Daily Archives: November 3, 2022

Allerzielen

[3 November 2022] Gisteren was het Allerzielen. Deze week—-en vooral in het komend weekend–is er op veel plaatsen bijzondere aandacht voor mensen die niet langer onder ons zijn. Net als Allerheiligen, dat een dag eerder werd gevierd, heeft Allerzielen een rooms-katholiek verleden. Rond het jaar 1000 werd deze dag voor het eerst gevierd als een dag om te bidden voor alle zielen die nog niet in de hemel zijn, maar zich nog in het vagevuur bevinden. De naam “allerzielen” stamt uit de dertiende eeuw. Voor de meeste mensen—althans in ons land—-heeft “allerzielen” nu een ruimere betekenis. Ook voor veel niet-katholieken is het een dag geworden waarop we in het bijzonder denken aan onze geliefden die ons zijn voorgegaan. Dat is ook de inhoud van de plechtigheid die de komende zondag om 12.00 u plaatsvindt op de algemene begraafplaats van de plaats waar ik woon (het dorp Zeewolde in de Flevopolder). Ik ben niet van plan erheen te gaan, want mijn vrouw en ik hebben een andere belangrijke afspraak, maar in de eerste week van November denk ik toch ook meer dan anders het geval is aan geliefden die er niet meer zijn. In deze week vielen de verjaardagen van mijn moeder en mijn jongste zus. Mijn moeder zou nu, als ze er nog was, haar 110e verjaardag vieren en mijn jongste zus zou een dag daarna 72 zijn geworden. Helaas werd zij maar 33.

In de Adventkerk is het niet gebruikelijk om publiekelijk veel aandacht te geven aan degenen die gestorven zijn. Sommige kerkleden zullen misschien stilletjes ergens wel eens een kaarsje branden, maar daar verder niet te veel over praten, want volgens veel medegelovigen is kaarsjes branden een veel te rooms gedoe. In een aantal plaatsen in Nederlandse huren adventisten voor hun kerkdiensten een gebouw van het Leger des Heils. Daar heeft men steevaast ergens aan een muur een bord met de lijst van de namen van korpsleden die zijn “bevorderd tot heerlijkheid.” Ik vind dat een mooi gebruik, hoewel onze theologie natuurlijk van ons eist dat we dat anders moeten formuleren.

Ik werd een paar dagen geleden getroffen door wat David R. Larson, een Amerikaanse vriend (en emeritus-professor van de theologische afdeling van de Loma Linda Universiteit) op zijn Facebook pagina schreef. Zijn opmerking maakte deel uit van een discussie over de vraag wat de belangrijkste adventistische leerstellingen zijn. Zoals verwacht hoor je bij een dergelijke discussie vooral over de sabbat, de wederkomst en het hemels heiligdom. Maar, volgens Larson, is dat niet juist. Verreweg het belangrijkste geloofspunt van ons als adventisten, schreef hij, is onze visie op de dood. Er is geen ander aspect van ons geloof waar we zo vaak bij stil staan als onze sterfelijkheid en wat ons te wachten staat op het moment dat we sterven.

Ik citeer een stukje uit wat hij schreef:
“Weinig mensen gaan naar bed met de vraag of de ware sabbat op de eerste of de zevende dag van de week valt, wanneer de wederkomst van Jezus zal plaatsvinden, wat Jezus doet in het hemelse heiligdom, of de Geest der Profetie actief was in Ellen White, of dat de term “gerechtigheid door geloof” van toepassing is op de rechtvaardiging alleen of op zowel de rechtvaardiging als de heiliging.
Velen gaan naar bed en vragen zich af wat er met ons gebeurt als we sterven en hoe we goed kunnen leven voordat we sterven. Mensen in alle lagen van de bevolking vragen zich dit af; er zijn echter ook academische specialisten in allerlei disciplines die dit bestuderen terwijl zij onderzoek doen naar geest en lichaam, vrijheid en determinisme, continuïteit en discontinuïteit in de menselijke identiteit . . .”

De visie van zevende-dags adventisten op de dood is niet meer zo uniek als vroeger en wordt tegenwoordig door veel andere christenen gedeeld. Het blijft echter een enorm belangrijk element van wat we de wereld om ons heen hebben te zeggen. Want, zoals Larson, benadrukt: er is geen ander onderwerp waar mensen zo vaak bij stilstaan. En wij kunnen iedereen verzekeren: Wij hebben geen onsterfelijke ziel die het lichaam verliet en “bevorderd werd tot heerlijkheid”–apart van het lichaam. Wij “slapen” enige tijd en wachten op het moment dat we als nieuwe mensen aan ons eeuwige, volmaakte leven beginnen. In dat vertrouwen kunnen we niet alleen op “allerzielen”, maar op elke dag van het jaar stilstaan bij de nagedachtenis van wie ons zijn voorgegaan.