Ja, nee–ja als, nee tenzij

 

Vorige week werd in Silver Spring (vlak bij Washington, DC) de laatste van de vier vergaderingen gehouden van de TOSC  (Theology of Ordination Study Committee). Ruim honderd commissieleden (zowel voor- als tegenstanders van de inzegening van vrouwelijke predikanten) hadden de opdracht hun advies aan het hoogste bestuur van Adventkerk af te ronden.  Helaas kwam er geen consensus-rapport. Om het nog ingewikkelder te maken dan het al was eindigde deze laatste vergaderronde met een driedeling:  (a) voorstanders, (b) tegenstanders en (c) degenen die een compromisvoorstel steunden.

Als je (a) en (c) bij elkaar optelt kom je aan een ruime meerderheid die de inzegening van vrouwelijke predikanten, al dan niet onder voorwaarden, steunt.  Als je (b) en (c) bij elkaar optelt kom je echter ook aan een flinke meerderheid die inzegening verwerpt of het verwerpt als niet aan (m.i. onaanvaardbare condities) wordt voldaan.  Het resultaat van deze geld- en tijdverslindende exercitie is, zowel vanuit het perspectief van de voorstanders als van de tegenstanders, uiterst onduidelijk en onbevredigend.

De afgelopen maanden heb ik veel gehoord en gelezen over dit onderwerp. Heel bedenkelijk is dat er de laatste maanden een nieuw element in de discussie is binnengeslopen dat door een deel van de tegenstanders van vrouwen-inzegening met passie is omarmd.  Dat betreft de zgn. ‘headship’ theologie, die vanuit fundamentalistische kringen de Adventkerk is binnengehaald.  Daarbij moeten we denken aan de grote invloed van mensen (ook onder adventisten) als Bill Gothard (google maar even!) en ook van adventistische theologen als de inmiddels overleden Samuel Bacchiocchi. Vooral de laatste tijd komt deze filosofie meer op de voorgrond dan ooit tevoren.

Het gaat daarbij om de vraag of mannen door God een hogere plaats in de geschapen rangorde hebben gekregen dan vrouwen.  Ja, zeggen de voorstanders van deze gedachtegang. Adam werd immers het eerst geschapen. Pas daarna vormde God Eva als Adams helpster. En de apostel Paulus zegt toch heel duidelijk in 1 Korintiërs 11:3 dat de man het hoofd is van de vrouw! De rangorde is: God – Christus -  man – vrouw.

Het is mij een raadsel hoe intelligente theologen tot deze conclusie kunnen komen. De hoofdstukken rond 1 Korintiërs 11 (en het hoofdstuk 1 Kor. 11 als geheel), laten toch geen twijfel dat Paulus reageert op allerlei plaatselijke gewoonten en situaties, waarvan de betekenis ons goeddeels ontgaat en dat wij een dergelijk bijbelgedeelte niet moeten gebruiken om vaste regels te ontwerpen die anno 2014 overal zouden moeten gelden.

Nog bedenkelijker is dat sommige (academische!) deelnemers aan het debat met een afschuwelijke repliek komen als hun wordt voorgehouden dat, als je de ondergeschiktheid van de vrouw op basis van enkele nieuwtestamentische teksten wilt verdedigen, je ook slavernij kunt verdedigen. Er zijn immers teksten in het Nieuwe Testament die zich niet tegen slavernij verzetten. Sommigen antwoordden daarop dat een milde vorm van slavernij misschien ook inderdaad heel goed verdedigbaar is.  Maar gelukkig is dat ook de meeste tegenstanders van inzegening van vrouwen toch wel te gortig!

De leiding van de kerk is in een moeilijke positie.  Elk voorstel aan de afgevaardigden naar de komende Generale Conferentie zittingen (juli 2015 in St. Antonio, Texas) zal tot grote controverses en langdurige onrust leiden.

Ik ben een vurig voorstander van de inzegening van vrouwelijke predikanten. Ik ken de teksten die steeds worden aangevoerd om de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen te motiveren, maar ik kan eenvoudigweg een van de kernprincipes van het evangelie niet wegmoffelen, namelijk dat we allemaal, of we nu man zijn of vrouw, fundamenteel gelijk zijn in Christus.

Ik ben echter ook een realist en weet dat in een complexe wereldwijde beweging, met enorme culturele verschillen en een grote verscheidenheid in theologisch denken, processen dikwijls een aanzienlijke hoeveelheid tijd kosten.

Daarom hoop ik dat het punt van de inzegening van vrouwen van de agenda van de GC 2015 zal worden afgevoerd.  Dat lijkt me voorlopig de veiligste weg. In mijn volgende blog hoop ik enkele verdere argumenten aan te voeren waarom ik tot deze conclusie ben gekomen.