Taizé

 Op een recente zondagavond zijn mijn vrouw en ik voor het eerst naar een Taizé-dienst geweest. Onze buren vertelden ons dat er ook in Zeewolde om de vier weken een Taizé-dienst wordt gehouden in een plaatselijke kerk. Aangezien we nog nier eerder bij in een dienst in die kerk waren geweest en ook wel nieuwsgierig waren naar hoe een Taizé-dienst nu eigenlijk verloopt, gingen we een kijkje nemen. We waren wat aan de vroege kant en er was nog bijna niemand toen we arriveerden. Maar gaandeweg kwamen er bezoekers, uiteindelijk ongeveer zo’n zeventig—voor een groot deel jongeren. Dat laatste verraste me wel. Ik zal er nog wel eens heen gaan, want de sfeer sprak me wel aan, al is het steeds weer herhaald mantra-achtig zingen van een paar versregels niet zo aan mij besteed.

Van een Nederlandse collega weet ik dat hij elk jaar een weekje gaat bijtanken in Taizé. Hij heeft er veel aan, zei hij laatst nog tegen mij. Een paar weken geleden zag ik op Newbold op het prikbord in de theologische afdeling een aankondiging van een groepsreis naar Taizé die vanuit Newbold wordt georganiseerd. En zo af en toe hoor ik van andere adventisten dat ze in Taizé zijn geweest en daar gewoonlijk positieve ervaringen aan hebben overgehouden.

Dit is eigenlijk wel een opmerkelijke ontwikkeling. Want Taizé is niet alleen niet-adventistisch, het is oecumenisch (voor sommigen een vies woord) en van oorsprong katholiek (nog erger). In mijn zojuist aangeschafte nieuwe editie van de Christelijke Encyclopedie (voor een prikje te krijgen in de ramsj) lees ik dat Taizé opgericht werd in 1950 door Roger Schutz. Het kwam voort uit een opvang voor vluchtelingen van het Nazi-regime, maar werd omgevormd tot een charismatische, oecumenische communiteit. die zich vooral op jongeren richt.

Is het een goede ontwikkeling dat ook adventisten zich van tijd tot tijd laten inspireren door wat buiten hun eigen kerkgrenzen wordt aangeboden? Feit is dat het steeds meer gebeurt. Om een voorbeeld te noemen: Hoeveel Nederlandse adventistische jongeren naar de EO-jongerendag gaan is niet bekend, maar het zijn er heel wat. Dat lijkt mij best positief.. Want gelukkig zijn er veel christenen met wie we veel gemeenschappelijk hebben en vaak leggen zij accenten die wij wat verwaarlozen.

Maar laten we tegelijkertijd ook niet schromen mensen uit te nodigen om bij ons een kijkje te komen nemen. Want ook wij hebben veel te bieden en helaas is dat nog niet zo ver doorgedrongen als wenselijk zou zijn. En zou een Adventgemeente ergens in het land niet eens het initiatief kunnen nemen om (op een avond in het weekend!) laagdrempelige diensten te organiseren—Taizé-achtig wellicht, maar met een eigen accent (in liederen en gekozen bijbelgedeelten en wellicht een super-korte overdenking)? Er zijn overal mensen op zoek zijn naar spiritualiteit—en misschien komen er zelfs mensen op af die zichzelf nog adventist noemen maar die we al jaren niet in de reguliere diensten hebben gezien! Is het het proberen waard?