Daily Archives: Augustus 23, 2017

Over gemeenten die (dreigen te) verdwijnen

Vorige week preekte ik in de universiteitsstad Umeå in het noorden van Zweden. In deze stad met zijn circa 75.000 inwoners komt elke week een kleine kern van Adventgelovigen samen, die tijdens het academisch jaar versterking krijgt van een groep (meest buitenlandse) studenten. Men vertelde mij dat dit de meest noordelijke Adventkerk is in Zweden. Maar toen ik dit op mijn Facebook pagina vermeldde, kreeg ik al snel het commentaar dat er ook een kleine groep adventisten is in Slussfors,  op zo’n 300 kilometer ten noordwesten van Umeå. En iemand vertelde mij vervolgens ook dat er een geïsoleerde adventist woont in Kiruna, de noordelijkste stad in Zweden. Wie echter naar de aanwezigheid van het adventisme ten noorden van Stockholm kijkt, kan niet aan de conclusie ontkomen dat er in de afgelopen jaren sprake was van een gesttage teruggang.

De vorige voorzitter van de adventistische wereldkerk, dr. Jan Paulsen, groeide als jongen op in het noorden van Noorwegen, waar zijn ouders lid waren van de Adventgemeente in Narvik, zo’n 200 kilometer boven de Poolcirkel. Deze gemeente werd enkele jaren geleden opgeheven en een aantal gemeenten in het noorden van Noorwegen trof hetzelfde lot.

Het is echter niet alleen in het noorden van Scandinavië dat het adventisme al enig tijd op zijn retour lijkt. In heel wat plaatsen in West-Europa (en elders in de westerse wereld), waar men niet de (vaak gemengde) zegeningen heeft ondervonden van de immigratie van leden uit de zich ontwikkelende landen, bevinden zich gemeenten die grote moeite hebben te overleven.

In Nederland hebben in de afgelopen kwart eeuw ook diverse gemeente hun deuren moeten sluiten, zoals bijvoorbeeld in Sneek, Veendam, Kampen, Den Helder, Ede, Goes, Hengelo. Een aantal gemeenten zijn samengevoegd, zoals bijvoorbeeld Maassluis en Schiedam, en Middelburg en Vlissingen. Andere gemeenten, zoals Haarlem en Enkhuizen, doen wanhopige pogingen te overleven. Gelukkig zijn er heel wat nieuwe ‘church plants’, waarvan sommige inmiddels gemeenten zijn gworden. En in de grote steden is het aantal kerkleden toegenomen, maar dat is te danken aan de komst van mensen van elders in de wereld, terwijl het aantal van  ‘van oorsprong Nederlandse’ leden gestaag is afgenomen.

Wat kunnen we doen om die trend om te buigen? Moeten we eenvoudigweg accepteren dat wat naar boven gaat ook weer naar beneden gaat? Moeten we ons erbij neerleggen dat ook wij niet immuun zijn voor de factoren die ervoor hebben gezorgd dat andere kerken hun ledental drastisch hebben zien dalen? Moeten we maar gelaten wachten op het moment dat het laatste kerklid in de noodlijdende kerken het licht uitdoet?

Ik weiger dat te geloven. En dat is niet alleen omdat ik zoveel van mijzelf in de Adventkerk heb geïnvesteerd. Het is omdat ik nog steeds geloof dat deze kerk de wereld om ons heen iets te zeggen heeft. Maar voorwaarde voor ‘succes’ is wel dat we beter worden in het ‘vertalen’ en communiceren van wat we willen zeggen, op een manier die duidelijk maakt dat onze ‘boodschap’ nog steeds relevant is voor onze tijd. En we moeten er beter in slagen te laten zien dat we een open gemeenschap zijn waarin iedereen welkom is–een groep van toegewijde christenen die ook iets wil betekenen voor de maatschappij om hen heen.

Ik geloof dat we al het mogelijke moeten doen om de kleine gemeenten die dreigen te verdwijnen te redden. Dat is misschien moeilijker in plaatsen in het noorden van Scandinavië, waar de afstanden tussen bevolkingscentra en ook tussen adventistische gemeenten gewoonlijk heel groot zijn, dan in Nederland met zijn betrekkelijk geringe afstanden. Soms is er al een kantelpunt als een gemeente er vijf tot tien actieve leden bijkrijgt. Kunnen wellicht ‘gezondere’ gemeenten in de omgeving van stervende gemeente de helpende hand toesteken? Willen zij een aantal van hun leden ertoe te bewegen om een aantal jaren van hun leven als adventist te investeren in pogingen een noodlijdende gemeente te redden? Kan onze nationale organisatie (de unie) misschien proactief zijn in het stimuleren van een dergelijk proces?

Veel kerkgroei-experts zullen zeggen dat het oppeppen van een verdwijnende gemeente veel moeilijker is dan het starten van een nieuw groep (‘church plant’). Dat moge waar zijn, maar het is ook waar dat het opgeven van onze adventistisch aanwezigheid in een bepaalde stad meestal permanent is. En dat moeten we niet laten gebeuren.