Daily Archives: September 12, 2012

Pietje Bell en Donald Duck

 

Met enige regelmaat ontvang ik een reactie op mijn blogs van Piet Schreuder uit Arnhem. Ook deze week was er weer een e-mail van zijn hand. Met een knipoog reageerde hij op het lijstje van boeken in mijn vorige blog, waarvan ik aangaf dat ze belangrijk voor me waren geweest.  Piet vermeldde een lijstje van ‘belangrijke’ meesterwerken die zijn ziel hadden gevormd. Hij noemde onder andere: Kruimeltje en Peerke, maar ook de boeken van Karl May, en de werken van Peter Cheyney, de befaamde auteur van een oneindige serie misdaadromans, die inmiddels al weer zo’n zestig jaar dood is.

Ja, laat ik dan ook maar eerlijk bekennen dat mijn geest niet slechts wordt gevoed door theologische werken van hoog gehalte, maar dat ik ook geniet van allerhande andere min of meer literaire producten. Ik lees graag biografieën en onder de Nederlandse literatoren bevinden zich ook wel een paar schrijvers die ik met graagte lees. In mijn boekenkast zijn toch zeker wel een vijftigtal titels te vinden van de Britse P. G. Woodhouse, die ongeëvenaard is met zijn onderkoelde Engelse humor. En een goede spionageroman of een spannende politieroman gaat er ook altijd wel in.  Enzovoort.

Iets wat ik vandaag op de website van Dagblad Trouw las bracht me in herinnering hoe er in mijn kinderjaren nogal wat discussie was over wat een christen (en zeker een christen-kind) nu wel of niet zou mogen lezen. Vreemd genoeg konden bij mijn moeder de Daantje-boeken wel genade vinden. Ik herinner me dat ik ooit beloond werd met het boek Daantje koopt kippen, toen ik alle bijbelboeken zonder haperingen kon opzeggen, en dat ik De Baard van Daantje ontving toen ik ook de lijst met Richters, van Otniel tot Samuel, feilloos onder de knie had. Dik Trom kon er volgens mijn moeder voor een christelijk kind nog net mee door, maar Pietje Bell—nee, dat was te ondeugend.  Pietje Bell-boeken mocht ik niet lezen.

Toch heb ik verschillende delen van de verfoeilijke Pietje Bell-reeks wel verslonden. Zo af en toe werd ik uit logeren gestuurd naar Amsterdam. Daar woonde het echtpaar van der Meer (Admiraal de Ruyterweg 357, twee hoog), met wie mijn ouders bevriend waren. ‘Oom’ van der Meer (want adventistische kinderen hadden in die tijd oneindig veel ‘ooms’ en ‘tantes’) was van het zeer soliede soort. Hij was ouderling en kon gemakkelijk een eervolle vermelding krijgen in het Guinness Book of Records in de rubriek van lange bidders. Maar wat bleek? Ik ontdekte op de boekenplank te midden van dikke commentaren op de Openbaring van Johannes plotseling een Pietje Bell-boek! Daar zag ‘oom’ van der Meer geen kwaad in. Zo zie je maar. Voorwaar, ik begreep toen al dat een mens dankbaar dient te zijn voor de kleine zegeningen die op zijn pad komen.

Later zou ik me verbazen toen ik in de boekenkast van de plaatselijke adventistendominee in Alkmaar een plank vol met zwarte banden zag. Het waren, zo bleek na enige inspectie, ingebonden exemplaren van het weekblad Donald Duck, die door het scherpe oog van onze dominee waren ontdekt bij een tweedehands boekenstalletje!

Terug naar Dagblad Trouw.  Daarin werd gemeld dat een tamelijk ‘zware’ dominee, de eerwaarde voorganger Muilwijk in Katwijk, zijn gemeenteleden voorhoudt dat Donald Duck lezen ‘zondig’ is. Er staan immers allerlei verhalen in die waarden aan den dag leggen die haaks staan op de christelijke grondbeginselen. Neem nou bijvoorbeeld de drie neefjes die zich altijd bij hun oom Donald bevinden. Het is toch niet gezond als drie jonge leventjes het zonder vader en moeder moeten stellen, en altijd aan de zorgen van een oudere ongehuwde oom zijn toevertrouwd! En met de levenshouding van die rijke oom Dagobert en tante Katrien schijnt ook het nodige mis te zijn. En dan blijkt er tegenwoordig nog een of andere heks in deze gevaarlijke periodiek voor te komen, die zich met vreemde magische dingen bezig houdt. Niet geschikt dus voor christelijke kinderen (of volwassenen)! En ja, echt, dit is een bericht uit 2012.

Het doet denken aan de tijd dat zelfs het Polygoon filmjournaal bedenkelijk was (alleen al vanwege het feit dat het je naar de bioscoop lokte). Maar de enge en vaak wrede sprookjes van Grimm waren OK.  En de ongeloofwaardige flutverhaaltjes van Oom Arthur waren bijna even prijzenswaardig als de verhalen in de kinderbijbel van Anne de Vries (inclusief de moord-en doodslag-verhalen van het Oude Testament).  Af en toe stilstaan bij het verleden en bij de normen die toen als hoogste waarheid golden, helpt je wel om wat relativeren!

 

PS  Ik heb inmiddels het boek besteld dat Piet Schreuder over het Arnhemse landgoed Persikhaaf schreef. Hij wees me erop dat hij mijn boeken gewoonlijk koopt en dat dan toch wel van mij  mag worden verwacht dat ik zijn boek zou kopen (verschenen bij Uitgeverij Kontrast in Oosterbeek). Opnieuw met een knipoog verwees hij in zijn e-mail naar zichzelf als de ‘in zijn straat wereldberoemde auteur.’ Iemand met zoveel relativeringsvermogen behoort ook buiten zijn straat beroemd te zijn!