maaltijden worden geserveerd is het 8-10 minuten lopen. De twee maaltijden die ik daar inmiddels heb gehad waren nu niet direct culinaire hoogstandjes die me bij zullen blijven.  Voor mij is een dag zonder aardappelen trouwens altijd een verloren dag. Maar het gaat wel efficiënt.  De twee grote hallen met stands van enkele honderden instituten en ‘ministries’ heb ik alleen nog vanuit de verte gezien. Dat moet tot zondag wachten! Dan heb ik hopelijk ook de gelegenheid om wat meer te praten met al die vrienden en bekenden die er rondlopen!

 

Atlanta-donderdagmorgen

 

Het is 5.10 uur in de ochtend plaatselijke tijd. Mijn bodyklok liet me al geruime tijd geleden weten dat het tijd is om op te staan, ook al zijn de straten nog verlaten. Als ik vanaf de tiende etage van mijn hotel naar buiten kijk zie ik een imposante skyline, met veel licht, maar nog nergens beweging. Maar ik kan het in bed niet langer uithouden. Het koffiezetapparaat blijkt goed te functioneren en het internet eveneens. De dag kan dus beginnen.

 

Eigenlijk begon de Atlanta-ervaring gistermorgen al op Schiphol. Bij het inchecken voor onze United Airlines vlucht, via Washington DC naar Atlanta, bleek al dat er meer Nederlanders naar de Generale Conferentie gaan dan ooit tevoren. Een drietal gemeenteleden uit respectievelijk Almere en Huis ter Heide namen dezelfde vlucht. De Almeerders zeiden dat tenminste enkele tientallen leden van hun gemeente in Atlanta kunnen worden verwacht. Andere geruchten wijzen er ook op dat veel Nederlandse adventisten dit geestelijke avontuur willen meemaken.  Onze voorzitter, ds. Wim Altink, liet me via een mailtje weten dat de Nederlandse afgevaardigden inmiddels ook in Atlanta zijn gearriveerd. Ik zien hun hotel enkele blokken verder boven de omgeving uittorenen.

 

Of er nog andere Atlanta-gangers in onze Boeing 777 zaten voor de oversteek naar de VS kan ik niet met zekerheid zeggen, maar ik had wel dat vermoeden—mensen die vanuit Afrika of Azië kwamen, met Schiphol als overstap plaats. In elk geval was er een groepje Angolese afgevaardigden op de verbindende vlucht naar Atlanta. Overigens: hulde aan degenen die op het idee zijn gekomen een Economy-Plus klasse te creëren met aanzienlijk meer beenruimte. Zelden had ik het gevoel dat 72 euro zo goed waren besteed.

 

Vanmiddag om 2 uur gaat het wereldcongres officieel van start. Een van de spannende vragen is natuurlijk: Zullen we het vanmiddag al weten? Zal Jan Paulsen, de voorzitter van de wereldkerk van de zevende-dags adventisten, vandaag bekend maken dat hij geen nieuwe ambtstermijn ambieert. Ik hoop het. Niet dat ik hem geen prima leider vind, maar hij is tenslotte 75 jaar. En ik gun hem nu een nieuwe fase in zijn leven zonder continue reizen en vergaderen en al de zorgen die bij het hoogste ambt in de kerk horen. Maar Paulsen houdt de spanning erin. Zelfs zijn vrienden en naaste collega’s weten het niet zeker. En hier en daar wordt het vermoeden geuit dat hij het misschien gewoon aan het benoemingsproces over zal laten of men hem wil vervangen of niet.

 

Ik zal niet in de zaal zitten als afgevaardigde, maar ergens in de catacomben, waar de kleedkamers voor de sportlui die gewoonlijk de ‘Dome’ als hun thuis hebben, zijn omgebouwd tot provisorische kantoorruimte voor het secretariaat van het congres. Maar ik neem aan dat er overal monitoren zullen zijn om de belangrijke momenten niet te missen.

 

Tussen de bedrijven door zal ik proberen mijn Kameroenese broeders even op te zoeken in het vak van de Afrikaanse afgevaardigden. Mijn vrouw en ik zijn nog niet vergeten dat we van 1984 tot 1986 in Kameroen woonden en dat het nationale voetbalelftal, ‘les Lions Indomptables’, zo ongeveer het belangrijkste instituut van de natie is. Ik gun het ze vanavond om ten minste een gelijkspel tegen Nederland te behalen.

 

Atlanta

 

Geleidelijk aan is de wereldwijde karavaan naar Atlanta op gang gekomen. Vandaag reizen de Nederlandse afgevaardigden naar de Generale Conferentie af. Mijn vrouw en ik vertrekken morgen.

 

Ik heb inmiddels mijn werkschema voor de komende anderhalve week ontvangen. Mijn officiële status tijdens het wereldcongres is die van ‘staf.’  Ik ben ingedeeld bij een groepje van vijf oudgedienden dat ervoor moet zorgen dat de notulen van de vergaderingen zo worden bewerkt dat ze een leesbaar verslag opleveren voor de dagelijkse uitgave van de Adventist Review. Ik moet om tien uur op donderdagmorgen acte de presence geven in een ruimte ergens in de catacomben van het immense congrescentrum en volgens schema zit ik daar dan opgeborgen tot de deadline van rond elf uur ’s avonds. Gelukkig is het schema zo opgesteld dat er ook een drietal dagen zijn waarop ik ‘vrij’ ben en dus ook op een andere, at meer relaxte,  manier van het festijn kan genieten.

 

Naast deze taak zal ik deelnemen aan een vijftal korte interviews voor Hope Channel. Dit adventistische televisiekanaal zendt wereldwijd constant haar programma’s uit via de satelliet. Tijdens het wereldcongres komen veel programma’s rechtstreeks vanuit Atlanta. Dagelijks is er een uur congresnieuws. Onderdeel daarvan is er een wisselend panel van ‘insiders’ dat gedurende ongeveer tien minuten commentaar geeft op belangrijke congresgebeurtenissen. Op vijf dagen maak ik deel uit van het panel. Gelukkig is de studio waar dit wordt opgenomen niet ver van mijn werkplek.  Deze bijdrage aan het nieuwsprogramma geeft me het recht om een speciale badge te dragen die me overal toegang geeft, bij alle vergaderingen. Voor een nieuwsgierig mens als ik is dat altijd weer een plezierige bijkomstigheid.

 

Maar, vandaag dus ‘de dag der voorbereiding.’ Onze koffers zijn zo ongeveer gepakt. Een reisgids van de stad Atlanta zit onderin de koffer, ook al verwacht ik die niet veel te zullen gebruiken. Via internet heb ik vast een tweetal tickets besteld voor het Atlanta Aquarium, dat zich op een steenworp afstand van ons hotel bevindt. Volgens de reclame is het het grootste aquarium ter wereld. Bezoekers wordt aanbevolen minstens een week van te voren tickets te bestellen. Vandaar mijn tijdige internet boeking.

 

Er zijn genoeg manieren om ook vanuit Nederland op de hoogte te blijven van wat er in Atlanta gebeurt. Maar ik kan het niet laten ook vanuit Atlanta een duit in het zakje te doen. Vanaf donderdag hoop ik elke dag een kort impressie op mijn weblog achter te laten.

 

Vuvuzela

 

Ik heb er deze week dus een nieuw woord bijgeleerd: Vuvuzela. Er schijnen al miljoenen van die vreselijke toeters verkocht te zijn. Het zou me niet verbazen als we dit instrument binnenkort ook bij onze praisediensten zullen zien en (helaas) vooral zullen horen. En waarom ook niet: de vuvuzela klinkt niet erger dan sommige andere instrumenten die erbij worden gebruikt.

 

Het WK spektakel is begonnen. Ook iemand zoals ik, die nauwelijks in voetbal is geïnteresseerd, kan er niet omheen. Het oranje prikt je overal in de ogen en heel het programma van Nederland 1 is erdoor overhoop gehaald.

 

Ook de Adventkerk kan er niet omheen. In Zuid-Afrika heeft de kerk een speciale WK-editie van het evangelisatietijdschrift Signs of the Times uitgegeven in flinke een oplage.  Natuurlijk bevat het artikelen die tot bezinning moeten leiden, maar voetbal en voetballers vormen toch het belangrijkste thema en in het midden van het blad is een volledige overzicht van het wedstrijdprogramma te vinden. Ik had niet gedacht zoiets nog te zullen meemaken.

 

In het onafhankelijke adventistische tijdschrift Spectrum wordt erop gewezen dat het niet zo slim is om het vijfjaarlijkse Wereldcongres van de kerk, dat volgende week donderdag begint, te laten samenvallen met het Wereldkampioenschap voetballen. Want hoeveel voetbalfanaten zullen nu de vergaderingen boycotten op het moment dat hun favoriete club speelt? Het mankeert er nog maar aan dat de finale van het WK samenvalt met de sluiting van de Generale Conferentievergaderingen!

 

Het valt me trouwens op dat ik nergens in de adventistische pers negatieve geluiden heb gezien over de voetbal-mania die zich van onze planeet meester heeft gemaakt. Toch konden sommige leiders zich enkele jaren geleden nog vreselijk opwinden over de nadelige invloed van dit soort competities en was er bijvoorbeeld een heftige discussie over de vraag of adventistische scholen wel aan sportieve competities zouden moeten deelnemen. Die discussie is stilletjes verstomd. Geeft dat grond om te hopen dat dit ook zou kunnen gebeuren met het verzet tegen de ‘vrouw in het ambt’?

 

Ik heb gisteren een deel van wedstrijd Nederland-Denemarken gezien. Ik had een afspraak met een Deense collega gemaakt. Ik zou hem bij de eerstvolgende keer dat we elkaar weer treffen tracteren op een etentje als Denemarken zou winnen, maar hij zou zijn portemonnee moeten trekken als Nederland de victorie binnen zou halen. Toen ik gisteren na de wedstrijd met hem Skypte, gaf hij (nogal zuur) het Deense verlies toe en sprak hij over een gezamenlijk bezoek aan McDonalds op zijn kosten. Geen wonder dat een land dat burgers met een dergelijke mentaliteit heeft voortgebracht geen wedstrijd tegen het team van van Marwijk kan winnen. (Ja, ik ken inmiddels wel enkele namen: van Marwijk, van Bommel, van Persie en Elia. Verder kom ik nog niet.)

 

Ik heb begrepen dat de volgende Nederlandse WK-krachtmeting plaatsvindt op zaterdag 19 juni.  In veel adventistische gezinnen blijft op de zaterdagse rustdag de tv gewoonlijk uit. Moeten de voetballiefhebbers in onze kring nu hun toevlucht nemen tot ‘Uitzending Gemist’ of mag voor deze bijzondere gelegenheid het toestel aan? (Als ik dispensatie zou mogen geven, zou ik dat wel overwegen.)

 

Op de een of andere manier kom ik wel door deze moeilijke tijd heen. Volgende week woensdag vertrek ik naar Atlanta in de VS om daar het adventistisch wereldcongres te gaan bijwonen.  Ik denk niet dat ik daar nog minder aandacht voor het voetballen zal hebben dan nu het geval is.. Ik zal wel proberen tijdens het congres elke dag een korte impressie van het congres te geven op mijn weblog. Misschien zijn er immers hier en paar nog een paar mensen zoals ik die niet helemaal in beslag genomen worden door het WK.