Daily Archives: Juni 25, 2011

Dobrodošli

 

 

Sloveens is een Slavische taal en is voor de meeste mensen die talen als Nederlands, Engels, Frans of Duits spreken een gesloten boek. Er zijn enkele woorden die je kunt ontcijferen, zoals bijvoorbeeld ‘piceria’, maar het is gewoonlijk lastig met de Slovenen te communiceren. Zelfs in hotels en restaurants wordt betrekkelijk weinig Engels gesproken, Met Duits kom je vaak ietsje verder, maar ook daar moet je geen hoge verwachtingen van hebben.

 

Taal is, als je er over nadenkt, een heel bijzonder fenomeen. In de meeste westerse talen kun je met minder dan zo’n dertig symbolen ontelbaar veel combinaties vormen, waarmee je zelfs de meest ingewikkelde zaken ‘onder woorden’ kunt brengen en zowel mondeling als schriftelijk met anderen kunt communiceren. Aan vrijwel alle universiteiten zijn faculteiten voor taalwetenschap die zich met allerlei facetten van de taal bezighouden. Er is ook een tak van de filosofie die een reeks aspecten van de taal onder loep neemt. Eén daarvan is bijvoorbeeld de vraag in hoeverre de woorden die we vormen en gebruiken een weerspiegeling zijn van een concrete werkelijkheid. Verwijzen onze woorden naar een Realiteit die los van onze woorden echt bestaat? Of geven onze woorden slechts uitdrukking aan dingen die alleen maar een product zijn van ons eigen brein?

 

Die vraag is natuurlijk vooral voor gelovige mensen van belang die wat dieper over de aard van hun geloof willen nadenken. Als zij het woord ‘God’ gebruiken, of over de ‘hemel’ spreken, hebben zij het dan over een Werkelijkheid die objectief bestaat, of gaat het dan slechts om een construct in hun eigen bewustzijn? Ik ben in de loop van de jaren nogal in dat soort vragen geïnteresseerd geraakt en heb zo af en toe het plan om—als ik nog eens veel vrije tijd heb—wat colleges aan de universiteit te gaan volgen om me wat verder in dit soort thema’s te verdiepen.

 

Tegenwoordig wordt vooral veel over de rol van de gemeenschap gesproken, als men over de taal nadenkt. Het is duidelijk dat een groep mensen die fysiek dicht bij elkaar woont vaak een eigen dialect of taal gaat ontwikkelen. In de meer afgelegen streken van Noorwegen spreekt men in elk dal zijn eigen versie van het Noors, ook al is zijn de groepen hemelsbreed maar korte afstand van elkaar verwijderd. In Afrika zijn er gebieden waar elke stam, of zelfs elk dorp, zijn eigen taal heeft ontwikkeld. Nu het ‘oude’ Joegoslavië uiteen is gevallen begint zich in de diverse landen van de Balkan een groter bewustzijn af te tekenen van de eigenheid van de eigen taal en gaan talen zoals Servisch en Kroatisch veel meer van elkaar verschillen dan voorheen het geval was.

 

Ook in andere opzichten heeft de gemeenschap waartoe we behoren invloed op de taal die we spreken, of op de manier waarop we een gezamenlijke taal gebruiken. De meeste crickettermen zijn Engels. Ik denk dat ik veilig van mezelf kan beweren dat ik redelijk vloeiend ben in het Engels, maar als een cricketliefhebber over zijn sport praat, heb ik geen idee waar hij/zij het over heeft. Het is voor mij een raadsel waar het over gaat, als men het heeft over ‘wickets’ ‘overs’, all-rounders’ of ‘half yorkers’. Als volstrekte voetbalanalfabeet moet ik ook erkennen dat ik niet precies weet wat ‘buiten spel’ betekent of wat precies de rol van een ‘cornerschop’ is.

 

Ook christenen zijn zich vaak nauwelijks bewust van het feit dat het taaltje dat zij onder elkaar gebruiken voor niet-christenen niet of nauwelijks te begrijpen valt. Zelfs termen die voor hen gesneden koek zijn, als ‘zonde’, ‘verlossing’ en ‘genade’, of ‘Pasen’ en ‘Pinksteren’, zijn volstrekt abakadabra voor mensen die niet tot de groep behoren waarin dat taalgebruik gangbaar is.

 

Ik moest aan dat verschijnsel ook de afgelopen week meerdere keren denken. Tijdens adventistische vergaderingen wordt vaak een soort jargon gesproken dat voor buitenstaanders als een soort geestelijk Sloveens moet klinken. En dat wordt nog wat heviger, zodra het over adventistische publicaties en de verspreiding daarvan gaat. Wie weet buiten het speciale kringetje dat dit taaltje spreekt, wat men bedoelt met ‘literature evangelists’ (of kortweg: ‘LE’s’), en wie snapt zomaar het verschil tussen ‘trade books’ en ‘subscription books’ of kan appreciëren wat een ‘message book’ is, of wat met een ‘missionary book of the year’ of ‘the Great Controversy’ wordt bedoeld? Dat adventistische publicaties met ‘the three angels’ messages’ verspreid moeten worden als ‘the leaves of autumn’ zal velen als een wat typische beeldspraak in de oren klinken. En ga zo maar door.

 

Zolang cricketliefhebbers onder elkaar zijn, kunnen ze naar hartelust hun cricketjargon gebruiken als ze effectief met elkaar willen communiceren, maar als zij zich ook verstaanbaar willen maken tegenover cricket-dummies zoals ondergetekende, zullen ze wat anders te werk moeten gaan. Christenen (en adventistische christenen heel beslist inbegrepen) zullen ook veel meer hun best moeten doen om zich los te maken van hun eigen christelijk koeterwaals en zullen zich eraan moeten gewennen een soort taal gebruiken die hun gesprekspartner kan ontcijferen.

 

Als een Sloveen ‘dobrodošli’ tegen mij zegt weet ik zo langzaamaan dat hij mij welkom heet, maar daarna houdt effectieve communicatie op. En dat gaf me deze week te denken..