(te) ‘licht’?

Het is me nog niet vaak overkomen dat ik van andere christenen hoorde dat de zevende-dags adventisten nogal ‘licht’ zijn. Maar dat hoorde ik gisteren bij het koffie drinken na een uitvaart.

Ik was voorgegaan in een dienst voor een man die ik vrij goed kende en die lid was van dezelfde plaatselijke gemeente als waar ik en mijn vrouw hun lidmaatschap hebben. De dienst werd gehouden in Nijkerk, in de prachtige Kruiskerk, een tamelijk nieuw gebouw waarin een PKN-gemeente samenkomt. Ik denk dat er zo’n 200 à 250 mensen waren gekomen om de overledene de laatste eer te bewijzen. Daarvan was een flinke minderheid zevende-dags adventist. Ik denk dat de meeste andere aanwezigen ook gelovig waren—te oordelen naar de mate van deelname aan de samenzang, wat meestal een redelijk betrouwbaar criterium is om te zien welk soort publiek overheerst. Aangezien Nijkerk in het gebied ligt dat gewoonlijk als de Nederlandse Bible-belt wordt aangeduid, is het niet onredelijk om ervan uit te gaan dat er heel wat aanwezigen van orthodox-protestantse snit in de kerk zaten.

Na de dienst en de tocht naar de begraafplaats was er in de aula gelegenheid tot condoleren en konden de bezoekers bij koffie en cake nog wat napraten. Ik ging aan de tafel zitten waar ook de organist met zijn vrouw had plaatsgenomen, want ik wilde hem graag complimenteren met zijn spel. Ik stelde vervolgens wat vragen over de aard van de PKN-gemeente in de Kruiskerk. Hij gaf aan dat hij nogal wat bedenkingen had tegen de samenvoeging van hervormd en gereformeerd en dat het ontstaan van de PKN, in elk geval in Nijkerk, tot aanzienlijke ‘wereldgelijkvormigheid’ had geleid.

Toen kwam het gesprek aan mijn tafel op mijn aandeel in de dienst. Het oordeel daarover was verheugend positief. Maar daarbij gaf een vrouw als verder commentaar dat het haar was opgevallen dat de Adventkerk behoorlijk ‘licht’ leek te zijn. Dat had zij kennelijk gedistilleerd uit mijn preek.Ze constateerde dat overigens in alle vriendelijkheid en niet met een ondertoon van kritiek. Maar het verbaasde mij wel even dat te horen. Ik had nota bene nog wel, op verzoek van de overledene, mijn overdenking gebaseerd op de Herziene Statenvertaling. En ik was me in mijn overdenking niet te buiten gegaan aan allerlei bespiegelingen die je met ‘licht’ zou kunnen betitelen, dacht ik!

Hier was weer eens een perfect voorbeeld van hoe weinig etiketten als ‘licht’ en ‘zwaar’, en ‘conservatief’ of ‘liberaal’, eigenlijk voorstellen. Misschien is de Adventkerk aan de ‘lichte’ kant, wanneer je haar vergelijkt met bepaalde ‘zware’ gereformeerde gezindten. Maar de Adventkerk is ‘zwaar’, zo niet ‘loodzwaar’,in vergelijking tot, bijvoorbeeld, de meeste Doopsgezinden en Remonstranten. Het hangt er maar vanaf met wie je wordt vergeleken.

Ik ben al lang opgehouden me erg veel zorgen te maken over betitelingen als ‘liberaal’ en ‘orthodox’.Ik hoor nog wel eens dat ik wat aan de liberale kant zou zijn.Tja, hoezo, en in vergelijking met wie? Wat zijn daarbij de gebruikte criteria?In de ogen van menig andere christen is iemand als ik, die zich trouw aan de Bijbel probeert te houden, die gelooft in de godheid van Christus en gelooft dat Jezus aan het kruis voor de zonden van de mensen is gestorven, en persoonlijk terugkeert, niet bepaald vrijzinnig. Daarentegen kan het zijn dat iemand die geen vrouwen op de kansel duldt of bepaalde profetische gedeelten van de Bijbel wat anders uitlegt dan ik doe, mij juist uiterst vrijzinnig vindt.

Alden Thompson, een Amerikaanse schrijver die theologie doceert aan een adventistische universiteit, schreef onlangs een boek over de tegenstelling tussen liberaal en conservatief. Zijn conclusie is dat een levende kerk beide polen nodig heeft. De conservatieven zorgen ervoor dat de kerk niet achter elke nieuwigheid aanloopt en haar koers niet kwijtraakt. Maar de liberalen zorgen ervoor dat de kerk geen museum wordt en dat relevante vragen aan de orde kunnen komen.

[Maar ik zou het niet echt fijn vinden maken als men mij als ‘conservatief’ zou betitelen—hoe betrekkelijk een dergelijk etiket ook mag zijn!]