Amerika

 

In een recensie van zijn nieuwste boek (Reizen zonder John) wordt Geert Mak getypeerd als het soort geschiedenisleraar van wie je graag op de middelbare school les zou hebben gekregen. En, inderdaad, dat gevoel bekruipt mij ook, nu ik ongeveer halverwege de beschrijving van zijn reis door Amerika ben gekomen.  Het is vijftig jaar geleden dat John Steinbeck op 75-jarige leeftijd besloot om met een oude omgebouwde truck een paar maanden lang door de Verenigde Staten te trekken en daarover een reisverhaal te schrijven. Geert Mak is een van de journalisten/schrijvers (er zijn meer mensen op hetzelfde idee gekomen) die besloten om deze reis opnieuw te maken en daarover te schrijven.

Het vakmanschap van Geert Mak staat er borg voor dat het boek gemakkelijk leest, terwijl het je een schat aan informatie biedt. Maar het is geen onbevooroordeeld reisverhaal geworden. Maks visie op de Verenigde Staten komt heel sterk overeen met de mening die ik me over dit land heb gevormd. Je zou het zo kunnen samenvatten: Het is een fantastisch land voor een flinke vakantie, maar het is geen plezierig land om er lange tijd in te wonen.

Ik herken heel veel in de beschrijving van Mak in wat ik zelf heb waargenomen. Van 1965-1966 woonde ik, pasgetrouwd, met mijn vrouw in Michigan, waar ik aan Andrews University studeerde.  Later, in de jaren negentig van de vorige eeuw, zouden we er opnieuw enkele jaren wonen in de periode dat ik aan deze zelfde universiteit werkte. Heel wat dienstreizen en een aantal vakanties in ongeveer vijfentwintig staten van de VS hebben me een breder beeld van het land gegeven. Als voorbereiding op mijn boek Geloven in Amerika[1]  heb ik een massa boeken gelezen over de geschiedenis van de VS en over allerlei aspecten van het Amerikaanse geestelijk leven.

Ik denk dat ik misschien enigszins met Geert Mak kan wedijveren wat kennis van de VS betreft. Maar mijn belangstelling werd niet gevoed door de reis van Steinbeck, maar door het feit dat ik bij een kerkgemeenschap behoor die zijn wortels in Amerika heeft. Door een uitgebreide studie van de Amerikaanse geschiedenis te maken, en door uit de eerste hand kennis te hebben gemaakt met de Amerikaanse cultuur, is het mij, denk ik, redelijk gelukt om allerlei aspecten van het adventisme beter te begrijpen en de verschillen tussen het Amerikaanse adventisme en het Europese adventisme enigszins in kaart te brengen.[2]

Mogelijk is een van de specifiek Amerikaanse trekjes die ik steeds weer in mijn kerk ontdek, de hang naar het pragmatisme. Natuurlijk wordt er theologie bedreven, maar het gaat toch vooral om de opdracht van de kerk die op efficiënte manier moet worden uitgevoerd. de kerk is verslaafd aan statistieken en plannen met deadlines en projecties. Dingen moeten vooral nuttig zijn. Er is een sterke nadruk op constante activiteit.

Een verschijnsel dat beslist Amerikaans is, is dat van de ‘independent ministries’, die men ook wel aanduidt als para-church organisaties. Niemand weet hoeveel onafhankelijke organisaties er binnen de Adventkerk wereldwijd zijn, maar naar schatting zijn het er zeker meer dan duizend. Als men in Amerika een uitdaging ziet die om actie vraagt, dan begint menig Amerikaanse kerklid meteen plannen te maken. De vraag is dan niet: zou dit een taak van de kerk kunnen zijn en hoe zou dit passen binnen bijv. het diaconaat van de kerk, of binnen de gevestigde kanalen voor de zending? Nee, de vragen die dan rijzen zijn veeleer: Hoeveel geld heb je ervoor nodig? En hoeveel menskracht vergt het? En zodra je dat weet begin je een onafhankelijke toko om de kerk te helpen bij de uitvoering van een specifiek project. Soms willen deze clubs nauw met de kerk samen werken, en soms is dat niet of veel minder het geval.  In Europa wekt die aanpak bij velen aanzienlijke weerstand op. Het past echter prima in de Amerikaanse kerkelijke cultuur.

Het is slechts een enkel voorbeeld. Ik ga nu met plezier verder lezen in het boek over de reis die Mak maakt zonder John Steinbeck (vandaar de titel).  Ik heb zojuist Maks verhaal over zijn bezoek aan Detroit, Kalamazoo en Chicago gelezen. Ik zie heel scherp voor me wat hij beschrijft. Het is buitengewoon boeiend. Maar ik zou de polder rond Zeewolde niet graag willen verruilen voor Michigan, Indiana of Illinois! [En ik geef ook duidelijk de voorkeur aan de Europese versie van het adventisme, boven de Amerikaanse.]



[1]  Reinder Bruinsma, Geloven in Amerika: Kerken, Geschiedenis en Geloof van Christenen in de Verenigde Staten (Zoetermeer: Uitgeverij Boekencentrum, 1998).

[2]  Reinder Bruinsma, ‘Culture and Adventism: Europe and the United States as a Case Study’,  Spectrum, winter 2005.