Daily Archives: December 28, 2010

Daarboven in de hemel

Ik weet niet of het helemaal fair is ten aanzien van Andries Knevel. Hij is vaak erg nadrukkelijk in zijn manier van praten en heeft zo zijn vaste maniertjes, maar ik vind hem best wel sympathiek en zijn perspectief op de dingen is dikwijls een welkome afwisseling naast het vele tv commentaar waarin God en christen-zijn niet aan bod komen of belachelijk worden gemaakt. Maar, of het fair is ten aanzien van de heer Knevel of niet, ik vind het een prachtig liedje: ‘Daarboven in de hemel.’ Ik hoorde het tijdens het interview dat Paul Witteman eergisteren had met de droogkomische Twentse cabaretier Herman Finkers.

 Mijn vrouw was al naar bed gegaan en ik miste helaas het begin. Toen we het gisteren op Uitzending Gemist nog eens wilden bekijken bleek die service tijdelijk niet te werken. Maar, ik heb zondagavond toch zeker een half uur meegekregen van het fascinerende interview, waarin Finkers sprak over geluk en liefde, maar ook over de dood en het hiernamaals. Vandaar dat Witteman ook een clip liet zien van het liedje over de hemel dat Finkers in zijn theatershow ‘Na de Pauze’ zingt.

 Dit is het couplet dat me vooral trof:

            Daarboven in de hemel zien wij elkander weer,
            daar maakt Andries Knevel ruzie met de Heer:
            ‘Zoals ‘t er hier aan toe gaat’, zegt hij, ‘strookt niet met de leer.’
            ‘Dat klopt,’ zegt God,
            ‘en daarom heerst er hier zo’n fijne sfeer.’

 

Ja, misschien doet Finkers geen recht aan Andries Knevel. En er valt ook wel wat af te dingen op de tegenstelling tussen ‘recht in de leer’ en ‘een prettige sfeer’. Maar toch . . .

 

Ik moest denken aan mijn  kinderjaren. Mijn moeder was tamelijk orthodox in haar adventistische opvattingen. Helemaal consequent was zij daarin niet, want haar religie weerhield haar er niet van mij naar een katholieke kleuterschool te sturen. Maar met kerstmis kwam er geen boom in huis. Dat kon niet. Een kerstboom was een heidens symbool. Als rechtgeaarde adventist kon je zo’n ding niet in je huis hebben. Ik vond dat helemaal niet leuk. Als je door het dorp liet zag je overal achter de ramen kerstbomen flonkeren, behalve bij de familie Bruinsma. Na verloop van tijd veranderde het kerstboombeleid echter. Onder druk van mij en mijn zusjes kwamen er op een gegeven moment een paar kersttakken en we hebben het, voordat we uitvlogen, nog meegemaakt dat er een heuse boom met levensgevaarlijke kaarsjes kwam. Achteraf vraag je je af waarom de sfeer jarenlang werd opgeofferd aan een irrelevant principe. De boom mocht dan van heidense oorspong zijn, maar die link met het Germaanse heidendom speelde immers geen enkele rol meer.

 

Helaas heeft Finkers een punt als hij suggereert dat ‘prinzipienreiterei’ niet zelden de sfeer bederft. Het valt immers op dat mensen die altijd maar de leerstellige puntjes op de dogmatische i willen zetten meestal niet de plezierigste mensen zijn en dat je in heel veel plaatselijke kerkgemeenten een paar heel principiële lieden aantreft die je het beste met sfeerbedervers kunt omschrijven.

 

Leerstellige ‘waarheid’ is belangrijk. Maar ‘de rechte leer’ is geen doel op zich. Een diepe geloofsrelatie binnen een gemeenschap van mensen die datzelfde nastreven—dat is het doel. Het gaat er allereerst om in Wie je gelooft. Bezinning op de inhoud van het geloof (wat je gelooft) zal je daarbij helpen, maar het komt op het tweede plan. Om het met wat duurdere woorden te zeggen: Het relationele gaat boven het leerstellige. (Bedoelde Jezus dat ook niet met zijn beroemde uitspraak dat de mens niet gemaakt werd voor de sabbat, maar de sabbat er is voor de mens?) Ik kan het niet zo mooi zeggen als Herman Finkers, maar ik hoop zijn boodschap over de hemel ook op mijn manier in 2011 te blijven benadrukken in mijn preken, en in wat ik schrijf. En in wie ik ben.