Daily Archives: December 13, 2013

Bidden voor de paus?

 

De paus heeft in adventistische kringen nooit een erg goede pers gehad.  Aanvankelijk viel het nogal mee. In de dagen van William Miller, de voorloper van de Adventbeweging, werden vooral de andere Protestantse kerken als de boosdoeners gezien. Katholieken waren toen nog niet erg talrijk in de VS en de paus was vooral een historische figuur, ver weg. Maar toen de immigratie uit katholieke landen naar Amerika miljoenen aanhangers van ‘Rome’ naar dit van oudsher protestantse gebied voerde, werden katholieken steeds meer als een enorm gevaar beschouwd.

Naarmate de klassieke adventistische uitleg van de profetieën van de boeken Daniël en Openbaring vaste vorm kreeg, werd het beeld van de katholieke kerk—en met name van de leiding daarvan—in veel Protestantse kringen steeds negatiever. Er was geen twijfel: het ‘beest’ en ‘de kleine hoorn’ stonden voor het katholicisme, en meer specifiek voor de pauselijke macht. Bij de meeste Protestanten is die gedachte inmiddels al lang verleden tijd, maar het adventisme heeft er nog geen afstand van gedaan.

Toch praten in veel gebieden in de wereld adventisten niet meer zo graag over deze profetische traditie. Velen zitten er nogal mee in hun maag. In onze postmoderne westerse wereld is het bepaald niet ‘sexy’ om af te geven op andere geloofsovertuigingen. Maar de afgelopen weken werden de kerkleden, die trouw de wekelijkse bijbelstudie bezoeken die (gewoonlijk) aan de eredienst voorafgaat, weer eens met hun neus gedrukt op de officiële kerkelijke uitleg van de profetieën van het Daniëlboek. De ‘kleine hoorn’ heeft allerlei snode dingen gedaan ten koste van Gods ‘heiligdom’, benadrukte de bijbelstudiegids. Maar dat is gelukkig maar tijdelijk, want na verloop van tijd komt het met dat ‘hemelse heiligdom’ weer in orde. Volgens de traditionele profetieverklaarders zijn er voldoende aanknopingspunten om uit te rekenen dat dit proces sinds het midden van de negentiende eeuw in een beslissende fase is gekomen.

Ik heb de laatste paar weken bij bezoeken aan een aantal verschillende gemeenten in de bijbelstudieperiode wel gemerkt hoe veel aanwezigen dat allemaal toch wel wat lastig en ingewikkeld vinden en vooral willen weten waar het nu in hoofdzaak om gaat, zonder verder te praten over die katholieke boosdoeners en met al te veel ingewikkeld rekenwerk opgezadeld te worden.  In het pas uitgegeven boek over deze materie van Jean Claude Verrecchia, dat ook in het Nederlands verscheen (Waar woont God: een zoektocht langs altaren, tenten, tempels en andere plaatsen van aanbidding) wordt met enige voorzichtigheid aangegeven dat de traditionele standpunten wel aan enige revisie toe zijn.

Eerlijk gezegd heeft de huidige paus het ons niet gemakkelijker gemaakt. Eerst leek het erop dat hij juist de bange vermoedens die we uit vroeger tijden hadden geërfd zou bevestigen. Een Zuid-Amerikaanse jezuïet die tot paus werd gekozen kon immers alleen maar betekenen dat ‘Rome’ nu weer eens haar ware gezicht zou laten zien! Maar Paus Franciscus blijkt een enorme verrassing. Hij blijkt een beter idee te hebben van wat er in de wereld leeft en van wat gelovige mensen echt nodig hebben dan zijn voorgangers. Nee, we zien (nog) geen signalen dat hij de katholieke leerstukken die onze protestantse afkeuring krijgen of zelfs onze afkeer wekken, wil intrekken.  (De leer, zelfs op kleine punten, aanpassen—is trouwens voor een kerk altijd een heel moeilijk proces. Wij weten daar in onze eigen kerk ook alles van! Meestal moet de tijd zijn werk doen.)  Maar we zien wel dat de paus ruimte wil scheppen en niet langer vooral de nadruk wil leggen op wat niet kan en niet mag.

Voorspellingen doen is moeilijk, vooral als het de toekomst betreft, heeft Mark Twain ooit gezegd. Maar op zijn minst is meer voorzichtigheid op zijn  plaats als we specifieke historische toepassingen willen maken. Het verleden laat zien dat we wat dat betreft al de nodige keren de plank behoorlijk mis hebben geslagen.

Gelukkig hangt onze eeuwige redding er niet af of we precies weten wie of wat met ‘de kleine hoorn’ wordt voorgesteld en wat de verschillende profetische tijdaanduidingen betekenen—hoe interessant het misschien ook mag zijn om daar studie van te maken.

Misschien is zo langzamerhand de tijd gekomen dat we niet ons uiterste best blijven doen om de Katholieke Kerk in een bedenkelijk daglicht te plaatsen en de paus als de boeman par excellence te beschouwen.  Dit is niet langer de tijd van de Inquisitie en van de Borgia’s, of zelfs van het eerste Vaticaanse Concilie—ook al kan er in de Katholieke Kerk nog veel worden veranderd (en verbeterd). Wellicht is echter zo langzamerhand het moment gekomen om de paus niet in de eerste plaats alleen maar te veroordelen maar om voorbede voor hem te doen.