Daily Archives: Oktober 11, 2013

Hoe bereiken we de steden?

Toen ik ruim een week geleden vanaf de voorplecht van een Venetiaanse vaparetto een fantastisch beeld kreeg van de prachtige paleizen en andere gebouwen die met hun voorzijde naar het water staan gekeerd, vroeg ik me als beroeps-gedeformeerde kerk-man af hoe je in Godsnaam de inwoners van zo’n stad (laat staan de toeristen uit alle windstreken) over het evangelie zou moeten vertellen. Die gedachte bekruipt mij wel vaker als ik in een grote stad kom en de mensenmassa’s zie, in hun gigantische verscheidenheid, en de enorme huizenblokken en constante verkeersstromen. Hoe kunnen we als christenen onder die omstandigheden onze opdracht met succes uitvoeren?

Die gedachte kwam vanmorgen ook bij mij boven toen ik onder een grote paraplu een uurtje door mijn woonplaats Zeewolde wandelde, met het doel fysiek redelijk op peil te blijven. En vervolgens realiseerde ik mij dat vandaag de jaarlijkse najaarsvergaderingen beginnen van het wereldbestuur van de Adventkerk in het Amerikaanse Silver Spring (vlak bij Washington, DC). Eén van de agendapunten voor deze belangrijke vergadering is de stagnerende evangelieverkondiging in de grote steden van de wereld. Er zal een document worden besproken, waaraan inmiddels de laatste hand is gelegd en dat het resultaat is van een speciale conferentie van vijf dagen die aan deze ‘Annual Council’ vooraf is gegaan. Ik heb geprobeerd via diverse media op de hoogte te blijven van wat er tijdens deze conferentie over A Global Strategy for Urban Mission zoal is besproken.  Ik ben er niet bij geweest, dus misschien vergis ik mij, maar wat ik zo bij elkaar gepuzzeld is, klinkt niet erg opwindend. Eigenlijk is het collectieve antwoord: ‘We weten het eigenlijk niet’. Enerzijds krijg ik de indruk dat velen vast willen houden aan traditionele methoden in de hoop dat meer van steeds maar hetzelfde uiteindelijk toch een beter resultaat zal opleveren. Aan de andere kant klinken er kreten als ‘werken in kleine groepen’, ‘church plants’, ‘centers of influence’, etc. Erg veel nieuws heb ik daarbij niet aangetroffen. Maar, laat ik, voordat ik een definitief oordeel heb, het betreffende document afwachten en ook nagaan wat er zoals tijdens het Annual Council over wordt gezegd. Misschien komt er toch iets vernieuwends.

Intussen heb ik toch wel een mening. Het overgrote deel van de mensen die tijdens de recente conferentie over het onderwerp van urban mission hebben gepraat, en die er de komende week over zullen praten, weten maar heel weinig van de stad af. De meesten van hen  mijden de  stad zoveel mogelijk en kennen het stadsleven niet. Zij hebben de meeste bevolkingsgroepen die in de stad wonen nooit echt ontmoet. Ze zijn begaan met de geestelijke toestand van de stad, maar het aannemen van een uitnodiging om ergens in die stad gedurende een paar weken een serie presentaties te houden, zet geen zoden aan de dijk. Meestal praten ze vooral met hun eigen achterban en komen ze daarbij niet in contact met de doelgroepen die het dringendst zouden moeten worden bereikt.

Een echte ‘urban mission’ kan alleen van de grond komen als flinke aantal (adventistische) christenen bereid zijn in de stad te gaan werken en wonen, tussen de mensen die volgens hen het evangelie zouden moeten horen. Hun huis moet open staan voor die mensen. Ze moeten bereid zijn hun kinderen naar etnisch gemengde scholen te sturen in hun stadsbuurt. Ze moeten tijd willen investeren in vrijwilligerswerk en in deelname aan wijkactiviteiten en verenigingen. Ze moeten de taal kennen (en spreken), of in elk geval accepteren, van de mensen om hen heen, en liefst ook regelmatig binnenlopen in het café op de hoek. En daarbij moeten ze door hun kerk getraind worden en gecoached worden. Alleen een dergelijke aanpak (met lange adem) kan succes hebben.

Maar dat zie ik de meesten van hen die steeds maar over het belang van ‘urban mission’ praten niet doen. En, laat ik eerlijk zijn, ik blijf ook liever wonen in de rust van Zeewolde, en zal me vooralsnog niet opgeven om in de binnenstad van Amsterdam te gaan bivakkeren. Ja, een mooi appartement aan een van de grachten zou ik misschien nog wel willen overwegen. Maar dan een redelijk ruime woning met veel privacy en van alle gemakken en goede beveiliging voorzien (en graag met een bijbehorende parkeerplaats). En dat is niet direct de uitgangssituatie voor een geslaagde bijdrage aan ‘urban mission’.  En toch is wat ik in de vorige paragraaf beschreef volgens mij de enige manier om in de grote stad echt iets te bereiken . . .