Daily Archives: Juli 14, 2021

Reizen naar de ruimte

Er is de afgelopen week flink gediscussieerd over de vraag of Richard Branson wel recht heeft op de titel “astronaut”. Het ruimtevaartuig van Virgin Galactic, met de Britse miljardair en drie andere passagiers, plus twee piloten, aan boord, bereikte een hoogte van iets meer dan 80 kilometer. Volgens de meeste internationale definities begint de “ruimte” bij 100 kilometer, wat zou betekenen dat Branson de zogenaamde Kármán-lijn, die de denkbeeldige grens tussen het luchtruim en de ruimte aangeeft, niet heeft bereikt. Maar in de VS gebruiken organisaties gewoonlijk 50 mijl, of 80 kilometer, als de grens van de ruimte, en volgens de Amerikaanse regels mogen Branson en zijn collega’s zich nu dus “astronauten” noemen.

Richard Branson, de Britse miljardair, heeft belangen in meer dan 400 verschillende bedrijven en Virgin Galactic is daar slechts één van. Het is zijn bedoeling om daarmee een nieuwe markt te ontwikkelen om diegenen te bedienen die de wens (en het geld) hebben om een reis in de ruimte te maken. Hij beweert dat al meer dan zeshonderd mensen zich hebben ingeschreven voor zo’n reis tegen 250.000 dollar per ticket.

Jeff Bezos, de eigenaar van Amazon, ligt niet ver achter. Volgende week zal hij vanaf een basis in Texas een raket lanceren, die zijn Blue Origin-ruimtecapsule naar een hoogte van meer dan 100 kilometer zal brengen, zodat er geen twijfel over kan bestaan dat hij inderdaad de ruimte heeft bereikt – dat wil zeggen: als hij, net als Branson, veilig op aarde terugkomt. De risico’s blijven immers zeer aanzienlijk. Bezos zal worden vergezeld door drie anderen, onder wie een 82-jarige vrouw. Elon Musk, de man achter het Tesla-fenomeen, ontwikkelt intussen zijn eigen ruimteprogramma en hoopt spoedig in de “voetsporen” van Branson en Bezos te treden.

Ik ben er zeker van dat velen, net zoals ik, gemengde gevoelens hebben over deze nieuwe projecten van enkele van de rijkste mensen op onze planeet. Hoewel Bezos en Musk, die respectievelijk 212 en 162 miljard dollar op hun rekening hebben staan, veel rijker zijn dan Richard Branson (die volgens Forbes “slechts” ongeveer 6 miljard dollar waard is), behoren deze drie mannen tot de liga van de superrijken. Dit roept een aantal ernstige vragen op: Hoe kunnen mensen in een periode van hooguit enkele decennia een dergelijke rijkdom vergaren? Is dit gewoon een kwestie van een gewiekst zakelijk inzicht, of is er iets fundamenteel mis in onze economie, wanneer zoveel mensen in armoede leven, terwijl enkelen zo snel stinkend rijk kunnen worden?

Gisteren (terwijl ik nadacht over het onderwerp voor mijn blog van deze week), bezochten mijn vrouw en ik een van de grootste en (volgens mij, mooiste) kastelen in Denemarken: het 17e-eeuwse Frederiksborg in Hilleröd, zo’n 30 kilometer ten noordwesten van de Deense hoofdstad Kopenhagen. Ik realiseer me dat, toen koning Christian IV opdracht gaf dit kasteel te bouwen, daar grote rijkdom voor nodig was, terwijl de overgrote meerderheid van de Denen in bittere armoede leefde. En hetzelfde geldt voor de meeste kastelen en grote landhuizen die vandaag de dag druk bezochte toeristische attracties zijn. De enorme kloof tussen de armen en de zeer rijken is niet uitgevonden door Bezos en degenen die in zijn liga spelen. Maar wat hier ook over gezegd kan worden vanuit historisch of economisch perspectief, vanuit christelijk perspectief kunnen we zeker stellen dat het moreel onverdedigbaar is. En ik zou hieraan willen toevoegen: Een rijke christen die in staat en bereid is om een ticket van 250.000 dollar te kopen voor een avontuur van slechts een paar uur, moet zich ernstig afvragen of hij/zij de prioriteiten op het gebied van rentmeesterschap wel goed op orde heeft.

Naast de vraag of onze wereld een betere plaats zal worden als “a happy few” zich nog weer een nieuwe extravagante activiteit kunnen permitteren, vraag je je af wat de motivatie is van mannen als Branson, Bezos en Musk in deze race in het creëren van de eerste ruimtevaartonderneming. Is dit gewoon een onvolwassen drang om in alles de eerste te willen zijn, wat er ook voor nodig is, en om te laten zien dat je je concurrentie kunt verslaan? Ik veronderstel dat concurreren en willen uitblinken, tot op zekere hoogte, deel uitmaken van alle menselijke inspanningen. Je zou kunnen zeggen dat een mate van concurrentie “normaal” is en zelfs nuttig kan zijn – als het onder controle wordt gehouden. Misschien hebben we echter reden om ons af te vragen of de superrijken die de eerste willen zijn om de lijn van Kármán te passeren, hun drang om te concurreren wel voldoende onder controle hebben.

Misschien leef ik lang genoeg om de prijs voor een ticket voor een middag in de ruimte drastisch te zien dalen. Ik herinner me dat ik mijn eerste vliegticket naar Scandinavië kocht en ongeveer tien keer zoveel betaalde als zo’n ticket nu kost. Maar zelfs als de prijs van een ticket van 250.000 daalt tot een fractie van dat bedrag, en veel mensen het zich kunnen veroorloven, moet je je toch afvragen of dit iets is wat de wereld echt nodig heeft. Of is deze nieuwste ontwikkeling van de reis- en vrijetijdsindustrie misschien het zoveelste tragische teken dat onze wereld prioriteiten heeft die haaks staan op een christelijk wereldbeeld, waarin waarden worden nagestreefd die het geluk van alle mensen kunnen vergroten in plaats van vooral de verlangens van de meer welgestelden te bevredigen.