Daily Archives: Januari 8, 2012

Barbarotti, etc.

De eerste week van het nieuwe jaar ligt weer achter ons. Na een paar dagen flink ziek te zijn geweest en een weekje in Zweden, gevolgd door een aantal dagen van lekker uitrusten en nietsdoen, had ik er de afgelopen week weer zin in om actief te worden, met onder andere twee dagen Brussel. Ondertussen trok er een flinke storm over de lage landen en als gevolg daarvan weet ik nu, net als miljoenen andere Nederlanders van het bestaan van plaatsen als Tolbert, Woltersum en Wittewierum, waar het water over de dijken dreigde te komen. Gelukkig liep het goed af. Ik hoop dat sneeuw en ijs nog wat wegblijven. Niet alleen de fraaie bos tulpen in onze woonkamer, maar ook het perk bloeiende narcissen dat ik gisteren in Harderwijk zag, geven al een beetje een voorjaarsgevoel dat ik graag even zou willen vasthouden!

Het fijne van een paar rustige weken is natuurlijk het feit dat je weer eens een paar boeken onderhanden kunt nemen. Ik ben bezig in een even merkwaardig als interessant boek dat mijn zoon mij met de kerst cadeau heeft gegeven. Het boek werd geschreven door ene Nassim Nicholas Taleb en heet: The Black Swan. De schrijver begint met de lezers eraan te herinneren dat eeuwenlang mensen dachten dat een zwaan een grote witte vogel was. Maar dat beeld moest plotseling worden bijgesteld, toen bleek dat er een zwarte zwaan was gesignaleerd. Hij gebruikt dan verder de metafoor van ‘de zwarte zwaan’ voor nieuwe, onverwachte dingen die de wereld vaak verrassen en dan de gang van zaken helemaal op zijn kop zetten. Onze geschiedenis, zowel voor ons als individu als voor onze maatschappij, volgt dikwijls niet het voorspelde patroon, maar wordt van tijd tot tijd overhoop gehaald door ‘een zwarte zwaan’. Het is een boek dat je niet in een of twee dagen uitleest, maar het is volop de moeite waard. En al lezend, bedacht ik dat mijn huidige taak in Belgie/Luxemburg wellicht gezien kan worden als zo’n onvoorspelbare ‘zwarte zwaan’.

Maar er was natuurlijk ook wel wat lectuur die wat minder intellectuele inspanning vroeg. In Zweden kocht ik de nieuwste politieroman van de inmiddels ook buiten Zweden bekende auteur Håkan Nesser. Het is zijn vierde boek waarin inspecteur Gunnar Barbarotti (een Zweed met een Italiaanse vader) een lastige misdaad moet oplossen. In de meeste misdaadromans hebben dit soort politiemensen een beroerd huwelijk en/of zijn zij nogal onheus in hun omgang met collega’s, maar deze Barbarotti zit heel anders in elkaar. Hij heeft een harmonieus gezin en is alom geliefd. Wat ook heel bijzonder is, is dat hij gelovig is. Hij praat over religie, over zijn eigen geloof in God en bespreekt zijn problemen met Var Herre (Onze lieve Heer). Het is toch wel heel verfrissend als je ook eens een keer een inspecteur tegenkomt die openlijk praat over zijn geloof!

In de afgelopen week werd ik nog twee keer bij dat fenomeen bepaald: mensen die verrassend open zijn over hun geloof. Op zondagmorgen 1 januari keek ik eventjes naar Nederland Zingt, het vaste zondagmorgenprogramma van de Evangelische Omroep. Daarin werd de befaamde pianist Daniel Wayenberg (geb. 1929) geïnterviewd. Hij is misschien wel de grootste Nederlandse pianist. Ik wist niet dat hij een christen was, en nog wel van evangelische snit. In het vraaggesprek, waarin de EO-dominee overigens ook de nodig nogal stupide vragen stelde, vertelde Wayenberg zonder enige terughoudendheid over zijn geloof en over wat geloof in God voor zijn dagelijks leven betekent. Het was zo echt en indringend, dat het bij mij een diepe indruk naliet.

Ja, en dan was er het nieuwe nummer van Spectrum, de onafhankelijke en ietwat kritische adventistische publicatie, die elk kwartaal nogal eens zaken aan de orde stelt die in de reguliere adventistische pers niet aan bod komen. Die aspecten waren er ook in het nieuwste nummer. Maar er was ook een artikel van Herbert Blomstedt—of eigenlijk was het de tekst van een preek die hij onlangs hield in een adventkerk in Californië.

Herbert Blomstedt (geb. 1926) is een Zweedse zevende-dags adventist die een wereldberoemde dirigent is geworden. Hij heeft een reeks vooraanstaande orkesten geleid en komt ook met regelmaat naar Amsterdam om het Concertgebouworkest te leiden. Op dit moment is hij nog verbonden aan de San Francisco Symfonie. Blomstedt weigert op vrijdagavond of zaterdag te repeteren, want die dag is zijn sabbat. Ik heb hem enkele keren ontmoet en hem vrij uitgebreid gesproken toen onze wegen eens kruisten in Boedapest.

Blomstedt is, bij al zijn succes, een eenvoudige gelovige. In zijn preek op 2 april van dit jaar vertelt hij over zijn geloof. Hij noemde zijn toespraak: Credo—Ik geloof. Daarin pleit hij voor een persoonlijk, levend geloof, voor een manier van leven waarin de aanwezigheid van Christus zichtbaar wordt, in plaats van een krampachtig doctrinair getwist over theologische details. Christianity, zegt hij, is nonsense if not lived in action.

Als ik een wens heb voor mezelf en voor anderen voor 2012, dan is het misschien toch wel dat figuren als de fictieve Barbarotti, zowel als mensen van vlees en bloed als Wayenberg en Blomstedt, een bron van inspiratie mogen zijn in dit nieuwe jaar.