Daily Archives: Juni 6, 2019

Johannes de Heer

Vorige week zag ik een krantenbericht dat het tijdschrift ‘Het Zoeklicht’ deze maand zijn honderdste verjaardag viert. Het blad werd een eeuw geleden opgericht door Johannes (of Johan) de Heer en werd een belangrijke pijler in de evangelisatie-beweging waarin Johan de Heer een belangrijke rol zou spelen.

Johannes de Heer werd geboren in 1866 als zoon van een Rotterdamse smid. Hij wilde echter niet in de voetsporen van zijn vader treden en ging werken in een muziekhandel. In die branche voelde hij zich thuis en in 1898 begon hij een eigen zaak.

De Heer trouwde in 1889 met Catharine Frederika Beindorff.  Twee van hun kinderen stierven respectievelijk op de leeftijd van 9 maanden en 4 jaar. Hun besef van geestelijke armoede leidde ertoe dat zij evangelisatiebijeenkomsten van de zevendedags adventisten gingen bezoeken en zich vervolgens bij de (nog heel kleine) Adventkerk aansloten.

Al snel had Johan de Heer een prominente rol in de kleine adventistengemeente in Rotterdam en werd hij gekozen tot ouderling. Maar zijn lidmaatschap in de Adventkerk was van korte duur. In 1902 brak een conflict uit waarbij Johan een hoofdrol speelde. Het droeve resultaat was dat van de 230 leden die de kerk op dat moment telde ruim driekwart vertrok.

Een kleine kern van leden bleef in grote verwarring achter. Maar de ster van Johan de Heer zou snel rijzen, nu zijn banden met de Adventkerk waren verbroken. Een groot deel van zijn blijvende bekendheid en populariteit dankt hij aan zijn liederenverzameling waaraan hij in 1904 begon te werken.  De ‘Zangbundel van Johan de Heer’ is nog steeds een belangrijke bron van liederen voor veel evangelische gemeenten en voor “Nederland Zingt!’ Ook in het adventistische liedboek zijn verschillende liederen van zijn hand opgenomen. Zijn levenslange nadruk op de wederkomst van Christus verraadt nog duidelijk zijn adventistische wortels.

Ik heb mij vaak afgevraagd hoe het komt dat wij als Adventkerk vaak heel creatieve en inspirerende leiders zijn kwijtgeraakt. Johan de Heer is daar een voorbeeld van, maar ik denk ook aan leiders als dr. John Harvey Kellogg en de Duitse Louis R. Conradi. Er waren zeker theologische strubbelingen. Johan de Heer had erg veel moeite met de rol van Ellen White en kon zich niet vinden in de adventistische leer van het hemels heiligdom. (Later zette hij zich ook sterk af tegen de sabbat). Kellogg kreeg het met de kerk aan de stok toen hij een boek publiceerde waarin men pantheïstische ideeën meende te ontwaren. Ook Conradi had twijfels ten aanzien van sommige leerpunten en bevond zich bepaald niet op dezelfde golflengte als Ellen White.

Maar het waren, volgens mij, niet in de eerste plaats de theologische bezwaren die deze (en helaas heel wat andere) leiders ertoe brachten de kerk te verlaten. Ik denk eerder dat het probleem was dat zij ‘te groot’ waren voor het kleine kerkje van hun dagen. Johannes de Heer was een talentvol man die ruimte nodig had om zich in vrijheid te kunnen ontplooien. Kellogg was te groot geworden voor de kerkelijke structuur van zijn dagen. Hij had in zijn gezondheidsinstelling meer mensen in dienst dan de kerk als zodanig! Conradi was een bezielend leider die in de op Amerika georiënteerde Adventkerk niet de ruimte gegund werd om de kerk in Europa ook tot een Europese kerk te maken.

Creatieve mensen de ruimte geven heeft risico’s. Dat valt niet te ontkennen. Maar door hen af te remmen is de kans groot dat we hen kwijtraken. Dat is nog steeds het geval. Vaak worden dan theologische argumenten genoemd als reden voor hun vertrek. Maar de werkelijke oorzaak ligt volgens mij dieper en is vooral frustratie vanwege het feit dat zij geremd worden in het uitwerken en uitvoeren van hun vaak visionaire plannen. Wat zou een man als Johan de Heer voor het Nederlandse adventisme hebben kunnen betekenen als hij bij ons zou zijn gebleven? Dat is een vraag die ik me vaak stel als ik een van zijn liederen zing.