Het benoemingscomité

 

Een van de adventistische tijdschriften in de Verenigde Staten heeft me onlangs gevraagd om tegen het einde van dit jaar een substantieel artikel te leveren over de manier waarop de Adventkerk haar leiders kiest. Het is de bedoeling dat ik niet alleen naar het verleden kijk en analyseer hoe de verkiezingsprocedures tijdens recente wereldcongressen zijn verlopen, maar ook mogelijke alternatieven bespreek. Een fascinerende opdracht dus.

Toen ik deze week een uurtje op een terrasje zat op het plein voor de aankomsthal van London Luton Airport—waar ik, met een kartonnen bekertje Nero-koffie voor me, op iemand zat te wachten met wie ik een bespreking zou hebben alvorens ‘s middags weer met Easyjet naar het vaderland terug te keren—probeerde ik op een rijtje te zetten welke dingen ik voor dat artikel nader moest onderzoeken.

Er zijn allerlei dingen die we vanzelfsprekend vinden. Bij verkiezingsprocedures in de kerk, op allerlei niveaus, werken we gewoonlijk met een benoemingscomité dat voorstellen uitwerkt, die dan vervolgens, vaak zonder veel discussie, door de plenaire vergadering worden afgestemd. Eén van de dingen op het lijstje van de vragen die ik nader moet onderzoeken is waar we dat systeem aan hebben ontleend.  Zijn adventisten vanaf het allereerste begin op die manier te werk gegaan? Hebben zij destijds die werkwijze bij anderen gezien? Misschien bij de zgn. Christian Connexxion, waartoe o.a. Adventpioniers als James White and Joseph Bates behoorden, voordat zij, via de Miller-fase, Adventgelovigen werden? Of is het iets van methodistische oorsprong? Of kwam het gebruik van een benoemingscomité pas veel later in zwang?  Als dat zo was, hoe dan?

In de boekenkast in mijn studeerkamer staan heel wat boeken over de geschiedenis van het adventisme. In totaal beslaan zij ongeveer vier meter plankruimte. Maar een eerste vluchtige verkenning leverde geen informatie op dit punt op. Een paar uurtjes speuren in het materiaal dat de archiefafdeling van de wereldkerk on-line heeft gezet, hielp me evenmin. Ik besloot een mail te sturen aan Bert Haloviak, de man die jarenlang de archivaris was van het hoofdkantoor van de kerk in de VS.  Hij is vooral ook een autoriteit ten aanzien van de Christian Connexxion.  Hij antwoordde mij prompt dat hij het antwoord op mijn vraag niet wist. Hij had wel een paar tips voor me over waar ik mogelijk iets zou kunnen vinden.

Vreemd eigenlijk dat het soms zo moeilijk is om te achterhalen hoe een bepaalde traditie de kerk is binnengekomen.  Dat betreft heel veel meer dingen dan alleen de rol van een benoemingscomité. Maar we raken vaak zó aan dingen gewend dat ze een aureool van heiligheid—of in elk geval van permanente waarde—krijgen die het haast onmogelijk maakt om er eens fris tegen aan te kijken en ons af te vragen: ‘Ja, waarom doen we het eigenlijk zo? Zijn er geen andere, misschien betere, manieren?’

Zou, bijvoorbeeld, de opdracht aan een benoemingscomité tijdens een vijfjaarlijkse  generale conferentie niet kunnen luiden: ‘Geef ons twee of drie geschikte kandidaten voor de belangrijkste posten in de kerk en laat de 2000-plus afgevaardigden uit de gehele wereld steeds uit die twee of drie namen kiezen.  Dat zou het verkiezingsproces een geheel nieuwe dimensie geven. (In alle eerlijkheid moet ik wel vermelden dat ik bepaald niet de eerste persoon ben die aan deze mogelijkheid denkt.)

Wel, als u nieuwsgierig bent naar wat ik ontdek over het ontstaan van ons huidige kerkelijke verkiezingssysteem en ook naar wat ik te zeggen heb over andere zaken die verband houden met de verkiezingen van de wereldleiders, houd dan in begin 2015 Adventist Today in de gaten! Er wordt door een aantal schrijvers gewerkt aan boeiende artikelen boordevol informatie en creatieve ideeën! Ik hoop dat ook mijn bijdrage de moeite waard zal zijn!