Koud

 

Het is koud in Nederland.  In veel vragen en opmerkingen die je om je heen hoort komt het woordje ‘koud’ terug.  ‘Is het koud buiten?’ is nu een veelgehoorde vraag, voordat mensen naar buiten gaan. ‘Hoe koud wordt het nog deze week?’ ‘Hoe koud voelt het?’ Het heeft nu een paar dagen achter elkaar gevroren en uit de opmerkingen die je alom hoort zou je kunnen opmaken dat ons land een flink stuk richting Siberië is opgeschoven.  Op een paar plaatsen kwam het kwik in ons land de afgelopen dagen dicht bij de  -10 C.  Op het moment dat ik dit schrijf ben ik vandaag nog niet buiten geweest, maar volgens mijn computer is het nu ongeveer -5 C.  Is dat echt koud?

De meeste dingen zijn relatief.  Hoe hard moet het vriezen voordat het ‘echt koud’ is? Eergisteren sprak ik even per Skype met mijn zoon in het noorden van Zweden.  Ik vertelde hem dat het winter was geworden in Nederland. Hij lachte een beetje. ‘Bij ons was het gisternacht min 32,’ zei hij. ‘Da’s pas koud.’

Ja, de kou in Nederlands is een enorm verschil met de plus 45 die men momenteel in delen van Australië meet. En het is een gigantisch verschil met het absolute nulpunt.  Kouder dan nul graden op de Kelvin-schaal kan het niet worden, zo vertelt ons de wetenschap. Dat is omgerekend min 273 graden Celsius  Maar gelukkig wordt het op aarde nooit zo koud. Het is maar heel zelden, en op weinig plaatsen, kouder dan rond de min 50 C.  Als je op een hoogte van 10 km boven de aarde vliegt, kan de buitentemperatuur wel – 50 C zijn, maar hoewel die koude lucht dichtbij is, is hij gelukkig tegelijkertijd ver weg!

Koude kan vervelend zijn. Maar de meesten van ons zijn in staat om voldoende warme kleding aan te schaffen en bijna alle huizen hebben tegenwoordig centrale verwarming. Mijn zoon in Zweden kan zijn auto vanaf enige afstand elektrisch voorverwarmen, zodat de temperatuur al bij het instappen behaaglijk is.

Voor vorige generaties was dat wel anders.  Nog maar zo’n vijftig jaar geleden hadden de meeste huizen alleen verwarming in de woonkamer en was het in de slaapkamers soms zo koud dat je adem boven de dekens bevroor.  Soms kon je met een straalkacheltje andere ruimten in je huis wat warmer maken, maar na dagenlange koude werden delen van je huis vaak een soort ijskelder.

In mijn jeugd woonde ik geruime tijd in een watermolen in de Schermer. Dat was pas koud als het in de winter stevig vroor! De wandeling in de nacht naar ‘het huisje’ (het toilet) boven de sloot op zo’n twintig meter afstand van ons ‘huis’ was een onderneming die je bij temperaturen onder het vriespunt zo lang mogelijk probeerde uit te stellen. Ik sliep gedurende een aantal jaren in een ‘kamer’ aan de voorzijde van de molen. Daaronder bevond zich het water (of het ijs). De vloer van mijn ‘kamer’ bestond uit houten planken, zonder enige isolatie. De wind gierde soms om de molen en wist door de talloze kieren en naden naar binnen te dringen.  Ik weet het nog heel goed:  Dat was pas koud!

Maar, laat ik niet alsnog al teveel medelijden hebben met mezelf en met het gezin waarvan ik deel uitmaakte. Want echt koud is het pas als je dakloos de winter moet zien door te komen en er zelfs geen ruimte voor je is in de noodopvang, zoals in heel wat wereldsteden voor veel daklozen nog het geval is.  Echt koud is het pas als je geen inkomen hebt en je verwarming wordt afgesloten. omdat je je rekening niet hebt kunnen betalen. En echt koud is het pas als je in Jordanië of Turkije in een opvangkamp voor Syrische vluchtelingen moet bivakkeren, onder een tentdoek, terwijl het buiten sneeuwt.

Voor ons kan een paar weekjes kou wat extra stookkosten betekenen, een paar weekjes vorstverlet of een deukje in de auto vanwege een slip tegen een paaltje. Voor heel veel mensen in de wereld is het echter een kwestie van leven of dood. Het blijft een reden van grote dank als je tot het ‘rijkere’ deel van de wereldbevolking behoort.  Misschien zou de huidige kou een extra impuls moeten zijn om een bedragje over te maken op de bankrekening van een organisatie die mensen die echt in de kou zitten een steuntje in de rug probeert te geven.

[PS:  Ik ga straks een bedragje overmaken op rekening 6868 van het Rode Kruis voor hulp aan de Syrische vluchtelingen. Doe jij het ook?]