Daily Archives: Maart 23, 2011

Was Hans LaRondelle een ‘goede’ adventist?

 

Op 7 maart overleed dr. Hans K. LaRondelle op 81-jarige leeftijd.  Hoewel zijn naam nogal Frans aandoet, was hij van Nederlandse afkomst. Hij werd op 20-jarige leeftijd adventist, ging op ‘Oud Zandbergen’ voor predikant studeren en was van 1953 tot 1966 werkzaam in de Nederlandse Adventkerk. LaRondelle emigreerde in 1966 naar de Verenigde Staten en was vervolgens 25 jaar verbonden aan de theologische faculteit van Andrews University.

 

Ik had het voorrecht Hans LaRondelle redelijk goed te kennen, hoewel ook weer niet zo goed als ik graag had gewild. Hij kwam op Andrews aan in 1966, rond de tijd dat ik vandaar vertrok met mijn masters-graad op zak. En hij ging met enigszins vervroegd emeritaat rond de tijd dat ik in 1991 aan Andrews kwam werken. Maar in de eerste fase van mijn theologische studie bezocht ik hem zo af en toe in Den Haag, waar hij toen predikant was—samen met mijn verloofde die in Den Haag woonde. Ik herinner mij heel goed zijn promotie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Het boeiendste bezoek dat wij hem en zijn vrouw brachten was tegen het einde van de jaren 90, toen wij op een gegeven moment in Florida op vakantie waren en plotseling bedachten dat wij niet ver van de plaats waren waar Hans en Barbara na het begin van Hans’ emeritaat waren gaan wonen. We belden of we even langs konden komen voor een kopje koffie. Toen we een half uurtje later arriveerden begon een gesprek dat, met een korte onderbreking, tot een flink stuk van de volgende dag duurde. De laatste keer dat ik LaRondelle uitvoerig sprak was toen hij enkele jaren geleden op bezoek was in Nederland als gastspreker bij de seniorenrally.

 

Het overlijden van Hans LaRondelle werd vrijwel meteen op de website van de Adventist Review gemeld, waar hij in de kopregel werd beschreven als a noted Adventist theologian and scholar. En terecht. LaRondelle is ongetwijfeld een van de twintig (of misschien wel een van de tien) belangrijkste adventistische theologen van de laatste vijftig jaar. Hij heeft het denken beïnvloed van een groot aantal predikanten en andere kerkleiders; hij heeft een reeks van belangwekkende boeken nagelaten; en hij heeft vooral grote invloed gehad op het terrein van de uitlegmethodiek van de profetische Bijbelboeken en ten aanzien van de ontwikkeling van de leerstelling van rechtvaardiging door het geloof.

 

Maar toen hij nog in Nederland werkte was hij niet onomstreden. De kerkelijke leiding was niet bepaald ingenomen met zijn ambitie om verder te studeren en vond het vooral maar niks dat dit aan een ‘vreemd’ (d.w.z. niet-adventistisch) instituut gebeurde. Hij moest dat dan ook goeddeels in het geheim doen. Maar dat was niet het enige. LaRondelle had ook denkbeelden die men niet helemaal kosjer achtte. Hij had nogal afwijkende gedachten over bepaalde passages in de Openbaring van Johannes. Voor hem was, bij voorbeeld, de strijd van Armageddon geen letterlijke oorlog (zoals destijds door de meeste adventisten werd beweerd), maar een geestelijk conflict. Dat hij dit soort ideeën had was wellicht nog tot daar aan toe, maar hij hield ze niet voor zich en schreef erover!  Hier en daar is in de boekenkast van wat oudere kerkleden nog wel een exemplaar te vinden van Het Bijbels Toekomstbeeld. Het ging om een lijvig gestencild boekwerk met een grijze omslag dat in Arnhem op de stencilmachine van zijn schoonvader handmatig was vervaardigd en vervolgens, zeer tegen de wil van de toenmalige baas van de kerk die tegelijkertijd de pet van directeur van de kerkelijke uitgeverij droeg, clandestien werd verspreid.

 

Dit alles is al lang vergeven en vergeten. Maar het is toch goed erbij stil te staan. Heel wat dingen zijn veranderd. Een predikant die de ambitie heeft om te studeren hoeft dat nu niet meer in het geheim te doen. Privé-publikaties zullen niet meer de toorn van ‘de broeders’ over de betrokkene afroepen. Maar een ander aspect is van veel groter belang: De Hans LaRondelle die een halve eeuw geleden in Nederland werkte was niet in alle opzichten dezelfde als de man die nog tot kort voor zijn dood artikelen en boeken schreef. Er zijn duidelijke ontwikkelingen te zien in zijn denken. En daar maakte hij in de contacten die wij hadden ook geen geheim van. Hij vertelde mij dat hij over allerlei zaken in de loop van de jaren toch wel wat ‘vrijer’ was gaan denken. Maar, als hij nu geprezen wordt als een belangrijk adventistisch theoloog, hoe was het dan vijftig jaar geleden, toen hij tegen een aantal dingen anders aankeek, en daardoor de nodige tegenstand had te verduren van de kant van zijn tijdgenoten en kerkelijke superieuren?

 

Was Hans LaRondelle destijds een ‘goede’ adventist, en was hij het nu ook in de laatste fase van zijn loopbaan? Ja, eigenlijk zou het juist een probleem zijn geweest als hij nooit vernieuwend was geweest en altijd maar in dezelfde paden was verdergegaan. Hij is niet blijven stilstaan, maar is blijven spitten in het Woord. Dat kenmerkt een ‘goede’ adventist. Een ‘goede’ adventist is niet iemand die krampachtig alle denkbeelden van vroeger blijft omklemmen, maar zich openstelt voor verdere verruiming en verdieping. Zoals Hans LaRondelle.

.

.