Gemengde gevoelens

 

[Zaterdagavond, 23 maart 2013] Vandaag is er weer een fase van mijn leven afgesloten. Dat klinkt dramatischer dan het is.  Toen ik in september 2011 de job van voorzitter van de Adventkerk in België en Luxemburg accepteerde, wist ik dat het tijdelijk zou zijn. Ik zou het ongeveer een jaar doen. Het is anderhalf jaar geworden en ik heb er wel op moeten letten dat het niet langer zou worden. Ik startte met veel twijfel of het wel verstandig was om aan zo’n avontuur te beginnen. Er was binnen de kerk bij onze zuiderburen niemand gevonden die bereid was, of zich in staat achtte, de voorzitterstaak op zich te nemen. Zou ik als gepensioneerde buitenlander daar dan zomaar in kunnen stappen en iets nuttigs kunnen uitrichten?

Ik heb geprobeerd meer te zijn dan iemand die een tijdje op de winkel paste. Ik heb geprobeerd een aantal dingen op de rails te krijgen en vooral te werken aan verbetering van allerlei onderlinge relaties. Ik heb het gevoel dat ik in een aantal opzichten wel wat heb bereikt. Maar ik ben me er ook van bewust dat er nog stapels uitdagingen liggen en dat ik natuurlijk ook de nodige steken heb laten vallen. Met gemengde gevoelens heb ik vandaag officieel afscheid genomen van de kerk in de Belgisch-Luxemburgse Federatie.

Tijdens een speciale sabbat voor de gehele kerk in België en Luxemburg heb ik vandaag het stokje doorgegeven aan Jeroen Tuinstra. En daarmee heeft de kerk in deze contreien opnieuw een Nederlandse voorzitter.

Ja, het was met gemengde gevoelens.  Het was best een flinke, en soms lastige klus. Ik kon bij veel dingen op een stuk ervaring terugvallen, maar ik kwam ook voor geheel nieuwe uitdagingen te staan.  Ik wist natuurlijk dat er verschillen zijn in mentaliteit en cultuur tussen Nederland and België. Ik heb in de loop der jaren ervaren dat omgaan met andere culturen vaak lastiger is naarmate die culturen uiterlijk meer op elkaar lijken, maar onder de oppervlakte toch heel verschillend blijken te zijn. Daarom kan het, bijvoorbeeld, voor een Amerikaan heel verwarrend zijn om met een Australiër te moeten samenwerken. Ze zien er hetzelfde uit, maar ze reageren lang niet altijd hetzelfde op bepaalde situaties. En zo was het toch ook wel verrassend (en boeiend) om te ervaren hoeveel Belgen en Nederlanders op elkaar lijken en tegelijk van elkaar verschillen.

Ik merkte dat ik niet langer over onbeperkte hoeveelheden energie beschik en dat de taak daarmee fysiek zwaarder was dan ik had verwacht. Maar, natuurlijk, is dat ook het gevolg van hoe ik in elkaar zit. Ik heb de neiging me op allerlei zaken te storten die andere ‘tijdelijke’ voorzitters wellicht meteen op het ‘to do’ stapeltje van hun opvolger zouden hebben gelegd.

Maar ik merkte ook hoe verrassend welkom ik was en hoe (voor mij toch wel onverwacht) positief mijn collega’s op kantoor en in de gemeenten mij tegemoet traden en samen met mij dingen wilden oppakken.  Natuurlijk ben ik niet bij iedereen geliefd en gewaardeerd geworden. Er zijn ongetwijfeld mensen in de Belgische kerk die mijn soort humor niet altijd begrijpen en ik weet dat er ook wel hier en daar kerkleden zijn die vinden dat ik theologisch veel te liberaal ben. Vaak worden ze niet gehinderd door veel kennis van wat ik precies over allerlei zaken denk, maar dat zij zo. Maar ook vandaag heb ik weer op allerlei manier kunnen ervaren dat ik werd geaccepteerd, en echt deel ben geworden van de kerk in de België en Luxemburg.

Mijn opvolger, Jeroen, komt in een warm bad. Natuurlijk is hij geen jongere kopie van mij en gaat hij dingen anders aanpakken. Hij heeft andere (en misschien, meer) talenten dan waarover ik beschik, maar zal ook andere fouten maken dan ik heb gemaakt. Het wordt even wennen, voor hem en voor zijn collega’s, en voor de kerk in het algemeen. Hij zal ontdekken hoe ingewikkeld de kerk in België soms in elkaar steekt, maar ook hoeveel mogelijkheden en kansen er zijn.

Het is de bedoeling dat ik me de komende maanden nog met enkele dossiers zal bezighouden en ik zal ook het voorrecht hebben om eind april als buitengewoon afgevaardigde aan het uniecongres van de Frans-Belgische Unie deel te nemen. En als Jeroen er behoefte aan heeft om me af en toe eens te mailen en graag wil weten waarom ik in vredesnaam een bepaalde brief heb geschreven of met een bepaald voorstel akkoord ben gegaan, dan weet hij dat ik redelijk snel op mijn mail reageer! Maar, hij hoeft niet bang te zijn dat ik geen echt afscheid heb genomen.

Ik hoop, nu ik voor de tweede keer met emeritaat ga, weer wat meer tijd voor mezelf (en voor mijn vrouw en onze sociale contacten) te hebben. En er zijn enkele boeken die wellicht geschreven gaan worden, etc., etc.  Om te beginnen ben ik maandag een hele dag thuis (op een tandarts-afspraak na). Maar op dinsdag vertrek ik voor een weekje naar Beiroet. Daarover doe ik dan wel in mijn volgende blog verslag.

Ten slotte: Jeroen, het ga je goed. Veel zegen en veel inspiratie toegewenst. Geniet van de frites, maar vooral ook van de wijze waarop de mensen in België en Luxemburg je (zowel letterlijk als figuurlijk) zullen omarmen. Daar moet je als stijve Hollander wel even aan wennen!