Yearly Archives: 2020

Regels en boetes

Terwijl er in veel landen van regeringswege allerlei initiatieven worden ondernomen om een halt toe te roepen aan de wildgroei van voorschriften en regels in het bedrijfsleven, hebben wij in deze Corona-tijd te maken met een veelheid aan (steeds weer veranderende) regels die het gevolg zijn van de huidige pandemie.

Maandag j.l. reed ik vanuit Denemarken door Duitsland weer terug naar Nederland en moest ik in de Duitse wegrestaurants meteen een mondkapje voordoen en een formulier met mijn persoonlijke gegevens invullen. Bij ons kerkbezoek in Denemarken golden strikte Coronaregels. Handen schudden—laat staan intiemere begroetingen—van vrienden was niet toegestaan. Dat zal ook zo zijn als ik morgen in de Adventgemeente Amersfoort voorga. Maar daar zal niet worden gezongen door de gemeente, terwijl men dat in Denemarken wel mocht (zelfs een lied met niet minder dan tien coupletten!).

Ik heb tot dusverre nog geen Corona-boete gekregen. Maar vanmorgen viel wel een envelop in onze brievenbus van de Landkreis Ammerland (in de omgeving van Bremen). Een brief van vier kantjes met ingewikkelde ambtelijke taal maakte me duidelijk dat ik dertig euro moet betalen omdat ik ergens 97 km reed op een stuk weg waar de maximumsnelheid overging van 100 naar 80 km. Ik zal het netjes betalen, hoewel ik niet het gevoel heb dat ik door mijn onopmerkzaamheid iemand in gevaar heb gebracht. Het voelt vreemd aan om in een land, waar je op veel autowegen net zo hard mag rijden als je zelf wilt, wordt beboet als ergens je snelheid niet onmiddellijk tot 80 km hebt aangepast.

Regels en boetes kregen in Nederland de afgelopen weken ruim aandacht, waarbij twee gevallen er vooral uitsprongen. Geert Wilders, de leider van een van de twee Nederlandse populistische partijen (die gelukkig nog steeds een beperkte minderheid vormen in ons politieke bestel), maakte zes jaar geleden tijdens een politieke bijeenkomst opruiende en discriminerende opmerkingen over Marokkaanse immigranten. Hij werd daarvoor aangeklaagd en werd nu uiteindelijk in hoger beroep schuldig bevonden aan groepsbelediging, maar kreeg geen straf opgelegd. Dat lijkt mij een goede uitkomst van deze lang-slepende zaak. Het moet duidelijk zijn dat discriminatie niet wordt getolereerd. Maar strafoplegging zou van Wilders een martelaar maken en dat speelt hem alleen maar in de kaart

Een andere bekende Nederlander, namelijk Ferdinand Grapperhaus (onze minister van justitie), werd er door een fotograaf op betrapt dat tijdens zijn recente huwelijksvoltrekking niet steeds de anderhalve-meter-afstand regel was gevolgd. Het leidde, zoals te voorzien was, tot een politieke rel. Uitgerekend de man die de eindverantwoordelijkheid heeft voor het controleren van het naleven van de Coronaregels en voor het beboeten van overtreders, stond toe dat er een groepsfoto van de bruiloftsgangers wordt gemaakt, zonder de vereiste “social distance.” Boevendien liet hij zich ertoe verleiden zijn kersverse schoonmoeder te kussen. Het deed me deugd dat er voldoende begrip was voor deze Corona-missers en dat dit voorval niet tot een voortijdig einde van Grapperhaus’ ministerschap leidde.

Het blijft—zoals deze illustraties bevestigen—lastig om steeds de goede keuze te maken bij het al dan niet opleggen van straf. Helaas is het soms nodig dat mensen worden gestraft. Maar vaak kan ook mildheid de boventoon voeren, en hoeft duidelijke afkeuring niet meteen te worden gevolgd door strafoplegging.

PS. Jammer dat de Landrat van het Strassenverkehrsambt in de Duitse regio Ammerland deze blog hoogstwaarschijnlijk niet zal lezen en dus niet zal overwegen mijn straf om te zetten in een waarschuwing.

PS 2 – kort nadat ik deze blog schreef en on-line zette werd bekend gemaakt dat Grapperhaus alsnog (onder druk van de publieke opinie!) een boete van 390 euro heeft gekregen.

Het verleden van het adventisme: niet alles was even mooi

Het stond al een tijdje op mijn lijstje van te lezen boeken, maar ander leeswerk in verband met een lopend schrijfproject had prioriteit. Toen ik vorige week nadacht over welke boeken ik zou inpakken voor onze korte vakantie in Denemarken, besloot ik dat de 733-pagina’s tellende biografie van J.N. Andrews door Gilbert Valentine er één van zou zijn. Ik ben heel erg geïnteresseerd in de geschiedenis van onze kerk en van de Amerikaanse context waarin de Adventbeweging is ontstaan. En ik bewonder Valentine als een knap historicus. Ik vond zijn boek over W.W. Prescott heel erg de moeite waard, maar ik heb vooral genoten van The Prophet and the Presidents en van zijn onlangs heruitgegeven relaas over de gang van zaken rond de literaire erfenis van Ellen G. White. Valentine is een nauwgezette onderzoeker die een verhaal vertelt zoals het is, met alle goede dingen en ook de minder goede dingen die hij tegenkomt.

Terwijl ik de blog van deze week schrijf, heb ik de Andrews-biografie bijna uit, en ik ben in mijn hoge verwachtingen zeker niet teleurgesteld. Het is een fascinerend boek, en hoewel ik denk dat ik tamelijk goed op de hoogte ben van de geschiedenis van het adventisme, kwam ik in elk hoofdstuk dingen tegen die totaal nieuw voor mij waren. Het boek geeft een gedetailleerde beschrijving van Andrews’ leven – van zijn persoonlijkheid, zijn achtergrond, zijn familierelaties en zijn carrière als predikant, auteur, wetenschapper en missionaris. Maar de toegevoegde waarde ervan is vooral dat het een schat aan achtergrondinformatie geeft over het begin van de Adventgeschiedenis en over de manier waarop de leiders van de kerk – in het bijzonder James en Ellen White, Joseph Bates en Uriah Smith- met elkaar omgingen.

Het blijft een fascinerend en inspirerend verhaal hoe in een paar decennia een kleine onsamenhangende, totaal ontmoedigde groep mensen uitgroeide tot een georganiseerde kerkelijke beweging, met enkele honderden gemeentes verspreid over het noordoosten van de Verenigde Staten (en gaandeweg nog verder). Het is een verhaal dat miljoenen mensen over de hele wereld in hun overtuiging heeft gesterkt dat hun kerk niet zomaar een religieuze organisatie is, maar dat deze een beweging is die door God is geroepen voor een speciale zendingsopdracht in de eindtijd. Valentine vertelt dit verhaal van geloof, toewijding, persoonlijke opoffering, en van gestage groei tegen alle verwachtingen in. Maar hij vertelt ook een ander verhaal dat eveneens gehoord moet worden. De “pioniers” waren geen heiligen die altijd in totale harmonie opereerden en de leerstellige ontwikkeling verliep niet zo soepel als vaak wordt gesuggereerd. Fanatisme en extremisme staken dikwijls hun lelijke kop op. Controverses over organisatorische en andere praktische zaken konden behoorlijk uit de hand lopen. De verhouding tussen de leiders van de ontluikende beweging werd vaak ontsierd door jaloezie, misverstanden en achterdocht. De vraag of de visioenen van Ellen White van goddelijke oorsprong waren bleef voor veel adventisten in de begintijd van de beweging een hete aardappel.

Waarom is het belangrijk dat zowel de positieve als de negatieve elementen van de geschiedenis van onze kerk zorgvuldig worden opgetekend? Het antwoord op die vraag is dat een evenwichtige kijk op onze geschiedenis ons helpt om op een gezonde manier om te gaan met de uitdagingen van het heden. Een grote groep adventisten denkt dat het verleden van onze kerk ons laat zien hoe we met de problemen en ontwikkelingen van het heden moeten omgaan. Wat we geloven en hoe we ons kerk-zijn inrichten moet in alles het voorbeeld van de pioniers weerspiegelen. Dit is wat de verdedigers van het “historische adventisme” geloven. Zij beweren dat we alleen de goede koers kunnen vasthouden als we trouw blijven aan wat de stichters van onze beweging ons hebben nagelaten! Deze manier van denken is gebaseerd op een uiterst geromantiseerde kijk op het verleden, alsof onze kerk van de eerste halve eeuw van haar bestaan een periode van onvervalste broeder- en zusterliefde was, toen allen verenigd waren in hun zoektocht naar de waarheid en zich door de Geest lieten leiden in al hun praktische beslissingen. De realiteit is dat het verleden van het adventisme een mengeling is van veel inspirerende dingen en van veel elementen die maar al te duidelijk de menselijke zwakheden van de leiders en hun volgelingen lieten zien.

Het verleden kan ons inspireren, maar geeft ons ook waarschuwingen en biedt case studies van wat beslist vermeden moet worden. Bovendien verschilt de context waarin het vroege adventisme zich ontwikkelde zo sterk van onze wereld van de eenentwintigste eeuw, dat wat onze vroege leiders zeiden en deden ons geen richting kan geven bij alle huidige uitdagingen. Het “historisch adventisme”, met zijn eenzijdige kijk op het verleden, kan niet ons kompas zijn voor het heden en voor de toekomst. Degenen die dat denken zouden beslist Valentine’s biografie van J.N. Andrews moeten lezen. Maar alle anderen zullen ook heel veel baat hebben bij het lezen van dit boeiende boek.

Digitale “vrijsteden”

Numeri hoofdstuk 35 informeert ons over een interessant aspect van het leven in het oude Israël. God droeg Mozes op om zes “vrijsteden” te stichten, drie aan elke kant van de Jordaan. Een moordenaar liep groot gevaar het slachtoffer van wraak te worden. Maar in deze zes steden konden mensen die per ongeluk iemand hadden gedood, asiel vinden en veilig zijn totdat hun zaak voor de rechter zou komen.

Het instituut van de “vrijstad” heeft andere asielmodellen geïnspireerd. Veel landen hebben de traditie dat een huis van aanbidding kan dienen als “vrijstad,” waar de politiemensen niet naar binnen gaat of, in ieder geval, heel terughoudend optreedt. Daarom hebben immigranten zonder papieren soms asiel gezocht en gekregen in een kerkgebouw. Toen de vluchtelingencrisis op zijn hoogtepunt was, organiseerden sommige Nederlandse kerken permanente erediensten, zodat vluchtelingen die in de kerk asiel hadden gevonden, relatief veilig zouden zijn. De politie zou er immers niet snel toe overgaan om iemand te arresteren tijdens een kerkdienst!

Toen ik nadacht over de mogelijke gevolgen van de Corona-crisis voor de kerk – en voor de Adventkerk in het bijzonder – kwam de gedachte bij mij op dat we op dit moment een soort “vrijstad”-model zien ontstaan. Ik heb het over het groeiende aantal digitale sabbatscholen, waar het programma heel anders is dan dat van de “traditionele” sabbatschool en die vooral “bezocht” worden door kerkleden die zichzelf als “progressief” beschouwen. Ik krijg nu regelmatig informatie over de internet-links waar ik deze “progressieve” sabbatscholen kan vinden – in de Verenigde Staten, maar ook in andere delen van de westerse wereld. Ik ben uitgenodigd om een aantal van deze digitale diensten te bezoeken en heb actief deelgenomen, door middel van presentaties, in drie ervan. En er is verdere active deelname gepland zijn voor de komende maanden. In geen van deze sabbatscholen heb ik de klassieke sabbatschoolboekjes gezien. De leiders van deze digitale groepen, die soms meer dan honderd deelnemers hebben, beslissen over de onderwerpen die worden besproken en zoeken dan mensen die bereid, en in staat, zijn om zo’n onderwerp met een korte uiteenzetting te introduceren.

Voordat de pandemie uitbrak, waren veel van de deelnemers lid van niet-traditionele sabbatschoolklassen, die je kon vinden in verschillende van onze grotere kerken, vooral in de buurt van adventistische instellingen. Maar in deze Corona-tijd blijkt dat deze “alternatieve” digitale groepen ook anderen aantrekken, die zich thuis voelen in een omgeving waar dingen die er echt toe doen, en onderwerpen die gewoonlijk vaak worden vermeden, kunnen worden besproken. De presentatoren hebben vaak een wat liberale achtergrond. In een open sfeer kunnen traditionele standpunten onder de loep worden genomen en kunnen existentiële vragen worden uitgediept langs onorthodoxe paden. Aangezien er de laatste tijd weinig of geen fysieke kerkdiensten zijn, duren deze sabbatschool-sessies meestal veel langer dan de “normale” periode van een uur. In een van deze sabbatscholen, waaraan ik onlangs heb deelgenomen, zei een van de “leden”, toen hem gevraagd werd naar wat hij vond van een terugkeer naar “normale” kerkdiensten: “Eigenlijk is dit mijn kerk geworden.”

Zou het kunnen dat, nu de Corona-crisis aan het afnemen is, er mensen zijn die graag willen dat deze digitale sabbatscholen doorgaan, en kerklid willen zijn in deze digitale omgeving. Zou het kunnen dat er nogal wat mensen zijn die deze digitale sabbatscholen als “vrijsteden” zijn gaan ervaren? Ze hebben zich vaak niet “veilig” gevoeld in de traditionele gemeente waar ze lid zijn, en waar ze hebben ervaren dat hun vragen niet welkom waren. Ze hebben vaak geconcludeerd dat de dingen die in de traditionele sabbatscholen in hun lokale kerk worden besproken en wat ze in preken hebben gehoord, weinig of niets te maken hebben met hun dagelijks leven. De Corona-crisis heeft het mogelijk gemaakt om te ontsnappen aan een benauwde vorm van adventisme, en ze hebben een veilige haven gevonden in een van deze “progressieve” sabbatscholen. Zal dit fenomeen zich wellicht verder verspreiden? Misschien moeten de kerkbestuurders blij zijn dat er plaatsen zijn waar leden, die anders vroeg of laat alle banden met het adventisme zouden verbreken, samen kunnen zijn met gelijkgestemden en dat zij die bijeenkomsten tot hun kerk kunnen maken? (In Nederland zijn al meer dan een decennium twee “vrijstenden”—de “Ark” en de “Herberg”–actief, waar adventisten samenkomen, die merendeels aan de “rand” van de kerk staan, en dit nu als hun kerk beschouwen. Zij opereren met instemming van de Nederlandse kerkelijke leiding.)

Is dit een goede ontwikkeling? Het is zeker niet de ideale situatie. Het fundamentele idee van kerk zijn is dat we allemaal samen kunnen komen en samen kunnen aanbidden, ongeacht onze achtergrond en wie of wat we zijn. De kerk moet, vanuit haar wezen, volledig inclusief zijn. Het moet een plaats zijn waar mensen op verschillende manieren en in hun eigen tempo geestelijk gevoed worden en kunnen groeien. Het moet een plaats van liefde zijn, en ware liefde wordt gekenmerkt door geduld, respect en tolerantie, ook als ideeën en gewoonten behoorlijk veel verschillen.

Dat is het ideaal. Maar helaas wordt onze tijd gekenmerkt door een polarisatie zoals we die nog nooit eerder hebben gezien. Dit is wat we zien in de samenleving, en misschien wel nog nooit zo erg als momenteel in de verkiezingstijd in de Amerikaanse politiek. De verschillen tussen de aanhangers van de twee partijen zijn zo scherp en veroorzaken zoveel haat en geweld, dat een constructieve discussie vrijwel onmogelijk is geworden. We moeten vrezen dat er op te veel plaatsen in de Adventkerk iets dergelijks gebeurt. Er is een steeds groter wordende kloof tussen de verschillende segmenten van de kerk. Aan de ene kant zien we een vastberadenheid om in het verleden te blijven hangen. Populaire (en populistische) sprekers overspoelen de kerk met hun samenzweringsretoriek en hun sensationele dvd’s. Velen vinden dat dit de “good old religion” is die we moeten beschermen. Maar aan de andere kant zien we degenen die nieuwe wegen willen vinden om hun adventisme te beleven en uit te dragen, en die hun adventistische erfenis willen verbinden met de wereld van de eenentwintigste eeuw waarin ze leven. De tragische realiteit is dat de communicatie tussen deze twee “partijen” in de kerk vrijwel onmogelijk is geworden. Met als gevolg dat veel “progressieven” (bij gebrek aan een betere woord) op veel plaatsen de kerk hebben verlaten. Het kan in onze huidige omstandigheden heel nuttig zijn dat er een aantal digitale of fysieke vrijsteden zijn en blijven, waar die mensen, die het gevoel hebben dat de traditionele lokale kerk hen niet genoeg ademruimte biedt, geestelijke veiligheid kunnen ervaren, totdat de polarisatie vermindert, en we het soort inclusieve kerk zijn geworden zoals Christus het bedoeld heeft.

Leeftijd

Het is vrijdagmorgen in Nederland. Enkele uren geleden is in de Verenigde Staten President Donald Trump officieel gekozen als kandidaat voor de Republikeinse partij in de presidentsverkiezingen die op 3 november gaan plaatsvinden. Hij zal het, samen met Mike Pence, als kandidaat voor het vice-presidentschap, gaan opnemen tegen de Democratische Joe Biden, die Kamala Harris als “running mate” heeft gekozen. Het wordt buitengewoon spannend. Ik zal de strijd in de komende weken op de voet blijven volgen en zie nu al uit naar het eerste debat tussen Trump en Biden op 29 September a.s.

Een element dat in deze verkiezingsrace een belangrijke speelt is leeftijd. Steeds weer wordt er door de Republikeinen op gehamerd dat Biden veel te oud is om het presidentschap nog goed te kunnen vervullen. Hij is nu 77 jaar en hij zal (als hij wint) 78 jaar zijn als hij zijn termijn als president van de VS begint. Daarmee hebben de republikeinen natuurlijk wel een punt. Maar dan moeten zij eerlijkheidshalve wel erkennen dat hun Donald ook zijn jeugd ver achter zich heeft gelaten. Hij werd op 14 juni 1946 geboren en is nu dus 74 jaar. Mocht hij winnen, dan bereikt hij tegen het einde van zijn tweede termijn ook de leeftijd van 78 jaar!

In de Verenigde Staten wordt tegen leeftijd anders aangekeken dan in ons land. Wij hebben een pensioengerechtigde leeftijd (momenteel 66 jaar en 4 maanden) en vinden het normaal als mensen dan met pensioen gaan of verplicht worden om hun baan te verlaten. In de Verenigde Staten wordt het moment waarop mensen stoppen met werken veel meer overgelaten aan hun eigen keuze. Je ziet dan ook veel mensen doorwerken tot ver in de zeventig, of zelfs nog aanzienlijk langer. (Helaas kunnen in “het rijke Amerika” veel mensen het zich trouwens ook niet permitteren om op te houden met werken.)

Ik kan niet ontkennen dat ik ook na mijn 65e best nog een tijdje had willen doorwerken en daartoe (denk ik) mentaal en fysiek ook wel in staat was. Wat flexibeler omgaan met het moment waarop mensen stoppen met werken dan wij in Nederland doen, zou ik dan ook toejuichen. Dat neemt niet weg dat je je wel moet afvragen of mensen van 78 jaar nog wel een ontzettend zware baan zouden moeten ambiëren. Je zou zeggen dat er tussen 328 miljoen Amerikanen wel enkele geschikte jongere leiders te vinden moeten zijn. Overigens moeten we dat aspect ook in de gaten houden als we in 2021 weer nieuwe leiders kiezen voor de wereldwijde Adventkerk. De huidige voorzitter, Ted N.C. Wilson zal 71 zijn als de komende kerkelijke verkiezingen plaatsvinden en hopelijk zal dan ook de vraag aan de orde komen (naast een reeks andere overwegingen, hoop ik) of het verstandig is iemand van boven de 70 te herkiezen als de belangrijkste leider van de kerk.

Er was de afgelopen week in de Nederlandse media een andere leeftijdskwestie aan de orde. Nu de Coronacrisis aanhoudt en gevreesd wordt dat zich een tweede golf van besmettingen zal voordoen, wordt door sommigen geopperd dat de ouderen wellicht in een soort langdurige lichte quarantaine zouden kunnen gaan. Zij behoren immers tot de meest kwetsbaren in de samenleving, zo luidt het argument. Jonge mensen moeten oppassen dat zij opa en oma niet besmetten. Als nu de ouderen zich wat uit het maatschappelijk leven terugtrekken, kunnen jongeren zich vrijer bewegen. Dat moeten de ouderen toch wel voor de jongeren kunnen opbrengen.

Ik kan me er boos over maken dat ouderen voortdurend als “kwetsbare” mensen worden getypeerd. Dat er zoveel sterfte was in verpleeghuizen was vooral te wijten aan hoe men in eerste instantie met het Corona-gevaar omging. Bovendien zijn er heel veel ouderen die vitaal zijn en veel minder kwetsbaar zijn dan talloze anderen in andere leeftijdscategorieën. Maar het grootste bezwaar is dat we alles moeten doen om een tweedeling in de samenleving tussen oud en jong te voorkomen. Een gezonde samenleving bestaat uit mensen van alle leeftijden. Ook in het bestuur van een land of van een organisatie (en van een kerk) moet er een balans zijn tussen mensen van diverse leeftijden.

Of het verstandig is om iemand van 78 op de hoogste post te zetten is een redelijke vraag. Maar in sommige gevallen kun je misschien beter iemand van 78 hebben dan van 74.

Mijn boeken – en hoe je ze kunt bestellen

Ik houd van schrijven. Maar van schrijvers wordt tegenwoordig steeds meer verwacht dat zij meehelpen met de marketing van hun boeken. Ik krijg regelmatig vragen van mensen in Nederland en ver daarbuiten welke boeken die ik schreef nog steeds verkrijgbaar zijn en waar ze kunnen worden besteld.
Hieronder volgt een lijstje met de meest recente boeken in het Nederlands en in het Engels, met bestelinformatie (Cursief).

.
NEDERLANDS

Ik Heb een toekomst: Over Dood, Opstanding en Eeuwig Leven
Kerk van de Zevende-dags Adventisten, 2019
Service Center van de Adventkerk: https://www.servicecentrum-adventist.nl

Christelijk Denken en Doen: Hoe Geloof je Leven Richting Geeft
Uitgeverij Boekscout en Uitgeverij Boekencentrum, 2019
Bol.com
Boekscout: https://www.boekscout.nl/shop2/
Ook via de boekwinkel te bestellen

Gaan of Blijven: Een Boek voor Adventisten aan de Zijlijn
Flanko Press, UK, 2016
Amazon.com / Amazon.uk / amazon.nl
Bol.com

Bijbels Dagboek: 366 Ontmoetingen met God en met Mensen zoals wij
Kerk van de Zevende-dags Adventisten, 2015
Service Center van de Adventkerk: https://www.servicecentrum-adventist.nl

Bijbels Dagboek: Een Kwestie van Kiezen
Kerk van de Zevende-dags Adventisten, 2012
Service Center van de Adventkerk: https://www.servicecentrum-adventist.nl

Geloofswoorden
Kerk van de Zevende-dags Adventisten, 2009
Service Center van de Adventkerk: https://www.servicecentrum-adventist.nl

Het Avontuur van je Leven: Op Zoek naar God en Jezelf
Kerk van de Zevende-dags Adventisten, 2006
Service Center van de Adventkerk: https://www.servicecentrum-adventist.nl

ENGELS

I have a future: Christ’s Resurrection and Mine
Stanborough Press, 2019
In USA: Adventist Book Center
In Europe: https://lifesourcebookshop.co.uk

Face-to-Face with 365 People from Bible Times
Autumn House Publications Europe, 2018
In USA: Adventist Book Center
In Europe: https://lifesourcebookshop.co.uk

In All Humility: Saying “No” to Last Generation Theology
Oak and Acorn, 2018
Amazon.com / Amazon.uk / amazon.nl

Facing doubt: A Book for Adventist Believers ‘on the Margins’
Flanko Press, UK, 2016
Amazon.com / Amazon.uk / amazon.nl

It’s Time to Stop Rehearsing What We Believe and start Looking at What Difference It Makes
(reprint)
Pacific Press Publishing Association. 2014
In USA: Adventist Book Center / Amazon
In Europe: https://lifesourcebookshop.co.uk
/Amazon

The Body of Christ: A Biblical Understanding of the Church
Review and Herald Publishing Association, 2009
In USA: Adventist Book Center / Amazon
In Europe: https://lifesourcebookshop.co.uk / Amazon

Key Words of the Christian Faith
Review and Herald Publishing Association, 2008
In USA: Adventist Book Center / Amazon
In Europe: https://lifesourcebookshop.co.uk / Amazon