Daily Archives: Augustus 22, 2019

Waarom een vergadering in 1919 zo belangrijk was

Dr. Michael Campbell heeft met het schrijven zijn nieuwste boek de Adventkerk een grote dienst bewezen. Dde titel luidt: 1919—The Untold Story of Adventism’s Struggle with Fundamentalism (Pacific Press Publ. Ass., 2019). Campell, die onlangs terugkeerde uit de zending in de Filippijnen om deel te gaan uitmaken van de theologische staf van Southwestern Adventist University in Keene, Texas (USA), heeft met dit boek een belangrijke leemte opgevuld in onze kennis van de langdurige vrijage tussen het adventisme en het fundamentalisme. Dit boek laat zien dat deze intieme relatie niet altijd dezelfde intensiteit had en onderzoekt waarom, en op welke manier, veel adventistische theologen, kerkleiders en ‘gewone’ kerkleden zich tot de belangrijkste aspecten van de fundamentalistische beweging aangetrokken voelden.

Een van de cruciale gebeurtenissen die een grote impact hadden op de adventistische visie op inspiratie, was een bijbelconferentie die in 1919 plaatsvond. Maar hoe belangrijk deze bijeenkomst ook was, hij was spoedig grotendeels vergeten en de verslagen van de vergaderingen (die zes weken duurden) verdwenen—hetzij per ongeluk of met opzet—en bleven zoek totdat zij in 1974 in de archieven van de Generale Conferentie werden teruggevonden. De inhoud ervan raakte pas in bredere kringen bekend toen dr. Molleurus Couperus delen ervan publiceerde in Spectrum in mei 1979. [Ik ontmoette deze dr Couperus een aantal keren toen hij op bezoek kwam bij zijn bejaarde moeder, in een bejaardenhuis in Heerenveen. Ik begon mijn kerkelijke loopbaan in die Noordelijke contreien. Dr. Couperus was van Nederlandse oorsprong, Bij mij bezoeken aan zijn moeder—een heel aardige en slimme dame–speelde ik soms een spelletje schaak met haar.)

De delen van de verslagen van de conferentie van 1919 die in Spectrum werden gepubliceerd gingen vooral over de inspiratie van Ellen White. Zij was enkele jaren daarvoor gestorven en de kerkelijker leiders en theologiedocenten moesten de aard van de inspiratie van de profeet in kaart brengen en tot overeenstemming komen over de blijvende rol van haar geschriften. Ik herinner me nog heel duidelijk hoe ik, toen ik het Spectrum artikel in 1979 las, getroffen was door de ‘moderne’ vragen die de deelnemers aan de bijbelconferentie van 1919 stelden. Sommigen van hen hielden vol dat de ‘fundamentalisten’ het gelijk aan hun kant hadden bij het verdedigen van ‘verbale’ inspiratie, met foutloosheid en onfeilbaarheid als specifieke kenmerken. Anderen (onder wie enkele van de belangrijkste leiders) verwierpen deze conservatieve inspiratie-opvatting. In de discussie over het werk van Ellen White onderstreepten zij dat mevr. White zelf nooit had beweerd dat zij nooit fouten maakte bij historische feiten en theologische standpunten en dat zij er ook nooit een geheim van had gemaakt dat zij gebruik maakte van veel andere bronnen. Degenen die een realistische visie op Ellen White en haar werk verdedigden, wezen er ook op dat veel kerkleden nogal fundamentalistisch waren en erg geschokt zouden zijn als zij ‘de waarheid’ zouden horen. Hoewel sommigen—onder wie de voorzitter van de Generale Conferentie, A.G. Daniels—benadrukten dat de leden van de kerk geïnformeerd moest worden, gebeurde dat nauwelijks via de officiële kerkelijke kanalen. Het is dan ook veelzeggend dat het in 1979 een onafhankelijk adventistisch tijdschrift was waarin delen van de verslagen van de conferentie van 1919 werden gepubliceerd.

In recente jaren is de kerk meer open geweest dan voorheen bij het erkennen van een aantal van de ‘hete aardappelen’ ten aanzien van de persoon en het werk van Ellen White. Ik geloof niet dat Ronald Numbers nu zou worden ontslagen vanwege het publiceren van zijn boek Prophetess of Health, waarin hij liet zien hoe Ellen White veel van haar gezondheidsprincipes ontleende aan de ideeën van andere gezondheidshervormers. Maar nog steeds komt nieuwe informatie over het leven en werk van Ellen White bijna altijd via niet-kerkelijke kanalen. En nog meer dan rond 1919 is het nu van groot belang dat de leden van de kerk te weten komen wat er zoal ontdekt is. Dat zal geen afbreuk doen aan het besef van de enorme bijdrage van Ellen White aan de Adventkerk. Maar het zal wel een streep halen door allerlei mythen die al veel te lang zijn blijven voortleven. Deze mythen hebben het misplaatste geloof in de onfeilbaarheid van Ellen White van velen te lang versterkt, en hebben (helaas) ook velen ertoe gebracht dat ze haar volledige de rug hebben toegekeerd. Alleen volledige openheid kan ervoor zorgen dat wij haar boeken zo lezen en interpreteren dat ze ons geloof opbouwen en dat wij haar rol in het adventisme van vroeger en nu blijven waarderen.