Solidariteit

Voorjaar 2008 bracht ik samen met mijn vrouw een bezoek aan Andrews University in Berrien Springs (Michigan). We woonden en werkten daar aan het begin van de jaren negentig een paar jaar. Het was spannend weer eens terug te zijn en te zien hoe alles er nu uitziet. Er was het nodige veranderd op de universiteitscampus. Het gebouw van de theologische faculteit heeft een ingrijpende renovatie en uitbreiding ondergaan. Er is een gebouw voor de beoefening van de ‘schone kunsten’ gekomen, met o.a. een flinke concertzaal. En er werd hard gewerkt aan andere aspecten van het uiterlijk van het paradepaardje van adventistisch onderwijs. Met deze ontwikkelingen zijn vele miljoenen dollars gemoeid. De kerk steekt er veel geld in, maar gelukkig zijn er van tijd tot tijd ook zeer gulle gevers die grote bedragen doneren. Ik ben nu op een andere campus. De komende drie weken vertoef ik op de campus van een adventistische universiteit in een heel andere wereld. Vanaf de hoofdstad Kampala (Oeganda) voert de tocht eerst een dertig kilometer over een ooit geasfalteerde weg die dan overgaat in een onverharde weg van het bekende Afrikaanse type: vol kuilen, rood, stoffig en met allerlei voorwerpen, dieren en mensen die er niet op thuishoren. De huizen maken plaats voor huisjes en dan voor armzalige bouwsels die die naam niet mogen dragen.

En dan is er plotseling de campus van Bugema University. Het hart van de campus is een (onverhard) plein waaromheen de belangrijkste gebouwen staan, met daarom heen tientallen andere gebouwen en gebouwtjes. Het is er schoon, maar het vraagt weinig fantasie te bedenken hoe het eruit ziet in het regenseizoen. Elk vleugje luxe is ver te zoeken. De collegebanken zijn middeleeuws hard. Het cafetaria is een grote kale ruimte met een betonnen vloer, gemeubileerd met verveloze tafels en banken die er waarschijnlijk staan sinds het instituut in 1948 werd gesticht. De bibliotheek is redelijk ruim, maar datgene wat je in een bibliotheek verwacht (namelijk boeken) is er maar heel mondjesmaat. Ter vergelijking: Newbold College in Engeland (met ongeveer een tiende van het aantal studenten) heeft minstens twintig keer zoveel boeken.

De twee instituten zijn onderdeel van één en dezelfde kerk en dienen één en hetzelfde doel. Waarom is er dan zoveel verschil? Zodra je die vraag stelt weet je dat daar geen antwoord op is. Je kunt—zelfs als geld geen enkel probleem zou zijn—natuurlijk geen Amerikaanse luxe overplanten naar sub-Sahara Afrika. En je kunt ook niet verwachten—zelfs als er sprake is van onbeperkte zelfverloochening—dat studenten in Amerika of Europa met een kopie van Afrika genoegen nemen. Maar toch. . . Het verschil is schokkend groot. Te groot. Het studiegeld voor Bugema is laag: ongeveer 600 dollar per semester (inclusief wonen en maaltijden). Dat is wel wat anders dan de al gauw 10.000 tot 12.000 dollar (of nog meer) per jaar die je aan een Amerikaans college kwijt bent. Maar voor veel studenten hier is 600 dollar een haast onoverkomelijke barrière. Als er dan ook nog studieboeken moeten worden gekocht, dan is de ramp helemaal niet te overzien. Voor één van mijn vakken moeten de studenten een boek kopen van ruim 12 dollar (zeg maar 10 euro). Voor de meesten is dat bedrag niet haalbaar. Ik heb de prijs daarom maar verlaagd tot 4 dollar. Ik heb de boeken uit Amerika laten komen en heb de kosten voorgeschoten. De paar honderd dollar die ik erbij inschiet kan ik me uiteindelijk beter permitteren dan dat de studenten de volle prijs van het boek moeten ophoesten.

Tja, zoveel studenten die er alles voor over hebben een opleiding te krijgen. Waarom wordt het ze niet een beetje gemakkelijker gemaakt! De Adventkerk heeft solidariteit altijd hoog in het vaandel gehad. Er wordt nog steeds heel veel gegeven voor projecten in de derde wereld, ook voor Bugema University. Maar echt, het is niet genoeg. Ik heb momenteel het voorrecht dat weer eens met eigen ogen te zien.