Daily Archives: November 17, 2021

Het Woord van God of de woorden van mannen?

Gedurende de maanden oktober en november heb ik het genoegen om een bijdrage te leveren aan de Roy Branson Legacy Sabbath School in Loma Linda, Cal. (VS). Het is een groep van zo’n 50 mensen die, sinds het begin van het Corona-tijdperk, nog steeds elke zaterdagochtend samenkomt via Zoom. Vanwege het tijdsverschil is het in Nederland al avond, als ik achter mijn laptop ga zitten. Ik geef een serie presentaties, gevolgd door intense discussies, over enkele mannen en vrouwen die, in heden en verleden, hun kerk hebben opgeschud met provocerende ideeën. In deze serie over “loyale dissidenten” richtte ik me afgelopen zaterdag op de rooms-katholieke, in Roemenië geboren, Elizabeth Schlussler-Fiorenza (geb. 1938)—een vooraanstaand feministisch theologe—en, meer in het algemeen, ging ik in op de belangrijkste aandachtspunten van de feministische theologie. Dit acht weken durende project heeft veel voorbereiding gevergd, maar ik heb er zelf ontzettend veel van geleerd.

Een van de aspecten die dit huidige project opnieuw (en waarschijnlijk krachtiger dan voorheen) op mij heeft laten inwerken, is dat theologie altijd vanuit een bepaald perspectief plaatsvindt. Feministische theologen willen heel bewust uitgaan van de ervaring van vrouwen en van hun worsteling om hun plaats in de kerk te vinden. In haar bekende boek Bread Not Stone: The Challenge of Feminist Biblical Interpretation (1985) betoogt professor Fiorenza dat de Bijbel vaak is gebruikt als een wapen tegen vrouwen. In plaats daarvan wil zij de Bijbel gebruiken als “een bron van moed, hoop en toewijding”, terwijl zij ernaar streeft “de Bijbel op zo’n manier te begrijpen en te interpreteren dat de onderdrukkende en bevrijdende kracht ervan duidelijk wordt onderkend”.

Een van de kerngedachten van prof. Fiorenza en andere feministische theologen is de overtuiging dat de Bijbel zijn oorsprong vindt in een patriarchale context en dat feministische theologie de Bijbel moet bevrijden van zijn mannelijke vooringenomenheid. Zij stelt: “Een feministische hermeneutiek kan Bijbel en traditie niet simpelweg vertrouwen of accepteren als goddelijke openbaring. In plaats daarvan moet zij deze kritisch evalueren als patriarchale uitingen, omdat … de teksten van de Bijbel niet de woorden van God zijn, maar de woorden van mannen.” (blz. x, xi).

In de dagen die zijn verstreken sinds mijn Zoom-presentatie van afgelopen zaterdagavond heeft deze specifieke uitspraak in mijn hoofd rondgezongen. Ik heb mezelf afgevraagd: Kun je werkelijk zeggen dat de inhoud van de Bijbel niet als de woorden van God moeten worden beschouwd, maar als de woorden van mannen, en dat dit de goddelijke openbaring op een fundamenteel manier kwalificeert? Gaat deze opvatting echter niet in tegen de algemeen aanvaarde orthodoxe definitie van inspiratie? Moeten we geen waarde hechten aan de Bijbel juist omdat hij niet bestaat uit de woorden van mannen, maar uit het onfeilbare Woord van God?

Inspiratie is een wonder. Het is een goddelijk geheim hoe welke communicatie dan ook tussen hemel en aarde kan plaatsvinden. Het is een van de grote paradoxen van ons geloof: de Bijbel is Gods Woord, maar het is ook een menselijk product. We moeten beide elementen volledig tot hun recht laten komen. Als we het goddelijke aspect wegnemen, verliest de Bijbel zijn kracht en gezag en houdt hij op openbaring te zijn. Maar als we het menselijke aspect onderwaarderen, eindigen we met een onmogelijke inspiratietheorie die ingaat tegen alles wat we weten over de taal, de structuur en de oorsprong van de Bijbel. Prof. Fiorenza heeft gelijk wanneer zij beweert dat de Bijbel niet de woorden van God zijn, maar de woorden van mensen. Toch moeten we benadrukken: het is het Woord van God.

Het wonder van de inspiratie is dat God tot de mensen spreekt met een menselijke stem. Dat is de enige manier waarop het goddelijke Woord ons kan bereiken. En deze menselijke stem wordt altijd gehoord binnen een bepaald historische verband, binnen een specifieke cultuur en in de taal die de geadresseerde kan verstaan. In een patriarchale samenleving heeft die stem een mannelijke klank. In een vóór-wetenschappelijke wereld biedt die stem geen informatie die de kritiek van de wetenschap van de 21e eeuw kan doorstaan. In een mediterrane wereld zal die stem verwijzen naar gebruiken en tradities die niet passen in onze postmoderne wereld. Daarom wil God dat mensen in elke tijd en op elke plaats zijn Woord opnieuw vertalen in de taal waarmee de mensen van een bepaalde tijd, cultuur of sociale categorie zich kunnen identificeren. Het van tijd tot tijd opnieuw vertalen van de bijbelse teksten, om ervoor te zorgen dat Gods Woord beschikbaar blijft in een taal die gemakkelijk kan worden begrepen door de mensen die het vandaag de dag lezen, is een heilige, door God gegeven opdracht. En het Woord zo vertalen of interpreteren dat het niet alleen leest als de woorden van mannen, maar ook tot de woorden van vrouwen kunnen worden, is een essentieel vervolg op het wonder van de inspiratie. God communiceert met ons allen. En zijn Geest stelt ons in staat om achter de onvermijdelijke aankleding van tijd en cultuur de blijvende boodschap voor alle categorieën mensen te ontdekken.

Uit mijn leeswerk van de afgelopen maanden, ter voorbereiding van de reeks presentaties voor de RBLSS-groep, heb ik meer oog gekregen voor het feit dat alle theologie en interpretatie van de Bijbel, gebeurt vanuit een bepaald perspectief. We lezen de Bijbel allemaal door onze eigen bril, die geslepen is door onze achtergrond, ons geslacht, onze leeftijd, onze opleiding, en door vele andere factoren. Het maakt dat wij naar dingen kijken vanuit een bepaald perspectief. Het verrijkt mij om te proberen de Bijbel vanuit verschillende perspectieven te lezen. Maar er is één belangrijk voorbehoud: Gods openbaring is zo vol en diep dat alle perspectieven samen het Woord, dat God voor ons heeft in de woorden die wij lezen en bestuderen, niet uitputten.