De ark van Huibers

De ark onderweg weg naar een tijdelijke ligplaats

De ark onderweg weg naar een tijdelijke ligplaats

Na in een aantal verschillende plaatsen in Nederland tienduizenden bezoekers te hebben getrokken is de ark van Noach nu afgemeerd in de haven van Urk. En daar heb ik met mijn vrouw en zus en zwager uit |Canada in de week die achter ons ligt dit wonderlijke bouwsel bezocht. Met zeer gemengde gevoelens.

 

 

 

Het is aan de ene kant fascinerend te zien wat iemand, die door een idee wordt gedreven, tot stand kan brengen. In 1992 kreeg Johan Huibers, een aannemer uit het Noord-Hollandse Schagen, een droom over een enorme dijkdoorbraak die een ongekende watersnoodramp in ons land tot gevolg heeft. Hij was daarvan bijzonder onder de indruk en legde een mentale link naar de watersnoodramp die ooit ten tijde van Noach de aarde trof en waarvan het Genesisverhaal ons in korte en bondige woorden vertelt. Hij kreeg het idee om de ark van Noach na te bouwen en daarmee de aandacht te vestigen op het bijbelse verhaal. Dat heeft hij verwezenlijkt. Tussen 2005 en 2007 bouwde hij de ark van Noch na, zoveel mogelijk volgens de gegevens die het bijbelverhaal aanreikt. Het is een gigantisch gevaarte geworden, een houten kolos van drie verdiepingen op een duwboot van zeventig bij bijna 10 meter. Weliswaar is het product van zijn zwoegen nog niet helemaal op ware grootte, aangezien volgens de bijbel het schip van Noach ongeveer twee keer zo lang en breed was, maar het ligt in de bedoeling bij de bouw van de volgende ark de oorspronkelijke maten te volgen. De vijf euro entree per persoon moet de investering van ongeveer 1 miljoen euro terugverdienen en voor het kapitaal voor de volgende versie zorgen. 

De hamvraag is natuurlijk of meneer Huibers er inderdaad in slaagt het verhaal dichterbij de mensen te brengen die zijn ark komen bezoeken. Voor veel van de schoolkinderen die zich aan de grote dieren van kunststof stonden te vergapen lukt dat ongetwijfeld wel. Maar ik keek met een blik van toenemend scepticisme naar de nogal amateuristische expositie in het ingewand van de ark en kon het niet helpen dat er spontaan allerlei vragen bij mij opborrelden. Hoe hielden Noach en zijn gezin het uit in een boot met zoveel dieren? Of moeten we aannemen dat dieren ten tijde van de zondvloed geen onaangename geuren afscheidden? Waar was al het voer opgeslagen dat je nodig hebt voor zo”n enorme veestapel voor een reis van bijna een jaar? En wat deed Noach met alle mest? En was het niet wat lastig ook zoveel “wilde” dieren aan boord te hebben? Of waren die in Noach’s dagen allemaal nog tam? De vissen hoefden natuurlijk niet mee (hoewel je je kunt afvragen of het water dat de aarde bedekte nu zoet of zout was, met alle problemen van dien), maar de vogels en insecten moesten natuurlijk wel een plek hebben. Vlogen de volgels vrij in de ark rond en vonden de vlooien een flinke huidplooi bij een rinoceros? En zo zijn er nog wel wat vragen die zo bij je opkomen als je dit vaartuig bezoekt, dat de boodschap moet uitstralen van concrete historische realiteit. 

Het tragische van dit soort benaderingsmethoden van het bijbelverhaal is dat het mensen die al overtuigd zijn wellicht in hun geloof bevestigt, terwijl het de twijfelaars alleen nog maar meer aan het twijfelen brengt. Twee korte opmerkingen in het gastenboek illustreerden dat heel frappant. Een bezoeker bedankte Huibers hartelijk voor wat hij tot stand had gebracht, omdat het de grootheid en zorg van God voor de mensen zo tastbaar heeft gemaakt. De volgende bezoeker die iets in het gastenboek schreef vond het allemaal maar klinkklare onzin. Toen ik een kwartiertje op het Internet rondkeek kwam ik al snel op een website van iemand die ook naar de ark was geweest, maar zich vreselijk geërgerd had aan alle creationistische gezwets, en eigenlijk vond dat er maatregelen dienden te worden genomen tegen deze vorm van perverse indoctrinatie. 

Er later op de dag nog eens over nadenkend vroeg ik mij af of Huibers’ project stukloopt op het feit dat hij iets probeert te doen wat in principe onmogelijk is. Het bijbelverhaal is een verhaal en geen historisch verslag. Ik ga er persoonlijk wel vanuit dat er ooit een gigantische overstroming geweest is, met zoveel watergeweld dat er maar heel weinigen aan konden ontsnappen. Er zijn ten slotte in bijna alle culturen zondvloedverhalen te vinden die vaak heel sterk doen denken aan het bijbelverhaal over de zondvloed en de redding van Noach. Ik zou buiten een enorme vloed ook geen andere overtuigende verklaring kunnen bedenken voor allerlei fossiele verschijnselen op plaatsen waar je die niet zou verwachten. En zo zijn er diverse argumenten die door creationisten of verdedigers van een de gedachte worden gepropageerd dat alles in de natuur getuigt van een onderliggend intelligent ontwerp, en die best indruk op mij maken. 

Maar in laatste instantie lees ik het zondvloedverhaal niet om precies te weten wat er zoveel duizenden jaren geleden met deze aarde gebeurde. Ik ben geen geoloog. Ik ben een gelovige. Als ik het verhaal lees, komt het met een geweldige zeggingskracht op me af: God straft. God is genadig. God redt. God biedt uitkomst voor wie daarvoor openstaat. Voor wie naar Hem luistert is er een nieuwe toekomst. Dat is de boodschap die bij mensen moet aankomen. 

Huibers’ ark laat, denk ik, veel bezoekers steken in de vraag: Klopt het allemaal wel precies wat er in het Genesisverhaal staat? Het slaagt er volgens mij niet in de onkerkelijken en postmoderne sceptici de hoop aan te reiken dat God ertoe doet als Degene die radicale oplossingen biedt. Komt dat misschien omdat het verhaal van de zondvloed niet wordt verteld maar slechts feiten en feitjes worden aangedragen die op hun historische waarheidsgehalte dienen te worden getoetst? Ik heb er geen bezwaar tegen dat die feiten en feitjes ergens aan de orde komen. Ze interesseren mij ook. Maar Ik wil vooral geboeid en overtuigd worden door de fantastische waarheid die het verhaal aan mij communiceert.  

Communiceren met niet-gelovigen rondom ons en met de gelovige maar postmoderne ingestelde mens is niet gemakkelijk. De enige reële hoop die we daarbij kunnen hebben is dat wij hen het verhaal laten lezen of vertellen en dat op de een of andere manier zijn werk laten doen, terwijl de Geest, evenals bij de watersnoodramp in de dagen van Noach, waait waarheen Hij wil en ook nu nog als een duifje uit die vreemde kolos op het water ontsnapt! Wie door de waarheid van het verhaal wordt geraakt zal vervolgens proberen zo goed mogelijk om te gaan met de feiten en feitjes. Andersom lukt het niet. Alle goede bedoelingen van de Schagense scheepsbouwer ten spijt.