Daily Archives: September 18, 2015

Jezus: vreemdeling en gay

 

Volgens bepaalde bronnen uit de tweede eeuw was Jezus getrouwd met Maria Magdalena. Dat is bijvoorbeeld te vinden in het Gnostische ‘evangelie van Filippus’.  Er is weinig reden om dit element uit dat ‘evangelie’ als historisch betrouwbaar te beschouwen. Trouwens, als Dan Brown er niet over had geschreven in zijn Da Vinci Code had de eventuele huwelijkse status van Jezus maar heel weinig aandacht gekregen. Dat sommige discipelen getrouwd waren is heel goed mogelijk. Van Petrus weten we het zeker, omdat de Bijbel vermeldt dat hij een schoonmoeder had. Maar er is geen soliede reden om aan te nemen dat Jezus en Maria Magdalena een ‘item’ waren.

Ik zou echter willen suggereren dat Jezus gay was. Dat lijkt een gedurfde—en volgens sommigen hoogstwaarschijnlijk een blasfemische—veronderstelling. Toch denk ik dat er een grond van waarheid in deze bewering schuilt.

Ik kom tot die conclusie op grond van Matteüs 25.  Daar lezen we hoe Jezus bij het laatste oordeel niet vraagt naar onze leerstellige zuiverheid, maar ons confronteert met de vraag hoe we zijn omgegaan met mensen in moeilijkheden en met vrouwen en mannen in de marge. Jezus prijst allerlei mensen, omdat ze hem in de gevangenis hebben bezocht, of omdat ze hem te eten hebben gegeven en onderdak hebben verschaft. Als het antwoord dan is: ‘Wij hebben u helemaal niet in dergelijke omstandigheden aangetroffen,’ antwoordt Jezus: ‘Ja, maar in feite hebben jullie dat wel, want als je je het lot hebt aangetrokken van iemand die problemen verkeerde, dan is dat voor alsof je het voor mij hebt gedaan.’ Jezus vertelt ons dus dat we in elke medemens in de marge zijn gezicht moeten herkennen.

Dat is heel actueel in een periode waarin vluchtelingen bij duizenden tegelijk ook ons land binnenkomen. Natuurlijk levert dat legio problemen op. De politiek heeft het er moeilijk mee. Allerlei organisaties worstelen met logistieke problemen. Maar voor volgelingen van Jezus Christus is het eigenlijk eenvoudig: In de het gezicht van de vluchteling die op ons pad komt moeten we Jezus zien. Hij zal straks tegen ons zeggen: ‘Ik was die Syrische asielzoeker die je hebt geholpen! Alsnog bedankt.’

Deze week werd ik weer eens met mijn neus gedrukt op een andere categorie mensen—buiten maar ook binnen onze geloofsgemeenschap—die in heel veel gevallen voor enorme uitdagingen staan.  Ik was als spreker uitgenodigd door een van de Duitse regionale organisaties van de Adventkerk om een tweetal lezingen te houden voor de predikanten in die regio over aspecten van homoseksualiteit. Ik besef dat ik nauwelijks als autoriteit op dit gebied kan gelden, maar ik was bereid om op een open manier mijn visie op deze problematiek met hen te delen.  Naast de ruim dertig predikanten die ik onder mijn gehoor had, was er ook een adventistische lesbienne en aan adventist die gay is, die hun levensverhaal vertelden. Daarnaast waren er collega’s die vertelden over hun ervaringen met homoseksuele mensen met wie zij in hun pastorale werk te maken kregen.  Het was al met al een boeiende en ontroerende ervaring deze bijeenkomst mee te maken. Ik heb meer geleerd van wat ik daar hoorde dan anderen wellicht van mijn presentaties hebben opgestoken. Ik ging naar huis met het gevoel: dit ging niet over een abstract ‘probleem’—over theologie en bijbelteksten. Dit ging over mensen—mannen en vrouwen die vaak door een diep en duister dal moeten gaan. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat die mensen een ‘veilige plek’ vinden in onze geloofsgemeenschap?

Als straks (zie nogmaals Matteüs 25) Christus tegen mij zegt: Ik was gay, maar je hebt me genegeerd, dan kan ik niet zeggen: ‘Heer, ik heb u nooit als een gay persoon ontmoet.’  Want dan zegt Jezus: ‘Jawel:  Ik was gay—want je ontmoette mij in die mannen en die vrouwen met een andere seksuele geaardheid, met wie je te maken kreeg, maar daar was je niet van gediend.’

Ik ben in de loop der jaren tot de conclusie gekomen dat er voldoende bijbelse, theologische en ethische redenen zijn om homoseksuele geloofsgenoten hartelijk in de kerk te verwelkomen en hen alle rechten en privileges te geven die ik ook heb ontvangen.  Dat wil niet zeggen dat ik op alle vragen een pasklaar antwoord weet en dat ik voor alle relevante bijbelteksten een definitieve verklaring heb. Mijn eigen opinievorming blijft een kwestie van ‘werk in uitvoering’. Maar ik hoop dat Jezus straks tegen me zegt: ‘Dank je wel dat je me zag staan toen ik je ontmoette in die man en die vrouw die ‘anders’ was. Ja, ik was niet alleen die vreemdeling, die je hulp hebt geboden, maar ik was ook gay en dat maakte voor jou niets uit. Dank je wel, kom binnen, je krijgt een plek in mijn koninkrijk!