Daily Archives: April 30, 2020

Genade

Een van mijn favoriete televisieprogramma’s is De Verwondering op zondagmorgen vroeg. In dit programma ontmoet Annemiek Schrijver bekende en minder bekende gasten, met wie zij praat over hun levenservaringen. Dat doet zij vanuit een religieus perspectief. Zij is niet alleen een sympathieke, maar ook een heel kundige, interviewster. Zij maakt er daarbij geen geheim van dat het christelijk geloof voor haar zelf heel belangrijk is. De aflevering van afgelopen zondag was een herhaling van een eerder gesprek met Herman Finkers. Van alle Nederlandse cabaretiers heb ik voor hem de meeste bewondering. Hij is niet alleen grappig, maar hij heeft ook echt wat (diep)zinnigs te zeggen.

Toen ik het programma zag en beluisterde, en toen ik het nog weer terugkeek als voorbereiding of het schrijven van deze blog, werd ik getroffen door de diepgang van het gesprek. Eigenlijk maakte het gesprek mij ook wel een beetje jaloers. Ik benijd Finkers voor de authentieke, diepe, maar begrijpelijke manier waarop hij sprak over de godsdienst. Ik neem aan dat er niet veel cabaretiers zijn die boeken van Schopenhauer hebben gelezen. Finkers vertelde hoe hij onder de indruk was van Schopenhauer’s boek Über die Religion, dat in het Nederlands verscheen onder de titel Het Nut van Vrome Leugens. Schopenhauer beweert dat religie niet zonder ‘vrome leugens’ kan. Hoewel hij vond dat hij geen godsdienst nodig had, zag hij wel degelijk het belang van godsdienst in. Hij ging er daarbij van uit dat godsdienst uit de aard der zaak ‘ongerijmdheden’ of zelfs ‘absurditeiten’ bevat. Religie heeft nu eenmaal te maken met dingen van een geheel andere orde en dus kunnen de beweringen van de religie niet anders zijn dan allegorieën die aangepast zijn aan ons menselijk bevattingsvermogen.

Ik moet bekennen dat ik veel minder van Schopenhauer afweet dan Herman Finkers en nooit iets van hem heb gelezen. Ik ben echter wel nieuwsgierig geworden. Ik kan het natuurlijk niet zo diepzinnig zeggen als een beroemde filosoof als Schopenhauer, maar ik ga er ook steeds meer van uit dat alles wat we als mensen over God en de eeuwigheid kunnen zeggen ‘mensentaal’ is en dus inderdaad aangepast is aan wat wij als beperkte, sterfelijke, wezens kunnen begrijpen. Het is dus altijd een vertekening en vreemd genoeg is de ‘waarheid’ zoals wij die begrijpen dus eigenlijk tegelijk ‘een vrome leugen.’

Wat me echter nog meer aansprak in het interview is wat Finkers zei over het idee van Gods algenoegzaamheid—de gedachte dat een volmaakte God in feite geen andere wezens en niets anders nodig heeft, omdat hij ‘genoeg’ heeft aan zichzelf. Met dat godsbeeld kan Finkers niet uit de voeten. Als het waar is dat God liefde is, dan heeft God wel andere wezens nodig en dan moet er sprake zijn van wederkerigheid. Het gaat er vervolgens ook niet om dat wij mensen ons best doen om ervoor te zorgen dat God met ons overweg kan. Onze reis door het leven is niet te vergelijken met de elfstedentocht, waarbij je de nodige stempeltjes moet verzamelen om uiteindelijk een medaille te krijgen. Misschien was wel de mooiste uitspraak die Finkers in dit interview deed, dat onze zonden nooit op kunnen tegen de goedheid van God. Als je dat denkt, dan ben je godslasterlijk bezig!

En zo is het! Ik wil ook volmondig instemmen met wat hij daar op aanvulde. Het is voor hem logisch dat we onze dankbaarheid tonen aan God voor alle goede dingen die we meemaken. En als er dingen lukken, of als er mooie dingen gebeuren, dan noemen velen dat ‘mazzel’. Maar Finkers noemt dat liever genade.

Menige dominee of pastoor kan de kern van het evangelie niet zo treffend verwoorden als de cabaretier Herman Finkers. Bedankt!

Voor wie het programma De Verwondering niet gezien heeft en nieuwsgierig Is hier de link: https://www.kro-ncrv.nl/programmas/deverwondering/seizoenen/seizoen/het-mooiste-van-de-verwondering-herman-finkers-kn1713751