Zwarte Piet

 

Groeten uit België. Vrienden die op vakantie zijn hebben ons hun huis een tiental dagen ter beschikking gesteld. En zo vertoeven we uiterst gerieflijk in de omgeving van Antwerpen. We hebben wel een stapeltje werk meegenomen, maar vieren toch ook vakantie. Het geeft ons de gelegenheid een paar goede vrienden en bekenden te ontmoeten, in Antwerpen te preken, even naar het kerkelijk kantoor in Brussel te gaan en vooral ook een paar musea te bezoeken. Dat betrof o.a. het M-museum in Leuven—een mooi museum dat in een uitzonderlijk fraai gebouw is gevestigd, vlak bij het schitterende Gothische stadhuis op de Grote Markt. Meer dan de moeite waard.

Mijn vrouw en ik hadden het museum voor Hedendaagse Kunst in Antwerpen nooit eerder bezocht. Daar ging het ons vooral om de tijdelijke tentoonstelling ‘Schilderijen en zo’ van de Amerikaanse kunstenaar Kerry James Marshall. Marshall is een belangrijke zwarte kunstenaar die in het Zuiden van de Verenigde Staten werd geboren en nu in Chicago woont. Nadat deze grote overzichtstentoonstelling van zijn werk enkele maanden in Antwerpen is geweest, verhuist deze naar Kopenhagen, Barcelona en Madrid.

Als ik een titel voor de tentoonstelling had moeten bedenken had ik waarschijnlijk iets voorgesteld waarin de tegenstelling zwart-wit is verwerkt. Want dat viel mij vooral op: dit is een andere wereld die aan mij werd voorgeschoteld: een wereld van racisme en onderdrukking zoals ik die als blanke nauwelijks ken. Het is overigens goed dat ik als blanke van tijd tot tijd met die wereld wordt geconfronteerd. De indringende zwartheid van veel van de kunstwerken van Marshall is een brok samengebalde ervaring, een levensgeschiedenis en een  ‘statement’ die indruk maakt.

In deze zelfde week kon ik van een afstand de discussie in Nederland volgen die steeds heftiger lijkt te worden en die nu zelfs de aandacht heeft getrokken van de Verenigde Naties: de vraag of de Zwarte Piet uit het St. Nicolaasfeest moet verdwijnen, omdat deze zwarte figuur een pijnlijk restant is van een afschuwelijk racistisch verleden. Het kan toch niet meer, zegt men, dat in de eenentwintigste eeuw een zwarte medemens wordt neergezet in de rol van een slaaf. Mijn waardering voor de activiteiten van de Verenigde Naties is deze week bepaald niet gestegen. Heeft deze organisatie geen belangrijkere zaken om mee bezig te zijn?

Ik heb geprobeerd me in te denken hoe het voor een Afrikaan, een Surinamer of een Antilliaan, moet zijn om plotseling een Sint en zijn zwarte stafmedewerkers door de Nederlandse straten te zien flitsen. Komen dan onmiddellijk pijnlijke herinneringen boven van voorouders die als levende marktwaar werden verkocht en vervolgens levenslang op plantages moesten werken? Dat lijkt me flink overdreven.  Toen ik zelf (inmiddels vele jaren geleden) jaarlijks als goedheiligman optrad en vergezeld van een tweetal pieten, op een geleende schimmel, naar een basisschool en naar zieke kinderen thuis ging, is het nooit bij me opgekomen dat ik medeplichtig was aan een versterking van racistische denkbeelden in tere kinderzieltjes.

Trouwens, als er mensen zijn die zich beledigd voelen door het verschijnsel ‘Zwarte Piet’, dan heb ik eigenlijk ook wel het recht mij zwaar gekwetst te voelen. Als lid van de geestelijke stand zou ik mij uiterst gefrustreerd kunnen voelen als ik zie hoe een katholieke collega steeds maar weer op karikaturale ten tonele wordt gevoerd.  En, laten we eerlijk zijn: dan is het ook hoog tijd dat er een discussie wordt gevoerd  over de Kerstman, want het is toch ontoelaatbaar dat elk jaar weer in grote delen van de wereld de draak wordt gestoken met oudere, bebaarde en nogal zwaarlijvige mannen. Treurig, dat de VN daar niets aan doet!

Mijn conclusie? Ga, als je de kans hebt kijken naar de indrukwekkende visuele boodschap van Kerry James Marshall. Dat gaat over iets belangrijks. Maar luister niet naar het gezever over onze Zwarte Piet, want dat gaat echt nergens over.