Daily Archives: Maart 6, 2019

Help, thank, ‘wow’

Ik besef dat gebed een belangrijk element is in het leven van een christen. Als God bestaat (en ik geloof dat dit zo is), en als hij op de een of andere manier ervoor heeft gezorgd dat wij bestaan (en ik geloof ook dat dit zo is), ligt het voor de hand dat hij met ons wil communiceren en dat van ons wordt verwacht dat wij daarop en op zijn aanwezigheid reageren. Dat doen we door te bidden.

Soms word ik geroerd door de gebeden die ik anderen hoor bidden, of door bepaalde klassieke gebeden die een prachtig onderdeel zijn van de christelijke geloofstraditie. En van tijd tot tijd voel ik ook werkelijk dat bidden mij verbindt met wat Boven mij uitgaat. Maar ik moet erkennen dat ik geen gebedsgeweldenaar ben die dagelijks vele uren op zijn knieën doorbrengt. En ik heb veel bidstonden die ik in de loop der tijd heb bijgewoond als tamelijk langdradig ervaren. Ook ben ik nooit gewend geraakt aan de gewoonte, die ik bij veel chauffeurs in het buitenland heb meegemaakt, om even te bidden zodra men achter het stuur kruipt, zelfs voor een heel kort ritje. Ik heb me wel eens afgevraagd wat God daar zo al van denkt. (Bij het schrijven van deze woorden besef ik maar al te goed dat ik, onvermijdelijk, heel menselijke taal gebruik als ik naar God verwijs.) En wat te denken van al die gebeden die steeds weer overal ter wereld worden opgezonden met een verzoek om ander weer. Hoe besluit God of hij het gebed van de boer gaat verhoren die om regen vraagt of van de vakantieganger die een droge dag vol zonneschijn op zijn verlanglijstje heeft staan?

In het boek van Philipo Yancey over het onderwerp Gebed kwam ik de volgende uitspraak tegen van iemand die twijfelde aan de waarde van al ons bidden. “Als God de loop der gebeurtenissen kan beïnvloeden, dan zie ik een God die bereid is iemands verkoudheid te genezen of die iemand aan een parkeerplaats kan helpen, maar niet bereid was om Auschwitz en Hiroshima te voorkomen, als moreel verwerpelijk. Aangezien Auschwitz en Hiroshima wel degelijk gebeurden, moet ik concluderen dat God niet in staat is (of een regel heeft) om nooit in het wereldgebeuren in te grijpen.”

Gebed (en hoe God daarmee omgaat) blijft een groot mysterie voor mij. We bidden vaak voor iemand die ons dierbaar is en ernstig ziek is. Natuurlijk zeggen we er steeds bij: “Als het uw wil is . . .” of: “Niet onze wil, maar uw wil geschiede . . .” Maar waarom zou het eigenlijk niet Gods wil zijn om iemand beter te maken? OK, ik weet dat God niet de gasovens van Auschwitz maakte, maar dat de nazi’s daarvoor zorgden. En niet God maar een Amerikaanse bommenwerpen gooide de atoombom op Hiroshima. Niet God maakt de mensen ziek, maar de oorzaak ligt bij allerlei natuurlijke processen en milieu-invloeden, en daarbij maken veel mensen ook nog domme keuzes ten aanzien van hun leefstijl. Maar dat geeft nog geen afdoend antwoord op de vraag waarom een almachtige, liefdevolle God niet tussenbeide komt bij al het lijden van de mensen in verleden en heden.

Ik ben tot de conclusie gekomen dat ik zal moeten leven met dit dilemma. In ondanks al mnijn vragen zal ik blijven bidden. Gisteren kreeg ik vie de e-mail een bericht van Uitgeverij J.H. Kok over een nieuw boek. Het betreft de Nederlandse vertaling van een boek van de hand van Anne Lamott, een Amerikaanse schrijfster van een reeks bestsellers. Zij schrijft zowel fiction als non-fiction. Sommige van haar boeken in die laatste categorie gaan over het christelijk geloof. Haar laatste boek gaat over het onderwerp Gebed en heet: Help, Thank, Wow. Ik ben voornemens het binnenkort te bestellen. De titel intrigeert mij en mogelijk levert het boek inspiratie voor een toekomstige preek. Misschien is de titel een goede weergave van hoe we moeten bidden: Contact zoeken met God en zijn hulp vragen (ondanks de problemen waarover ik hierboven sprak); dankbaarheid tonen voor de vele goede dingen die we ervaren; en respect en bewondering tonen voor de wereld om ons heen.

De Deense theoloog/filosoof Søren Kierkegaard schreef deze vaak geciteerde woorden: Niet God wordt door onze gebeden veranderd, maar wij worden erdoor veranderd. Ik ben het met Kierkegaard eens dat het gebed iets met ons doet. Bidden is niet in de eerste plaats het uitspreken van een aantal (vaak heel voorspelbare) woorden, maar vooral een levenshouding—een erkenning dat er meer is dan alleen wijzelf. Iemand (ik ben de naam vergeten) zei het zo: Gebed is een houding van constante metanoia. Dat Griekse woord betekent: berouw, spijt. Het geeft aan dat wij besef hebben van onze tekortkomingen en gebreken. En van onze behoefte aan innerlijke groei—waarvoor wij inspiratie en kracht nodig hebben van Iemand buiten onszelf. Het geeft aan dat we onze plaats kennen. En daarom blijf ik God toch maar vragen om hulp bij allerlei moeilijkheden die ik op mijn pad vind. En daarom blijf ik hem danken voor alle goede dingen in mijn leven en in de wereld om mij heen (ondanks alle nare dingen die er zijn_. Ik daarom neem ik mij voor wat vaker “Wow” te zeggen.