Daily Archives: September 1, 2017

Taalspel

Deze week vloog ik voor het eerst met FlyBe, een middelgrote vliegmaatschappij die veel binnenlandse routes in de UK verzorgt en ook naar een aantal Europese bestemmingen vliegt. De vlucht was goedkoop en daarom besloot ik een FlyBe-ticket te boeken voor mijn bezoek van nog geen 36 uur aan Manchester. Daar zou ik (als coach) een groep studenten bezoeken die deelnemen aan de door de TED gesponsorde MA-cursus in Leadership die verzorgd wordt door Andrews University via Newbold College. Ik verwachtte een weinig enerverende trip, en de nieuwe Embraer 175, een toestel van Braziliaanse makelij dat bijna honderd passagiers kan vervoeren, was zo comfortabel als kleine vliegtuigen kunnen zijn. Het was niet de fout van FlyBe dat we op Schiphol als gevolg van de hevige regen een vertraging hadden van anderhalf uur en dat we vervolgens nog eens een half uur moesten wachten, omdat de ploeg die het toestel van de gate moest wegduwen inmiddels spoorloos was verdwenen.

Naast mij zat in stoel 19d een man van, naar ik schatte, een jaar of dertig en achter mij in 20c en 20d zaten twee mannen van zo tussen de veertig en vijftig. Het drietal werkte duidelijk voor hetzelfde bedrijf en was in een intense discussie verwikkeld tijdens het wachten en daarna tijdens de vlucht. Ik probeerde niet te luisteren en me op mijn nieuwste Grisham-boek te concentreren, maar was daarin niet geheel succesvol. Ik probeerde uit de flarden van het gesprek die ik opving te bepalen voor wat voor soort firma zij werkten. Het was duidelijk iets heel technisch en ze waren nu op weg naar Manchester om daar een bedrijf te bezoeken dat een of ander apparaat ontwikkelde waarvoor zij grote belangstelling hadden. Maar ik kon er niet achter komen waar ze het precies over hadden. Ze hadden net zo goed in het Russische of in het Chinees kunnen praten. Hun gesprek was doordrenkt van technische termen die voor hen heel gewoon schenen maar voor mij abakadabra waren. Daar zaten dus vier Nederlanders op een kluitje, die alle vier Nederlands als hun voertaal hadden, maar waarbij een van hen volledig van de communicatie was afgesloten.

Taalfilosofen spreken over het verschjijnsell ‘taalspel’, waarmee zij bedoelen dat een mensen met eenzelfde achtergrond en interesse aan woorden een bepaalde betekenis geven die alleen voor leden van die groep verstaanbaar is. Ik kreeg een demonstratie op kleine schaal van dat verschijnsel tijdens mijn vlucht naar Manchester. De drie techneuten behoorden tot een volksstam van technische specialisten die bezig waren met een ‘taalspel’. Bepaalde woorden hadden voor hen een heel duidelijke lading, terwijl ze voor mij een totaal mysterie bleven.

Wanneer wij als christenen over ons geloof praten en dus geloofs-taal bezigen, bevinden we ons in een soortgelijke situatie. We hebben dan ook te maken met een ‘taalspel’ waarbij grote groepen mensen alleen maar kunnen gissen waarover wij het hebben. Een heel grote categorie mensen om ons heen heeft geen idee wat we bedoelen met evangelisten en profeten, het boek Spreuken of de Openbaring, laat staan dat zij het verschil kennen tussen rechtvaardigmaking en heiligmaking of weten wat een genadeverbond is.

De communicatie tussen gelovigen die door de Bijbel geïnspireerde taal gebruiken en mensen die nog nooit een Bijbel hebben ingezien wordt alsmaar moeilijker en de situatie wordt nog veel ingewikkelder als we daarbij ook nog rekening moeten houden met begrippen die strikt aan een bepaalde kerkelijke richting gebonden zijn.

Bij de voorbereidingen voor een nieuw boek dat ik momenteel bezig ben te schrijven heb ik o.a. nadere studie gemaakt van het begrip ‘shaking’ (schudding). Het is een van de mysterieuze termen van het adventistische ‘taalspel’. Veel adventisten zullen je niet precies kunnen vertellen waar dit woord nu precies op duidt, laat staan dat niet-adventisten enig idee hebben waar men het over heeft of het over de ‘shaking’ gaat.

Overblijfsel, tijd van benauwdheid, genadetijd, geest der profeie, late regen–het zijn zo maar nog een paar termen die een volstrekt raadsel zijn voor mensen buiten de adventistische geloofsgemeenschap. En andere kerkgenootschappen en stromingen hebben ook allemaal hun eigen ‘taalspel’.

Terwijl ik na dacht over dit onderwerp als topic voor mijn blog van deze week, zag ik in mijn in-box een e-mail met nieuws van de Noord-Amerikaanse Divisie. Toevallig bevatte hun nieuwsbrief van deze week een artikel over een heel relevant aspect van elke poging om informatie over te dragen. Er moet steeds sprake zijn van een zorgvuldige strategie (zeker als het gaat om de sociale media) om de boodschap zo te verpakken dat deze geschikt is voor een heel gericht publiek.[1]  Daarbij moet de communicator het ‘taalspel’ beheersen van de mensen die hij wil bereiken, en begrippen en woorden kiezen die voor hun iets betekenen. Dit is een absolute voorwaarde om ervoor te zorgen dat de boodschap ‘overkomt’. Dat is natuurlijk niet gemakkelijk. Maar het moeilijkste is daarbij ongetwijfeld dat het van ons vergt dat we ons ‘geheiligd’ lingo zo getrouw mogelijk vertalen naar de taal van de geseculariseerde mens van de eenentwintigste eeuw die we willen ‘bereiken’. Een extra bonus is daarbij dat het ons dwingt nog eens goed na te denken over de eigenlijke betekenis van de begrippen die we vaak zo routinematig en gedachtenloos gebruiken.


[1]  See http://www.sdadata.org/blog/creating-a-persona-social-media-personas-101