Daily Archives: November 15, 2014

Festschrift

 

(Budva, Montenegro, zaterdagavond 15 november) In februari van dit jaar kreeg ik een verzoek vanuit Engeland.  Dit was de achtergrond: Nadat Dr. Bertil Wiklander niet minder dan negentien jaar de functie van voorzitter van de Adventkerk in de zgn.  Trans-Europese Divisie (de koepel voor de kerk in zo’n dertig landen) had bekleed, besloot hij met ingang van juli van dit jaar met emeritaat te gaan. Enkele leden van zijn staf vonden dat hij een bijzonder eerbetoon verdiende in de vorm van een Festschrift—een min of meer wetenschappelijk boek met bijdragen van de hand van mensen vanuit heel Europa (en in beperkte mate ook van daarbuiten) met wie hij in de loop van de jaren nauw heeft samengewerkt. Maar er moest wel iemand gevonden worden die deze kar wilde trekken. Dat betekende dat ik medio februari door een van de initiatiefnemers werd benaderd met de vraag of ik het project wilde organiseren en de redactie van het boek op me wilde nemen. Aangezien ik zelf ook lange tijd nauw met Wiklander heb samengewerkt—zo’n zes jaar als algemeen secretaris van de divisie en later vijf jaar als voorzitter van de Nederlandse Adventkerk—nam ik dat verzoek in overweging en besloot ik na enige aarzeling ‘ja’ te zeggen.  Die aarzeling kwam voort uit het besef dat het een flinke klus zou zijn, die bovendien in betrekkelijk korte tijd zou moeten worden geklaard. Want het was de bedoeling, zo vertelde men mij, dat het boek medio november tijdens de jaarlijkse vergaderingen van het bestuur van de kerk in deze regio van de wereld zou worden gepresenteerd.

Vandaag is het 15 november. Ik schrijf deze blog in een riante kamer in Hotel Splendid aan de kust van de kleine staat Montenegro (ten Noorden van Albanië) waar de eindejaarsvergaderingen plaatsvinden.  Met mijn vrouw ben ik gisteren via Rome naar dit prachtige oord gevlogen. We hopen hier enkele dagen van het schitterende uitzicht over de Middellandse Zee te genieten, maar vooral ook weer veel oude vrienden te ontmoeten. Het is echter niet uitsluitend voor ons toeristische genoegen dat we hier zijn. Vanmiddag heb ik samen met Rafaat Kamal, de opvolger van dr. Wiklander het Festschrift aan Wiklander overhandigd. Het is een aantrekkelijk, 520 bladzijden tellend boek geworden met de veelzeggende titel: Faith in Search of Depth and Relevancy.

In maart stuurde ik brieven naar mogelijke schrijvers met de vraag of zij een essay van ca. 7.000 woorden zouden willen leveren. De response was heel positief. Uiteindelijk waren er niet minder dan 30 mannen en (enkele) vrouwen die een essay leverden. Met een stukje van mijzelf werden dat dus in totaal 31 hoofdstukken. Ik had de schrijvers 15 juli als deadline gegeven (beseffend dat enkelen wel iets meer tijd nodig zouden hebben), zodat ik voldoende tijd zou hebben voor mijn redactionele taak en er ook voldoende tijd zou zijn voor de productie van het boek.  Zo’n 500 e-mails later en na vele honderden uren van redactioneel werk (en me uiteindelijk er toch nog zorgen over makend of het boek wel op tijd klaar zou zijn!) hield ik gisteren het eerste exemplaar in handen. En dus konden we vandaag, volgens het oorspronkelijke plan, het Festschrift aan Bertil Wiklander presenteren.

Het gaf natuurlijk grote voldoening om de verassing en daarna de dankbaarheid van Wiklander te ervaren. Maar gelukkig is de productie van een boek als dit meer dan zo maar een geschenk dat aan een jubilaris wordt gegeven en dat de ontvanger vervolgens thuis in een kast opbergt. De ongeveer duizend exemplaren die zijn gedrukt zullen door mensen over de gehele wereld worden gelezen. Het zou me niet verbazen als diverse essays in de komende jaren in allerlei  boeken en tijdschriften geciteerd zullen worden.

Het is een opluchting dat het gelukt is een mooi boek te maken dat lezenswaard zal blijken te zijn en dat op tijd is verschenen. Ik heb ik me de laatste twee maanden, nadat het definitieve manuscript naar drukker was gestuurd, echter weer op enkele andere schrijfprojecten kunnen storten. De afgelopen week heb ik de draad opgevat ten aanzien van een nieuw dagboek met bijbelse overdenkingen dat in de loop van het komende jaar moet verschijnen, gereed voor gebruik vanaf 1 januari 2016!  Driehonderd zesenzestig stukjes schrijven is niet niks. Maar na de twintig nieuwe hoofdstukjes van deze week staat de teller nu op zeventig. En daar hoop ik, voordat we dinsdag weer huiswaarts gaan, nog wel een tiental aan toe te voegen. Ik heb voor de komende maanden een schema opgesteld, waar ik me aan hoop te houden.  Dit keer moet ik niet allerlei andere mensen voortdurend opjutten, maar komt het aan op wat zelfdiscipline.  Als er geen ander Festschrift aandacht nodig heeft moet dat wel lukken.