Daily Archives: Oktober 30, 2019

Te weinig gemeentepredikanten, te veel predikanten in andere functies

Een van de belangrijke agendapunten voor de jaarvergaderingen van 2019 van het Generale Conferentiebestuur was het rapport van de directeur van het Bureau van de Archieven en de Statistieken van de Adventkerk. Dr. David Trim, de huidige directeur, bracht een rapport dat veel stof tot nadenken geeft. Ik noem hieronder een paar belangwekkende cijfers.

Per 30 juni 2019 heeft de Kerk van de Zevendedags Adventisten officieel 21,3 miljoen leden.
Tussen medio 2018 en medio 2019 traden bijna 1,4 miljoen leden toe tot de kerk, maar in die zelfde periode werden ruim 600.000 namen uit de registers verwijderd.

Een interessant gegeven is het aantal gemeenten per ingezegende predikant. In de Trans-Europese Divisie (waartoe de Nederlandse Adventkerk behoort) is dat getal 4,34. In de andere Europese divisie ligt dat getal iets hoger en zorgt elke predikant gemiddeld voor 5,28 gemeenten. In de meeste divisies buiten de westerse wereld ligt die verhouding heel anders en heeft een predikant gemiddeld veel meer gemeenten onder zijn hoede. In het zuidelijk deel van Afrika is het aantal gemeenten per predikant bijna dertig!

In de Trans-Europese Divisie is elke predikant gemiddeld verantwoordelijk voor 160 leden. In Nederland heeft een predikant gemiddeld ongeveer 300 leden onder zijn/haar hoede. Als daarbij de predikanten die werkzaam zijn in het unieapparaat buiten beschouwing worden geleden is dat aantal bijna 400.

Maar misschien is het interessantste (en meest verontrustende) cijfer de getalsverhouding tussen predikanten die in de lokale gemeenten werken en de predikanten die een administratieve functie hebben. Gerekend over de gehele Trans-Europese Divisie is er 0.9 predikant in het administratieve apparaat voor elke predikant die gemeentewerk doet. Ik ben blij dat ik kan melden dat de situatie in de Nederlandse Unie aanzienlijk beter is en de verhouding ongeveer een op drie is!

Dit getal verontrust des te meer als we van dr. Trim horen dat sinds 1988 het aantal predikanten met een bureaufunctie wereldwijd met 300 percent is toegenomen, terwijl het aantal predikanten aan de basis slechts met 85 percent is gegroeid.

Wat is het feitelijke probleem? Het lijkt er op dat we teveel personen met een bureaufunctie hebben en te weinig predikanten ‘in het veld.’ Maar laat ik een paar dingen zeggen over die toename van het administratieve apparaat. We moeten er in alle eerlijkheid wel rekening mee houden dat in sommige delen van de wereld de kerk explosief is gegroeid en dat dit noodzakelijkerwijs heeft geleid tot het vormen van nieuwe administratieve eenheden (unies, conferenties en instituten) waar predikanten werkzaam zijn. En we moeten ook wel erkennen dat heel veel processen in de kerk in de loop der jaren veel ingewikkelder zijn geworden en daardoor (ondanks alle computers) meer menskracht vergen.

Maar tegelijkertijd valt het niet te ontkennen dat, als de kerk gedwongen is om te bezuinigen, de administratieve leiding van de kerk zelden allereerst in de eigen budgetten snijdt, en dat, als men dat wel doet, na betrekkelijk korte tijd het aantal stafleden weer op het oude niveau terug is.

Van veel kanten is herhaaldelijk gesuggereerd dat de kerk toe is aan een grondige reorganisatie. Hebben we echt een Generale Conferentie en dertien divisies nodig met de huidige omvang en structuur? En zouden we wellicht een van de bestuurslagen kunnen missen (unies of conferenties)?

Een deel van deze problematiek is dat voor veel predikanten het werk in het administratieve apparaat aantrekkelijk is. Een aandeel hebben in het besturen van de kerk kan veel hoofdbrekens opleveren, maar toch vaak niet zo veel als het werken aan de basis. In veel delen van de wereld geeft een baan in het administratieve apparaat niet alleen status, maar zijn er ook financiële voordelen en is er het voorrecht om te reizen. (Ik moet in alle eerlijkheid wel bekennen dat ik mijn rol in de kerkelijke leiding meestal als heel plezierig heb ervaren!)

Maar zou het onderliggende probleem niet allereerst zijn dat we teveel mensen in het administratieve apparaat hebben, maar eerder dat te weinig mensen zich geroepen voelen voor het werk van predikant in plaatselijke gemeenten? Op veel plaatsen is de wereld zijn er tal van predikanten die niet echt gelukkig zijn in hun rol. Vaak krijgen zij niet het soort waardering dat hun collega’s in het verleden kregen. Het werken in een steeds verder gepolariseerde omgeving—in de kerk in het algemeen en ook in de plaatselijke gemeenten—brengt veel stress met zich mee. In veel delen van de wereld laat de financiële beloning van de predikanten veel te wensen over. Daarnaast hebben veel predikanten er moeite mee dat zij altijd op hun hoede moeten zijn. Als zij laten blijken dat zelf ook met vragen worstelen of op bepaalde punten gedachten hebben die iets afwijken van de officiële leer kunnen zij verwachten dat ze heftige reacties ontvangen van sommige kerkleden en soms ook van kerkleiders. En natuurlijk heeft het steeds maar voortdurende debat over de gelijke rechten voor vrouwelijke predikanten catastrofale gevolgen gehad. Het heeft heel veel mannen en vrouwen ervan weerhouden voor een loopbaan in de kerk te kiezen. Het moet dan ook een prioriteit zijn te bevorderen dat predikant-worden weer een aantrekkelijke optie wordt voor jonge vrouwen en mannen.

Zal het Generale Conferentie-congres van de kerk in 2020 een keerpunt zijn? Zal het congres de kerk het soort leiders geven die begrijpen dat God elke vorm van discriminatie tussen mannen en vrouwen afkeurt en hen, zonder enig onderscheid te maken, roept tot zijn dienst? En als ik een suggestie mag doen aan de nieuwe leiders bij het formuleren van hun projecten en doelstellingen voor de komende vijf jaar: Ga voor een reductie van ten minste tien procent in het aantal predikanten in administratieve functies en voor een groei van het aantal predikanten in de gemeenten van ten minste twintig procent—-waarvan minstens de helft vrouwen!

Ik blijf dromen en hopen.