Competitie

 

Ik heb me deze week behoorlijk geërgerd aan Sven Kramer. Ik stoorde me vooral aan het moment dat hij de bloemen weggooide nadat hij in Sotsji zilver had gewonnen op de 10.000 meter schaatsen voor mannen. Hij had zijn zinnen gezet op goud en kon het niet verkroppen dat Jorits Bergsma hem met ruim vier seconden had geklopt! Ik kan me nog wel voorstellen dat het een teleurstelling is als je niet krijgt waarop je intens hebt gehoopt, maar een tweede plaats bij een Olympisch wereldtoernooi is toch ook een uitzonderlijke eer.

Eventjes kwam bij het zien van dit onvermogen van Sven om met ‘verlies’ om te gaan, bij mij de gedachte boven dat de klassieke adventistisch afwijzing van competitive sports misschien toch wel goed was. Want heeft competitie niet het enorme gevaar dat mensen zo in de krachtmeting met anderen opgaan dat ze waarden als kameraadschap, sportiviteit en blij-kunnen-zijn met het succes van een ander volledig vergeten?

Nog in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw probeerde de Adventkerk het deelnemen aan sportcompetities door adventistische scholen tegen te gaan en werden ook individuele kerkleden ontmoedigd om aan wedstrijdsporten deel te nemen.  Leiders van de kerk verwezen bij herhaling naar de adviezen van mevr. Ellen White, die weliswaar geen totale ban uitsprak over sport als zodanig, maar wel vond dat het competitie-element alleen maar geestelijke schade veroorzaakte.

Er is inmiddels op dit punt wel het nodige veranderd (zie ook mijn vorige blog waarin ik melding maakte van de adventistische winnares van de ING New York Marathon). In de online editie van de Adventist Review las ik deze week over over Kenesha Bennett, een adventistische studente in de VS die deel had genomen aan de Jeopardy TV wedstrijd. Bij mijn mail van donderdagmorgen was de nieuwsbrief van Oakwood University—de adventistische universiteit in de Verenigde Staten die in het verleden vooral het zwarte deel van de kerk bediende.  In deze aflevering stond een bericht over de Home Depot’s Retool Your School Competition—een wedstrijd voor studenten die daarmee geld kunnen verdienen voor het college of de universiteit die zij bezoeken. In hetzelfde nummer van dit nieuwsbulletin was te lezen dat studenten van Oakwood University al een aardig stuk waren opgeschoten in de Honda Campus All-Star Competition—een of ander quizz-tournooi voor studenten waarin ze vorig jaar de halve finale bereikten. En het is tegenwoordig niet moeilijk om in de adventistische media legio voorbeelden te vinden van adventistische school- en collegeteams die aan sportcompetities meedoen en hemelhoog geprezen worden als ze een prijs in de wacht slepen.

Het debat over de morele aspecten van deelname aan competities is goeddeels verstomd.  Dat is gebeurd zonder dat de kerk een ingewikkeld besluitvormingsproces nodig had, waarin  een stemming ons ten slotte moest vertellen hoe we met het betreffende probleem in de toekomst zouden omgaan. Soms is de beste manier om een verandering te bewerkstelligen simpelweg geduld te oefenen en een eenmaal ingezette ontwikkeling rustig zijn gang te laten gaan. Als de kerk die weg had bewandeld ten aanzien van de officiële rol van de vrouw in de kerk, zou het probleem waarschijnlijk inmiddels zijn opgelost. Maar door een ingewikkelde, formele route te kiezen die uiteindelijk op een stemming tijdens een wereldcongres moet uitlopen, blijven mensen zich aan weerskanten van de frontlinie ingraven om elkaar op het finale moment de beslissende klap te kunnen toedienen.

In veel andere kerken is het besef beter doorgedrongen dat veranderingen meestal processen zijn die (soms veel) tijd kosten. Maar veranderingen in theologie en/of in de manier van kerk-zijn komen niet gemakkelijk (en zeker niet pijnloos) via een democratische ‘de helft-plus-één’ -strategie tot stand. De Geest moest zijn werk doen en de eeuwige Geest van God heeft nu eenmaal de tijd!

Hoe de standpunten in de kerk ten aanzien van competitie-elementen in sport en andere activiteiten in enkele tientallen jaren veranderd zijn zonder dat er studieconferenties over gehouden werden en erover gestemd moest worden is er een simpel voorbeeld van hoe veranderingsprocessen kunnen verlopen. Ik zou er voor willen pleiten meer ruimte te bieden voor een dergelijke benadering bij ‘issues’ waarmee de kerk in onze tijd te maken heeft.  Zou dat misschien een aspect kunnen zijn van de ‘lijdzaamheid van de heiligen’ die de gelovigen in de eindtijd dienen te bezitten?