Daily Archives: Mei 6, 2016

Een keur van raadgevers

 

Zo’n 35 jaar geleden organiseerde de Adventkerk in Noordwest Europa een studieweek voor mensen die leiding gaven aan adventistische instituten in deze regio. Samen met twee andere leiders (de directeuren van respectievelijk het onderwijsinstituut ‘Oud Zandbergen’ en van het verzorgingscentrum ‘Vredenoord’) vloog ik naar het Schotse Edinburgh, en vervolgens met een huurauto naar Crieff, waar de kerk destijds een gezondheidscentrum had. Ik was toen de directeur van Uitgeverij ‘Veritas’. Het was voordat de beroepscolportage van adventistische boeken en tijdschriften instortte en toen de uitgeverij nog goede tijden beleefde.

Ik herinner mij deze leadership  training vooral vanwege een ‘spel’ dat ons moest laten zien dat het betrekken van een aantal personen bij besluitvorming gewoonlijk een beter besluit oplevert dan wanneer één persoon een beslissing neemt. Dat is vooral het geval bij kwesties op een terrein waarop niemand echt deskundig is. In groepjes moesten we  ons een survival situatie indenken en moesten we besluiten hoe we onze ‘redding’ gingen aanpakken.  Onze individuele mening werd eerst genoteerd en vervolgens werd het probleem ‘in de groep gegooid.’ De uitkomst van onze individuele aanpak en de beslissing van de groep werd dan vergeleken met het oordeel van een aantal ter zake deskundigen. Tot mijn verbazing bleken in alle gevallen de groepen hoger te scoren dan ieder van ons afzonderlijk. Dat die les bij mij aankwam blijkt wel uit het feit dat na zoveel jaren dit voorval me nog helder voor de geest staat.

De afgelopen week had ik een soortgelijke ervaring. Zoals ik in een eerdere blog vermeldde ben ik in de laatste fase van het schrijven van een boek voor adventisten die zich in de marges van de kerk bevinden. In eerste instantie gaat het boek in het Engels verschijnen en kort daarna hopelijk ook in het Nederlands. Deze week moest ik besluiten hoe de omslag eruit gaat zien, wat de tekst op de achterzijde wordt en, (minstens zo belangrijk), hoe de definitieve titel en ondertitel luidt.

Ik schreef de omslagtekst en was daar zelf nogal tevreden over. Ik kreeg van de grafisch ontwerper, die bij het project is ingeschakeld, een zevental uitgewerkte ideeën voor de grafische vormgeving van de buitenkant van het boek. Ik sprak af met de ontwerper dat ik binnen een week mijn keuze zou maken voor het definitieve ontwerp. Maar eigenlijk was ik er al tijdens het gesprek met de grafische vakman in het grand café van het Van der Valk Hotel in Leusden zeker van dat mijn voorkeur uitging naar nr. 1, met nr. 6 als tweede keuze. Het eerste ontwerp was gebaseerd op een abstracte voorstelling, in diverse tinten blauw. In nummer 6  domineerde het gezicht van een vragend kijkende vrouw jonge vrouw.

Na de ontwerpen, compleet met de titel en ondertitel, de tekst voor de achterzijde (compleet met een kleine foto van mijzelf) aan zo’n dertig mensen te hebben laten zien werd mijn aanvankelijk vertrouwen, dat ik op de goede weg zat, danig ondermijnd. De meerderheid van ‘de jury’ vond ontwerp nr. 1 te technisch (mijn dochter zei: je zou denken dat het boek over scientology gaat), en nr. 6 te nietszeggend. Al met al, na de diverse argumenten te hebben afgewogen, heb ik gisteravond de ontwerper gevraagd ontwerp nummer 2 verder uit te werken, met een wat ander lettertype voor de titel, een kleine wijziging in de woorden van de titel en een andere tekst op de achterkant. Die tekst heb ik herschreven en persoonlijker gemaakt.

Gistermorgen ben ik tenslotte bij een fotograaf geweest om een nieuwe afbeelding van mijzelf te laten maken die de huidige werkelijkheid iets beter weergeeft, maar dan op een zo aantrekkelijk mogelijk wijze, voor zover het voorwerp van de foto toelaat.

De dichter van de Spreuken zei het al: ‘Je zegeviert dankzij een keur van raadgevers’ (24:6). Mijn Schotse les van zoveel jaren geleden bleek weer eens duidelijk van toepassing.