Nykøbing bepaalt de toekomst van de kerk

 
De toekomst van de kerk wordt niet beslist in Silver Spring. Ondanks de herhaalde studiecommissies die een advies moeten opstellen voor de besturen van de kerk over onderwerpen als de inzegening van vrouwelijke predikanten en het strakker formuleren van het fundamentele geloofspunt van de zesdaagse schepping. Ondanks de vermetele (of is een ander bijvoeglijk naamwoord meer op zijn plaats?) inspanningen om miljoenen exemplaren van het boek De Grote Strijd te verspreiden en grootse plannen om de grote wereldsteden met ‘de boodschap’ te bereiken. Ondanks alle vergaderingen en initiatieven, de miljoenen dollars en het inschakelen van de media, wordt de toekomst van de kerk niet bepaald in het hoofdkantoor van de Adventkerk in Silver Spring. Nee, de toekomst van de kerk ligt in handen van de kerkleden in Nykøbing in Denemarken. Laat me dat nader uitleggen.
 
Afgelopen zaterdag gingen mijn vrouw en ik ter kerke in Nykøbing, ongeveer 100 kilometer ten zuiden van Kopenhagen. Tijdens onze vakantie waren we al een paar weken niet naar een Adventkerk geweest. Daarom besloten we op onze terugreis vanuit Midden-Zweden een stop te maken in Denemarken om daar een rustig dagje door te brengen in dit plezierige land dat zoveel op ons vaderland lijkt en om daar naar de kerk te gaan. Een snel onderzoekje op internet gaf ons het adres van de kerk in het stadje waar we een kamer voor twee nachten in een bescheiden driesterren hotel hadden geboekt.
 
We vonden het leuke, moderne kerkgebouw en parkeerden onze Citroën naast de zeven of acht voertuigen van andere kerkgangers. Er arriveerden nog enkele ‘broeders en zusters’ en om precies elf uur begon de dienst. In totaal waren er waarschijnlijk een dertigtal mensen—er was een meisje van een jaar of twintig; de andere aanwezigen waren dichter bij mijn gezegende leeftijd. Er waren wat aanwijzingen dat er ook wel eens kinderen naar kerk komen, maar mogelijk waren die nu nog met ouders op vakantie. Toen wij er waren was er in elk geval geen kind te ontdekken.
 
Ons Deens is goed genoeg om te begrijpen wat er zoal gebeurde, en om mee te kunnen zingen en de grote lijnen van de weinig opzienbarende preek te kunnen volgen. Die werd gehouden door een vriendelijke man van middelbare leeftijd—vermoedelijk de ouderling van de gemeente. We werden door een aantal mensen vriendelijk gegroet, maar niemand deed moeite een gesprek met ons te beginnen—ook niet toen de dienst voorbij was. In de hal konden we onszelf van iets vloeibaars voorzien door een plastic bekertje met limonade vol te schenken. Om te zeggen dat dit onderdeel was van een boeiend sociaal gebeuren zou de waarheid nogal oprekken.
 
Toen we de kerk verlieten en aan een autoritje door de omgeving begonnen stelden zowel mijn vrouw als ik vrijwel gelijktijdig dezelfde vraag: Wat zou de bewoners van Nykøbing er in vredesnaam toe kunnen bewegen om zich bij de Adventkerk in hun plaats aan te sluiten? Wat zou hen daar kunnen aantrekken? En wat zou vooral ook jonge mensen ertoe kunnen brengen om hun geestelijk thuis in de plaatselijke Adventkerk te zoeken? Het lukte ons niet op die vragen een bevredigend antwoord te vinden.
 
Misschien doe ik de leden van de Adventkerk in Nykøbing een groot onrecht. Toegegeven, we bezochten hun kerk tijdens de vakantie en dan is er wel vaker weinig leven in de brouwerij. Misschien heeft deze gemeente meer te bieden dan we op het eerste gezicht konden ontdekken. Maar ik betwijfel het. Ik heb heel veel verschillende gemeenten bezocht in West-Europa (en ook in de VS) en de vraag komt steeds nadrukkelijker naar voren: Hebben de meeste plaatselijke Adventgemeenten in de westerse wereld voldoende te bieden om hun leden te kunnen vasthouden, laat staat om ‘nieuwe’ mensen in serieuze aantallen aan te trekken?
 
Ik ben lid van een Nederlandse gemeente van ongeveer 50 leden (Harderwijk). Gemiddeld bezoek ik ‘mijn’ gemeente eens in de zes weken, omdat ik meestal ergens anders ga preken. Ik kom echter graag in mijn thuisgemeente. Ik heb er de mensen leren kennen. Er is een fijne atmosfeer. Ik voel me er welkom. Maar, stel dat ik daar in ‘mijn’ kerk kwam omdat ik toevallig een paar dagen in de buurt logeerde. Of stel dat ik naar de omgeving van Harderwijk was verhuisd en op zoek was naar een nieuwe thuisgemeente. Of dat ik zo maar eens uit nieuwsgierigheid zou binnenlopen.  Zou ik er dan genoeg aantreffen om me het gevoel te geven dat ik hier steeds zou willen komen? Zou ik het gevoel hebben dat wat hier gebeurt relevant is voor mij—voor wie ik ben; voor waar ik mij in mijn leven bevind? Zou ik er de antwoorden kunnen vinden op de vragen die mij bezighouden?
 
De toekomst van de kerk hangt niet in de eerste plaats af van de uitkomst van de debatten die over allerlei belangrijke zaken worden gevoerd in de kerkelijke kantoren en tijdens de onvermijdelijke congressen. Uiteindelijk wordt de toekomst van de kerk—zeker in de westerse wereld—bepaald door het antwoord op de vraag of de kerk erin slaagt relevant te zijn; of haar waarheid tegenwoordige waarheid’ voor mij is, in mijn concrete situatie en vooral ook voor mijn jongere tijdgenoten. Daarom hangt de toekomst van de kerk af van wat in Nykøbing gebeurt (en in Harderwijk en de duizenden andere kleine en niet zo kleine plaatselijke gemeenten).