Daily Archives: Mei 10, 2013

Woorden

 

Dit jaar werd de prestigieuze Libris literatuurprijs gewonnen door Tommy Wieringa.  De jury koos uit de vijf genomineerde boeken Dit zijn de namen van Wieringa. Met zijn eerdere romans won hij al enkele prijzen, maar met de Libris Literatuurprijs, die hem naast bekendheid een bedrag van 50.000 euro oplevert, behoort hij definitief tot de belangrijke Nederlandse auteurs.

Ik had het boek al ongeveer vier weken geleden gekocht, maar was er nog niet in begonnen. Nu ik er inmiddels een flink stuk in gelezen heb ben ik geneigd de jury voor honderd procent bij te vallen. Wie een boek zoekt met een snel verhaal of een sexy product à la Vijftig tinten grijs, kan dit boek beter overslaan.  Maar wie van taal houdt en een niet alledaags, fascinerend verhaal wil lezen, mag dit niet missen.

Naast bewondering komt er bij mij ook wel een mate van jaloezie boven. Zo magistraal met de taal kunnen omgaan, moet toch wel het summum van schrijversgenot zijn. Elke zin is de moeite van het langzaam lezen waard. Menig zelfstandig naamwoord gaat vergezeld van een zorgvuldig gekozen bijvoeglijk naamwoord; werkwoorden worden vakkundig genuanceerd en elke situatieschets roept een haarscherp beeld op.

Ik werd in het bijzonder getroffen door een uitspraak van de hoofdpersoon van het boek: Pontus Beg, een commissaris van politie in een Oost-Europees grensstadje aan de rand van de steppe. Het bijzondere van deze man is dat hij houdt van filosofische boeken, onder meer van de Chinese wijsgeer Confucius. Beg komt tot de conclusie dat, als Confucius het in een land voor het zeggen zou hebben, hij als eerste prioriteit het taalgebruik van de mensen zou verbeteren. ‘Want als het taalgebruik niet juist is, dan is wat wordt gezegd niet wat bedoeld wordt. En’, vervolgt hij, ‘als wat gezegd wordt niet is wat men bedoelt, komen er geen werken tot stand. Komen de werken niet tot stand dan gedijen de kunst en de moraal niet. Gedijen deze niet dan is er geen juiste rechtspraak. Als er geen juiste rechtspraak is, dan weet de natie niet wat te doen. Daarom moet men geen willekeur dulden in het woordgebruik. Dat is waarop alles aankomt’ (blz. 35).

Ik zat daar vandaag op een terras bij de aanloophaven van mijn woonplaats bij een goede kop koffie een tijdje over na te denken.  Ik concludeerde dat Confucius wel eens gelijk kon hebben gehad. Zorgvuldig je gedachten onder woorden kunnen brengen is een stuk belangrijker dan veel mensen beseffen.  Als je eraan twijfelt of er veel mensen zijn die deze gave niet bezitten (of niet de moeite nemen om wat langer na te denken voordat ze hun ideeën uitkramen), moet je maar eens af en toe naar de website van de Telegraaf surfen en daar de commentaren van de lezers doornemen.  Een enkele keer doe ik dat en steeds weer verbaas ik me er dan over hoeveel vooroordelen, scheldwoorden, beledigingen, attesten van onkunde en regelrechte nonsens dagelijks de digitale wereld worden ingezonden. Ja, misschien is er inderdaad een duidelijk verband tussen de staat waarin een groot deel van de maatschappij zich bevindt en het onvermogen van veel mensen om zich in coherent woordgebruik te kunnen uitdrukken.

Hoe dan ook: volgens de Volkskrant behoort Dit zijn de namen tot de beste boeken van het jaar. Alle reden dus om nu snel weer het boek op te pakken.