Daily Archives: Maart 25, 2016

Pasen

 

[Vrijdag 25 maart] Het is vandaag Goede Vrijdag. Morgen is het Stille Zaterdag en zondag viert de christenheid het Paasfeest—de belangrijkste feestdag in de christelijke kalender. Nadenkend over de paaspreek die ik morgen zal houden gingen op de een of andere manier deze week mijn gedachten naar een document uit de vroege kerk: de Mystagogische Catecheses van St. Cyrillus (de bisschop van Jeruzalem aan het einde van de vierde eeuw).  De reden dat ik van dit geschrift van deze belangrijke kerkvader nogal goed op de hoogte ben is dat ik het in de jaren 70 van de vorige eeuw vanuit het Grieks moest bestuderen in het kader van mijn theologische studie aan de Universiteit van Londen.

In dit geschrift geeft Cyrillus een uitgebreid, maar boeiend verslag van wat er zoal in zijn tijd in de kerk van Jeruzalem in de paasnacht gebeurde. Het was het uitgelezen moment dat degenen die onderricht in de christelijke leer hadden gekregen werden gedoopt. Dat gebeurde door onderdompeling, waarbij de doop vooraf werd gegaan en werd gevolgd werd door een groot aantal riten die sindsdien gaandeweg grotendeel in onbruik geraakten. Aan het einde van de nacht mochten de nieuw-gedoopten voor het eerst deelnemen aan de eucharistie–de maaltijd van de Heer. Opmerkelijk is ook dat deze nieuwe christenen dan voor het eerst het ‘Onze Vader’ mochten bidden. Ze waren nu immers echt kinderen van God geworden en konden dus met recht, samen met anderen, God als ‘onze Vader’ aanspreken. De doop was echter het centrale moment in deze ‘heilige’ nacht. Zoals Christus op Paasmorgen opstond uit de dood, zo verrezen de nieuw-gedoopten op een symbolische manier met Christus uit het graf om aan een nieuw leven te kunnen gaan beginnen, samen met hun Heer.

Het lezen en bestuderen van deze Griekse tekst was destijds een flinke uitdaging voor me, maar het is iets dat vaak weer bovenkomt als Pasen in aantocht is. Even dacht ik eraan dit als uitgangsgedachte voor mijn paaspreek te nemen, maar ik zag niet direct hoe ik dat zou moeten aanpakken en daarom ben ik toch maar in mijn preken-collectie van meer an veertig jaar gaan snuffelen om te zien of ik een paaspreek uit eerdere jaren kon bewerken voor de preek van deze week. Als ik naar preken kijk die ik in het verleden heb gehouden kom ik soms exemplaren tegen die ik nu beslist niet weer zou willen gebruiken. Soms denk ik: Hoe heb je zoiets ooit aan de mensen durven voorschotelen?  Maar een enkele keer ben ik blij verrast en denk ik (misschien met enigszins misplaatste voldoening): Dat  was destijds wel een goede preek! Dat gevoel had ik eerder deze week toen ik de paaspreek vond die ik in 2009 in de gemeente Zeeland hield.  Ik wist meteen dat ik die preek nog graag weer eens wilde houden.

Dus  is dat de preek geworden waarmee ik morgen naar de gemeente Utrecht hoop te gaan. Eén aspect van de opstanding ga ik daarin vooral benadrukken. Na zijn opstanding verscheen Christus aan zijn discipelen en aan een aantal anderen. Bij één gelegenheid waren het er zelfs een paar honderd (1 Korintiërs 15:6). Het opmerkelijke is dat de opgestane Heer zich alleen liet zien aan mensen die hem al kenden. Ook die 500, aan wie hij verscheen, worden ‘broeders’ genoemd.  Zou dit misschien een verklaring zijn waarom tegenwoordig zo weinig mensen achter het Paasfeest een andere Werkelijkheid ontdekken dan de eieren en de paashaas?  Zou het misschien zo kunnen zijn dat ook in onze tijd Christus zich met Pasen alleen laat zien aan degenen die hem al kennen ? De waarheid van de opstanding blijft verborgen voor ongelovigen, maar wordt ‘gezien’ door mensen die hem al enige tijd hebben gevolgd. Daarom mogen wij hem ook zien en is hij steeds aanwezig in ons leven. Dat wordt de Paasboodschap die ik meeneem naar Utrecht. Het wordt korter en eenvoudiger dan het vele uren durende ceremonieel in Cyrillus’ dagen in Jeruzalem, maar ik hoop dat de boodschap morgen in Utrecht ook duidelijk overkomt.