Daily Archives: Juli 19, 2021

Er is ook een hoop “rubbish”

Ik werd verrast door een e-mailbericht dat ik een paar dagen geleden ontving. Ik wil de identiteit van de afzender niet onthullen. Hij is iemand voor wie ik veel respect heb. Gedurende vele jaren vóór zijn pensionering heeft hij diverse hoge functies gehad in de internationale Adventkerk. Hij is een begenadigd auteur en een zeer gerespecteerd theoloog. Er was op dit moment geen speciale reden waarom hij mij zou schrijven. Hij wilde kennelijk gewoon zijn waardering laten blijken. Ik citeer: “Dit zijn simpelweg een paar woorden van waardering voor wat je nog steeds doet voor onze kerk. Je bent een moedige stem van iemand die liefde en zorg heeft voor Gods volk. Dank je wel, en ga zo door.” Het is aan anderen om te beslissen of zijn beoordeling van mijn activiteiten terecht is. Maar met dergelijke woorden uit de mond van iemand als hij voel ik me zeer vereerd. Ik weet dat zijn woorden meer zijn dan een loos compliment.

Ik wil echter nog een ander kort gedeelte uit deze e-mail citeren. “Dit zijn vreemde en moeilijke tijden, zowel voor de maatschappij als voor onze kerk. Er is veel goeds in het Adventisme, maar ook veel ‘rubbish’. De tijd schreeuwt om leiders die op hun taak berekend zijn.” Deze woorden komen van iemand die gedurende meer dan veertig jaar een leider was in de Adventbeweging. Uit mijn regelmatige contacten met hem weet ik dat hij zijn leven lang de kerk toegewijd heeft gediend, en dat hij ook nu nog de kerk op veel manieren blijft steunen. De laatste jaren is hij echter nogal kritisch geworden over diverse tendenzen die hij in de kerk heeft waargenomen en hij betreurt het soort leiderschap dat de wereldkerk momenteel te verduren heeft. Hij heeft nauw samengewerkt met de vorige voorzitter van de generale conferentie, maar zijn mening wordt vandaag de dag door de huidige kerkleiding niet meer op prijs gesteld. De woorden die ik zojuist citeerde vatten zijn conclusie op een zeer beknopte (en trieste) manier samen: Er is veel dat goed is in het Adventisme, maar ook veel ‘rubbish’.

Veel kerkleden, met name in de westerse wereld, zijn het eens met deze beoordeling, ook al is het in veel gevallen vooral een unheimisch gevoel en niet iets wat zij in precieze bewoordingen kunnen uitdrukken. Er is een wijdverbreid gevoel dat vragen lang niet altijd welkom zijn, en dat de kerk het moeilijk vindt om de Adventistische opvattingen en life style principes te vertalen op een manier die relevant is voor mensen van de 21e eeuw. Dit is echter niet iets dat alleen voorkomt bij “gewone” leden. Ik ken persoonlijk heel wat vroegere leiders en mannen en vrouwen die momenteel de kerk dienen op verschillende niveaus in de administratieve structuur van het kerkgenootschap, die het in hun hart volledig eens zijn met de stelling dat er veel goeds is in het Adventisme, maar ook veel “rubbish”. De vaste lezers van mijn blog zullen niet al te verbaasd zijn als ik zeg dat ik zeer zeker ook tot die categorie behoor.

De cruciale vraag is: Wat doen we hieraan? Hebben wij de moed — individueel en collectief — om te benoemen wat goed is in het Adventisme en dus behouden moet blijven? Wat zijn de elementen van het Adventisme die zinvol zijn in de seculiere en postmoderne wereld waarin wij leven? Wat zijn de onderdelen van onze geloofstraditie die ons kunnen helpen om als christenen te leven in de wereld van vandaag? Wat zijn de dingen die antwoord kunnen geven op de vragen van vandaag, in plaats van reflecties te bieden op 19e eeuwse problemen? En kunnen we de moed opbrengen om de “rubbish” te identificeren die we achter ons moeten laten?

Sommigen zullen aanvoeren dat we terughoudend en “pastoraal” moeten zijn in hoe we met deze vragen omgaan. We moeten immers verdere polarisatie vermijden. En, zeggen zij, verandering kan alleen heel geleidelijk gebeuren, omdat we anders leden verliezen die het gevoel hebben dat de traditionele “waarheden” in het gedrang komen. In werkelijkheid verliezen we veel leden — van alle leeftijdsgroepen, maar vooral veel jongeren — omdat we dingen blijven herhalen die “rubbish” zijn en omdat we niet de moed hebben om te zeggen dat we bepaalde dingen gewoon niet meer kunnen prediken of bepaalde traditionele interpretaties niet meer kunnen handhaven.

De persoon die mij de e-mail stuurde, waaruit ik citeerde, zei terecht: “De tijd schreeuwt om leiders die op hun taak berekend zijn.” Ik blijf geloven dat die noodkreet uiteindelijk gehoor zal vinden en dat onze kerk op een gegeven moment leiders zal kiezen die de uitdagingen van deze tijd aankunnen. Zal dat in 2022 gebeuren? Laat ons hopen en bidden dat dit het geval zal zijn.