Monthly Archives: Mei 2011

Orakel

 

[Dinsdagmorgen 10 mei] Na een flinke busrit vanuit onze vorige rustplaats arriveerden we gisteren rond het middaguur in Delphi, waar we na de lunch in het Epikouros restauran, naar de restanten van het antieke Delphi reden. Na een wat (te) snel bezoek aan het museum waar bodemvondsten te zien waren die bij de opgravingen waren gevonden, hadden we gelukkig meer tijd om te gaan bekijken wat er over is gebleven van de grote Apollo-tempel en de andere bouwsels van het heiligdom uit de voorchristelijke tijd waar het orakel van Delphi geraadpleegd kon worden.

 

Het nogal hellende en ongelijke terrein vormde voor sommigen in onze groep een iets te grote fysieke uitdaging waardoor zij halverwege moest afhaken en ik ben me vanmorgen ook iets meer dan normaal van de aanwezigheid van mijn kuitspieren bewust.

 

Al met al is het vooral aan de kundige en welbespraakte gids te danken dat de oude Griekse wereld voor ons begint te leven. De oude Griekse mythen beginnen te passen in de godsdienstige tradities van de era van de antieke Griekse stadsstaten van zeven a acht eeuwen voor het begin van de jaartelling.  We kregen een scherper beeld dan de meesten van ons voordien hadden van de rol van het befaamde orakel van Delphi als een exotische geheime sekte.

 

Natuurlijk kwam de vraag herhaaldelijk op wat voor soort problemen aan het orakel werden voorgelegd en of de antwoorden als regel ook uitkwamen. De orakel-functionarissen bleken meesters te zijn in het geven van diplomatieke antwoorden en in het doen van uitspraken die voor meerderlei uitleg vatbaar waren. Deze uitspraken moesten uiteraard geïnterpreteerd worden en als iets niet uitkwam lag dat dan ook aan de interpretatie en niet aan de oorspronkelijke wijze raad van de priesters.

 

Het doet al snel denken aan de horoscopen van onze tijd waarin de voorspellingen voor hen die onder een bepaald sterrenbeeld zijn geboren meestal zo algemeen zijn dat het altijd wel een beetje klopt. En soms blijken ook profetische verklaringen dusdanig knap in elkaar te steken dat je er alle kanten mee uitkunt. Politici blijken ook vaak orakel-gaven te bezitten en zijn er dikwijls meesters in om uit te leggen dat wat ze eerder zeiden helaas verkeerd was geïnterpreteerd. Hadden we hun woorden juist geïnterpreteerd dan was hun voorspelling heus wel uitgekomen!

 

De gids heeft aardig wat verstand van wat je gewoonlijk vergelijkende godsdienstwetenschap noemt. En passant noemt hij nogal wat religieuze verschijnselen die je in allerlei godsdiensten, waaronder de christelijke, tegenkomt. Dat doet de vraag rijzen hoe die diverse godsdienstige tradities zich verhouden.  Hoe oorspronkelijk is de bijbelse godsdienst? Is het offersysteem, om maar eens wat te noemen, van andere religies afgekeken of is het juist andersom geweest? Misschien is dat allemaal wat te ingewikkeld voor een groepsvakantie, maar toch . . .

 

Na een vroege start gaat de reis aanstonds verder naar het oude Korinte, waar we het spoor van Paulus weer oppakken. Wij zien vandaag iets heel bijzonders dat de apostel nog niet kon zien: het diepe, in de het kalksteen uitgegraven Korinte-kanaal. Over een paar dagen zullen we daar een langere stop maken. Van een eerder bezoek aan Griekenland herinner ik me hoe fascinerend dit is. Ik zal me er opnieuw over verbazen dat mensenhanden zoiets gigantisch (in 1893!) tot stand hebben gebracht. Het Nederlandse Noordzeekanaal kan daar echt niet aan tippen.

 

Kerken en kloosters en nog veel meer

 

[Zondagavond, 7 mei] Op reis gaan met een groep adventisten levert meestal wel verrassingen op. Uiteraard is het niet altijd eenvoudig om bijtijds aan alle lunchadressen en hotels waar het diner wordt gebruikt precies duidelijk te maken welke diersoorten wij nu wel of niet voor consumptie geschikt achten. Vervolgens is het aantal vegetariërs in een groep adventisten niet alleen naar verhouding tamelijk groot, maar soms ook nog al variërend (afhankelijk van wat er zoal op tafel komt).  Dat er relatief veel vegetariërs in een groep zijn levert tegenwoordig minder hoofdbrekens op dan vroeger, omdat vegetariërs vandaag de dag niet meer als buitenaardse wezens worden beschouwd waar je nog eens drie keer goed naar zou willen kijken. Toch blijken veel restaurants er nog steeds van uit te gaan dat kip en vis kennelijk aan een boom groeien en niet onder de rubriek ‘vlees’ vallen. Wanneer er deelnemers zijn die specifieke diëten nodig hebben is uiteraard ook steeds uitzonderlijke waakzaamheid geboden. Tot dusverre verloopt wat dat betreft onze Griekenland-reis echter zonder noemenswaardige problemen.

 

De invulling van de rustdag kan soms ook een uitdaging zijn, temeer daar niet alle reisgenoten precies eensluidende opvattingen hebben over wat wel en niet op de dag des Heren geoorloofd is. Voor gisteren had ik de gids ingeseind dat het bezoek van een tweetal oude kerken in Thessaloniki een passend onderdeel zou zijn van onze sabbatsbesteding. Ik had hem ook gezegd dat op deze dag een bezoek aan een horeca-etablissement rond koffietijd achterwege kon blijven. Het leek hem kennelijk echter dusdanig ongewoon dat een groep Nederlanders een dagdeel zonder koffie zou kunnen doorbrengen dat hij, zonder verder overleg met mij, de groep naar een café voerde. Niet iedereen was daar blij mee. Ik kan niet anders zeggen dan dat mij de koffie, toen ik er eenmaal was, uitstekend smaakte. Een de sanitaire stop gaf de nodige verlichting.

 

Het bezoek aan de twee oude Grieks-Orthodoxe kerken was enorm de moeite waard en de gids wist ons op heel boeiende wijze in te leiden in de geloofsopvattingen van orthodoxe christenen en met name ook in de religieuze rol van de ikonen. Aan de hand van enkele bijzondere ikonen in de Dimitrioskerk krijgen we ook wat inzicht in de techniek van het ikonen schilderen. Het is verrijkend te horen en te zien hoe mensen in een ander land en een andere cultuur met hun geloof omgaan. En ik ben op de een of andere manier altijd geroerd als ik zie hoe mannen en vrouwen een kruis slaan voordat ze een kerk binnengaan, een ikoon kussen of op hun knieën gaan voor een gebed—zonder gène voor de toeristen om hen heen.

 

Mijn collega-predikant, Dieter Versteegh, die met zijn vrouw deelneemt aan de reis, verzorgde later een overdenking in ons hotel aan de hand van wat Paulus ooit aan de gelovigen in de stad Thessaloniki schreef.  Daarmee werd een element van geloofservaring aangereikt die ons vertrouwd is en die we meteen kunnen plaatsen. De koffie met koek die ons vervolgens door ons hotel werd aangeboden zorgde ook voor de vertrouwde sfeer van het samenzijn na een sabbatse kerkdienst.

 

Ik moest gisteravond onwillekeurig denken aan de gelijkenis van Jezus waarin hij het koninkrijk van God vergeleek met een Schriftgeleerde die oude en nieuwe dingen tevoorschijn haalt. Dat verwijst, lijkt mij, naar de weg van het geloof waarbij je niet alleen het oude bewaart dat je van huis uit hebt meegekregen of dat je jezelf in de loop der jaren hebt eigengemaakt, maar ook steeds openstaat voor nieuwe indrukken en ervaringen, verse ideeën en interpretaties. Niet dat je die klakkeloos absorbeert, maar je moet je er in elk geval niet bij voorbaat voor afsluiten maar je afvragen of er dingen zijn die je geloof een nieuwe dimensie kunnen geven.

 

Nadat we vrijdag in Filippi waren en daarna in Thessaloniki verbleven zijn we vandaag naar Kalambaka gereden—zo’n dikke 200 naar het zuiden. Het ging dwars door een interessant en afwisselend berglandschap. Vanmiddag bezochten we een ikonenwerkplaats en vervolgens een van de Meteora-rotskloosters dat niet alleen prachtige panorama’s opleverde meer ook weer een ander inkijkje vormden in de Grieks-Orthodoxe ziel.

 

Morgen vervolgen we de reis naar het oude Delphi. De wekker loopt weer af om een uur of zes, zodat we bijtijds naar het ontbijt kunnen en dan opnieuw klaar zijn voor een forse busreis. Het is niet zo warm als het momenteel in Nederland is, maar we hebben ook hier tot nu toe over het weer niet te klagen. Kortom, tot dusverre zijn we voldane reizigers.

 

Groot, groter, grootst

 

Het grootste gebouw op aarde is het Pentagon in Washington, DC (VS). Ik heb het alleen maar ooit van de buitenkant gezien. Maar op zondagmiddag j.l. was ik in het op één na grootste gebouw dat op deze aardbol staat: het Parlementspaleis in Boekarest in Roemenië. Nadat het congres van adventistische theologen was afgelopen (zie mijn vorige blogs) maakte ik gebruik van de mogelijkheid om dit bijzondere bouwwerk te bezoeken.

 

Het Palatul Parlamentulul heeft zeven verdiepingen ondergronds en zes verdiepingen boven de grond. Het beslaat 330.000 vierkante meter en heeft ongeveer twee duizend zalen en kamers. De getallen van de hoeveelheid marmer en van de tonnen kristal voor de immense kroonluchters zijn adembenemend. Het was het geesteskind van de megalomane dictator Nicolae Ceauşescu die besloot dat een gehele stadswijk met 40.000 inwoners moest verdwijnen om plaats te maken voor het Paleis van het Volk, zoals het krankzinnig grote gebouw moest gaan heten. Praktisch de gehele Roemeense economie draaide jarenlang om de constructie van het Paleis. Toen het communistisch bewind ten einde kwam en Ceauşescu om het leven werd gebracht, was het paleis nog niet af. De nieuwe regeerders besloten het project te voltooien. En nu staat het omstreden bouwwerk daar in het hart van de Roemeense hoofdstad. Het doet dienst als parlementsgebouw en als congrescentrum. En het is een toeristische attractie, waar de gids je van de ene gigantische zaal naar de andere voert, langs marmeren trappen en over de grootste tapijten die op deze aarde ooit zijn geweven!

 

Natuurlijk is het niets nieuws dat mensen een tijdloos monument van hun eigen vermeende belangrijk wilden nalaten. Nebuchadnessar keek ooit voldaan vanaf het dak van zijn paleis om zich heen en sprak de beroemd geworden woorden: ‘Is dit niet het grote Babylon dat ik gebouwd heb?’ Latere voorbeelden zijn niet moeilijk te vinden: de piramiden in Egypte, de enorme middeleeuwse kathedralen, Versailles, en, niet te vergeten, de replica van de Sint Pieter in Yamosoukro, midden in het oerwoud in Ivoorkust! En ook op kleinere schaal worden mensen gedreven door de obsessie om ervoor te zorgen dat zij niet vergeten zullen worden, maar dat er iets blijft bestaan dat mensen eraan herinnert dat ze bijzonder waren. Misschien hebben de meesten van ons wel zo iets. Ik heb wel horen zeggen dat zelfs het schrijven van blogs er een zwak teken van. Christenen zouden in elk geval moeten bedenken dat het enige dat uiteindelijk telt is dat hun naam ergens staat in de hemelse administratie ,op het moment dat wordt beslist of je echt toekomst hebt.

 

Inmiddels ben ik weer thuis. Net lang genoeg om wat lopende dingen af te werken en mijn koffers te pakken. Morgen vertrekken mijn vrouw en ik naar Tessaloniki. Met achtentwintig senioren, van wie de meesten tot de Adventkerk behoren, gaan we gedurende twaalf dagen plaatsen bezoeken in Griekenland, waar ooit de apostel Paulus verbleef. Met de bus vertrekken we morgenochtend om acht uur vanuit Huis ter Heide naar Düsseldorf om vandaar met Aegean Airlines naar Noord-Griekenland te vliegen. Vervolgens zullen we per touringcar in etappes naar het zuiden afzakken om over een week uiteindelijk Athene te bereiken. Ik heb er zin in, maar tegelijkertijd voel ik als de reisleider toch ook wel een stukje spanning. Want je bent verantwoordelijk voor het wel en wee van de groep waarmee je op stap gaat en er kunnen altijd onverwachte problemen of probleempjes opdoemen. Als er in de diverse hotels een internet verbinding is zal ik mijn lezers van tijd tot tijd op de hoogte houden van onze ervaringen.

 

Naar Griekenland reizen is vandaag de dag niet zo bijzonder. Maar het blijft een fascinerende gedachte dat we morgenavond in een stad rondlopen die ooit door Paulus werd bezocht. Paulus kon destijds geen e-mails sturen naar de mensen die hij daar tot het evangelie had gebracht. Gelukkig maar, want daarom  kunnen we nu nog zijn twee brieven lezen die hij later aan de Tessalonicenzen schreef. Ik zal ze deze komende dagen nog eens aandachtig lezen.