Daily Archives: Augustus 26, 2012

Seventh-gay Adventists

 

Een kort berichtje in de krant.  Een pastoor in Noord-Brabant weigerde een baby te dopen. Waarom? Omdat de ouders een lesbisch stel zijn. De pastoor vond dat hij naar eer en geweten de doop niet kon voltrekken. Een collega-pastoor kwam tot een andere afweging en was wel bereid om het kindje te dopen. Het bisdom gaf als commentaar dat de betreffende pastoor niet om advies had gevraagd. Hij had het recht om tot zijn conclusie te komen, ook al was het wellicht niet de verstandigste keuze, luidde het verdere commentaar.

In elk geval kunnen adventistische predikanten niet met dit dilemma worden geconfronteerd. Er worden in de Adventkerk immers geen baby’s gedoopt, of de ouders nu homo zijn of hetero! Maar problemen die erop lijken doen zich wel steeds vaker voor.  Steeds vaker moeten ook adventistische predikanten zich afvragen wat de opstelling van hun kerk is ten aanzien van bepaalde aspecten van het homo-vraagstuk, wat ze er zelf in hun hart van vinden en welke keuze ze uiteindelijk zullen maken.

Ik weet van een aantal zaken die op dit moment in de Adventkerk spelen, zowel in Nederland als in België. Kan een lesbienne, die al jaren in een stabiele monogame relatie leeft, gedoopt worden en toetreden tot de Adventkerk? Moet een homostel dat om een zegen op hun relatie vraagt het antwoord krijgen dat hun relatie zondig is en dat de kerk die dus niet kan zegenen? Kan een adventistische homo veilig ‘uit de kast’ komen en zijn kerkelijke functie behouden?

De discussie over homoseksualiteit en alles wat daarmee samenhangt is in de Adventkerk nog maar nauwelijks op gang gekomen. De kerk is nog te druk bezig met de commotie van de ‘vrouw in het ambt’ en de problematiek van de letterlijke zesdaagse schepping. Maar de vraag van hoe om te gaan met een seksuele geaardheid die volgens velen resoluut door de Bijbel wordt veroordeeld, hangt intussen wel heel duidelijk boven de markt. Het zijn in wezen allemaal zaken die een gemeenschappelijke noemer hebben, namelijk: Hoe lees je de Bijbel?  Moet je de Bijbel zó lezen dat je weinig of geen manoeuvreerruimte hebt, of kun je ook in eer en geweten de Bijbel lezen op een manier die ruimte laat voor andere, niet-letterlijke, interpretaties en die rekening houdt met het feit dat we nu in een andere wereld leven dan in bijbelse tijden?

Onlangs zag ik de film Seventh-gay Adventists—een fascinerende documentaire waarin drie adventistische homostellen gedurende langere tijd worden gevolgd. De film brengt op een knappe, soms verrassende, vaak trieste, manier in beeld wat homoseksuele mannen en vrouwen meemaken als zij, met hun geaardheid, voluit deel willen uitmaken van de Adventkerk. Een van de stellen wil graag trouwen. Een van de partners vraagt zijn broer, die Adventistisch predikant is, om de plechtigheid te leiden. Deze raakt in een geweldige tweestrijd. Hij weet niet wat ‘goed’ is in deze situatie. Maar hij besluit dan uiteindelijk om deze dienst toch te leiden. ‘Want’, zegt hij, ‘als ik een fout maak, dan maak ik die liever door me te vergissen in de richting van medemenselijkheid en barmhartigheid, dan dat ik een fout maak door me te veel zorgen te maken over regels en organisatorische verplichtingen, zonder rekening te houden met echte mensen van vlees en bloed.’

Voorlopig zal het moeilijk zijn om een echte discussie over deze problematiek te voeren in alle geledingen van de Adventkerk. Er ligt immers een opeenstapeling van theologische, culturele en historische aspecten. Zou het dan voorlopig misschien het beste zijn om het voorbeeld van het bisdom te volgen, dat zei dat in dit geval de pastoor zelf zijn afweging mocht maken. Zouden we wellicht ook de adventistische predikant, en de individuele adventistische gemeente, een dergelijke ruimte kunnen geven, om zelf een afweging te maken? Ik vermoed dat ook de ‘anders-geaarden’ meestal wel zullen kunnen begrijpen dat dan niet alle voorgangers of kerkbesturen in eer en geweten tot dezelfde afweging kunnen komen. Maar misschien biedt dit een pragmatische, maar toch geestelijk verantwoorde uitweg.

Misschien denk ik er  volgend jaar weer enigszins anders over. Mijn denken heeft op dit punt in de loop der jaren aanzienlijke veranderingen ondergaan. Ik worstel met een aantal aspecten. Maar, altijd en onder alle omstandigheden, ‘nee’ verkopen als anders-geaarde medebroeders en -zusters een beroep op ons doen om volledig mee te mogen doen in de kerk lijkt me geen christelijke optie.