Daily Archives: Juni 29, 2018

Campagne voeren voor een leiderschapstaak

Iemand raadde mij aan het boek van Robert Harris te lezen over de verkiezing van een nieuwe paus. Het heet Conclave, en heeft als ondertitel : The Power of God and the Ambitions of Men. Ik heb het met plezier gelezen, maar het behoort zeker niet tot de tien beste boeken die ik in de afgelopen maanden in handen heb gehad. Het blijft echter een boeiend onderwerp hoe de Rooms-Katholieke Kerk haar hoogste leider kiest. Alle kardinalen die nog niet de leeftijd van tachtig jaar hebben overschreden komen in Rome bijeen en via een reeks van geheime stemmingen moeten zijn met een twee-derde meerderheid besluiten wie van hen de nieuwe paus wordt. Van te voren wordt druk gespeculeerd wie tot de zgn. papabile behoren: dat wil zeggen wie tot de echte kanshebbers worden gerekend. Tijdens het conclaaf wordt ongetwijfeld veel gebeden om de leiding van Gods Geest, maar dat betekent niet dat het proces vrij is van politieke manoeuvres en dat menselijke ambities geen rol spelen. Of dat in die mate het geval is als Robert Harris ons in zijn boek wil doen geloven blijft voor de lezer een flink vraagteken.

Elke kerk heeft haar eigen manier om leiders te kiezen. De Adventkerk maakt—net als veel andere kerkgenootschappen die in de VS zijn ontstaan—gebruik van een benoemingscomité dat een voorstel doet dat vervolgens aan een grotere groep moet worden voorgelegd. Dat geldt voor alle gekozen functies in alle bestuurslagen van de kerk, en dus ook voor de voorzitter van de Generale Conferentie. De kerkelijke regelementen schrijven uitdrukkelijk voor dat elke politieke activiteit achterwege moet blijven. Zonder dat er sprake is van vooraf gemaakte afspraken of van de promotie van bepaalde kandidaten moet een benoemingscomité kunnen afwegen wie de geschiktste persoon is voor een bepaalde functie. Dat is althans de theorie, maar die komt lang niet altijd overeen met de realiteit.

Waarom is dit het onderwerp van mijn blog van deze week? Ik werd ‘getriggered’ door een artikel op de website van Spectrum geschreven door Matthew Quartey. Vorige week verscheen zijn bijdrage met de titel: Should Ted Wilson Run for a Third Five-year Term? (Nederlands: Moet Ted Wilson niet naar een derde ambtstermijn van vijf jaar streven). Het gebruik van het woord run in de Engelse titel suggereert een actieve strategie om zoveel steun te werven dat herverkiezing gegarandeerd is.  Quartey is van mening dat er een aantal redenen is waarom Wilson niet zou moeten worden herkozen. Zijn eerste argument is dat Wilson in 2020 zeventig jaar oud zal zijn en dat het veel beter zou zijn om een jongere opvolger te kiezen. Daarnaast steekt hij niet onder stoelen of banken dat Wilson de kerk sterk heeft gepolariseerd en dat het tijd wordt dat er een nieuwe wind gaat waaien. Ik ben het daar zeer mee eens, maar dat is niet het punt dat ik wil benadrukken.

Helaas zijn er tal van tekenen die erop wijzen dat er inderdaad steeds meer sprake is van ‘running’ voor de hoogste leiderschapsposities en van een ernstige uitholling van de procedures die we officieel zeggen te hanteren. Bovendien: als er ruimte zou zijn voor het actief nastreven van een positie, dan zouden anderen (en niet alleen de zittende leider) ook daartoe mogelijkheden moeten krijgen. De zittende bestuurder heeft immers een enorme voorsprong. Hij (helaas kunnen we nog niet zeggen hij/zij) heeft de mogelijkheid om de gehele wereld te af te reizen en uit te leggen waarvoor hij staat. Anderen hebben die mogelijkheid niet of in veel mindere mate. Maar openlijke competitie tussen verschillende kandidaten lijkt me een volstrekt heilloze weg. We moeten alles doen om de politisering van het leiderschap te voorkomen. Ik heb een aantal keren deelgenomen aan het adventistische ‘conclaaf’ in de vorm van een benoemingscomité tijdens een Generale Conferentie. Ik zag heel veel dingen die ik graag anders zou zien. Maar een systeem van actief ‘runnen’ voor een leiderschapstaak is geen goed alternatief.

Campagne voeren voor een positie staat haaks op wat het uitgangspunt moet zijn van degenen die de kerk willen dienen. Zij worden ‘geroepen’ in een proces waarin—als het goed is—de Geest van God de richting geeft?

Is dat te mooi om waar te zijn? Het alternatief is in elk geval te lelijk om een kans te mogen krijgen.