Bartlett, Ruguri, enz.

Het nieuwe jaar is voor mij rustig begonnen.  Na een fijne Kerst en een paar ontspannen dagen rond ‘oud en nieuw’, met een paar mooie boeken en een bezoek aan het Letterkundig Museum in Den Haag (waar ik nooit eerder was geweest) gaan we er weer met nieuwe energie tegenaan.

 

Ik kreeg een flinke hoeveelheid reacties op het artikel dat in het decembernummer van het Ministry magazine verscheen, waarin ik pleit voor een meer relaxte houding ten aanzien van de ontwikkeling van ‘de leer’ dan we momenteel vaak in de Adventkerk zien. Dat vond bij velen hartgrondige instemming. Een van de bloggers in Adventist Today schreef dat hij, als hij daartoe de macht had, van alle kerkleiders zou eisen dat ze het artikel op de deur van hun koelkast zouden plakken en er dagelijks naar zouden kijken!

 

Nu we aan een nieuw jaar beginnen hoop ik dat velen, binnen en buiten de kerk, de moed zullen hebben om zaken aan de orde te stellen—ook als ze daarbij op weerstand zouden kunnen stuiten.  En, als ik al een goed voornemen heb, dat is het dit: mijn stem laten horen over dingen die mijns inziens aandacht behoeven en moeten veranderen.  Ik zie dingen in mijn kerk die in die categorie vallen en waarover we met elkaar in gesprek moeten blijven.  Ik wil twee voorbeelden noemen van recente gebeurtenissen die ons bezig moeten houden.

In de eerste plaats noem ik de afschuwelijke schietpartij op 14 december in een basisschool in Newton, een klein plaatsje in de Amerikaanse staat Connecticut, waarbij 27 slachtoffers vielen. Onvermijdelijk komt het politieke geharrewar in de VS over het recht op wapenbezit weer op gang. Bij veel Amerikanen is er gelukkig het besef dat er minder wapens in omloop zouden moeten zijn.  Maar lang niet iedereen denkt er zo over. De machtige wapenlobby kwam met het krankzinnige voorstel om bij elke school gewapende (!) bewakers aan te stellen. Het motto is daarbij dat een goede man met een wapen het enig juiste antwoord is op een slechterik met een wapen.

In de eerste fase van haar bestaan was de Adventkerk faliekant tegen het hanteren van wapens. Adventisten waren principiële non-combattanten.  Het gebod “Gij zult niet doden’ werd heel strikt toegepast. In veel landen is dat standpunt echter al lang losgelaten. Waar ooit Amerikaanse adventisten al het mogelijke deden om te vermijden dat ze gewapende militaire dienst moesten doen, is het voor velen nu een eer om (elders in de wereld!) voor hun land te vechten. Veel adventisten in de VS verdedigen het bezit van vuurwapens en training in het gebruik ervan.  Na de tragedie in Newton verscheen op de Spectrum-website een artikel over het standpunt van Roscoe Barlett. Hij was lid van het Amerikaanse Congress voor de Republikeinen. Van alle adventisten in die functie heeft hij die positie het langste gehad, nl. van 1993 tot januari 2013.  Roscoe Barlett heeft gestudeerd aan wat nu de Washington Adventist University heet en is niet alleen steenrijk maar is ook lid van de Adventkerk. Dat heeft hem er niet van weerhouden consequent te stemmen tegen elke poging om wapenbezit aan banden te leggen. Hij noemde dergelijke initiatieven ooit ‘ongrondwettelijk’ en ‘onlogisch’.  Het stemt me droef als ik iets dergelijks lees. Temeer omdat hij de mening van veel van mijn geloofsgenoten vertolkt.

Dan is er het incident rond ds. Blasius Ruguri, de voorzitter van de Adventkerk in de regio Oost-Centraal Afrika. Volgens persberichten zou hij verklaard hebben geheel akkoord te zijn met voorstellen die aan het Oegandese parlement zijn aangeboden ten aanzien van het bestraffen van homoseksualiteit. Daarbij zou zelfs de doodstraf tot de mogelijkheden moeten behoren. Ruguri verklaarde later, nadat er nogal wat commotie was ontstaan, dat hij dit nooit zou hebben beweerd.  Hij zou slechts het officiële kerkelijke standpunt hebben weergegeven en vervolgens zouden zijn woorden verkeerd geciteerd zijn. Helaas moet gevreesd worden dat Ruguri zich op zijn minst heel ongelukkig heeft uitgedrukt. Maar zeker is wel dat er velen onder onze Afrikaanse broeders en zusters zijn die zich volledig met de Oegandese plannen zouden kunnen verenigen. Dat werd me ook wel duidelijk toen ik een paar jaar geleden een maand in Oeganda doorbracht aan de Adventistische universiteit in dat land.  En ook dat ligt me zwaar op de maag.

Laten we in dit nieuwe jaar niet bang zijn om de dingen bij hun naam te noemen en onze stem te laten horen als er, zowel binnen als buiten de kerk, dingen zijn die tegen ons geweten ingaan en aan de kaak moeten worden gesteld. Ik ben dat in elk geval van plan via dit bescheiden blog-kanaal!