Waarom?

[Kramfors, Zweden, 22 november].  Tot de kleine avonturen van het leven behoort het bezoek aan het toilet in de woning waar je op bezoek bent of logeert. In veel gevallen is er naast het essentielë instrumentarium niet meer dan een al dan niet zorgvuldig bijgehouden verjaardagskalender. Bij ons thuis in Zeewolde wordt één muur van het kleinste kamertjes opgefleurd door een letterkast met allerlei nutteloze maar grappige snuisterijen en vindt de bezoeker aan een andere muur een aantal planken met zo’n twintigtal verschillende bloemenvazen. Heel nuttig misschien, maar ik stoot gemiddeld eens per drie weken, ook na veel jaren ervaring, nog steeds mijn hoofd aan de laagste plank.

In veel ‘vreemde’ toiletten is lectuur te vinden, of een boekje met sodoku’s of kruiswoordpuzzels. Soms zijn de wanden geheel bedenkt met prenten of familieportretjes of is er een plank met een verzameling KLM-miniatuurhuisjes. In het toilet in de woning van mijn zoon in Zweden, waar ik sinds eergisteren een weekje logeer, kan ik een affiche bestuderen met afbeeldingen van vijftig bekende Zweedse insekten (waarbij er een aantal zijn die ik niet hoop tegen te komen). En op zithoogte is een papier van A4 formaat vastgeprikt waarop in kleine lettertjes een wirwar van allerlei Engelstalige vragen te vinden is.  Why are there ants?  Why are ducks called ducks? Why do testicles move? Why are there no dinosaur ghosts? Why are there male and female bikes? Why do whales jump? Why  etc.  Ik noemde zo maar een paar van talloze vragen die je, als je goede ogen hebt, kunt ontwaren.

Ook al zijn de meeste van de vragen die ik nu al een aantal keren onder ogen heb gekregen nonsens-vragen, toch geven zij aanleiding tot wat filosofische oprispingen. We worden immers constant omgeven door hoe? wat? en waarom? vragen. Op heel wat van die vragen kunnen we met een beetje moeite een antwoord vinden. Even googlen is  het wachtwoord van onze tijd, als we iets zo snel mogelijk willen weten. Mijn zoon heeft me gisteren uitgelegd hoe Siri werkt op mijn smart phone. Ik wist niet dat die handige mogelijkheid bestond om op veel vragen een instant antwoord te krijgen.  Op veel vragen is het echter heel wat moeilijker een antwoord te vinden, maar toch zouden we veel antwoorden, in principe, kunnen ontdekken, als we voldoende tijd zouden investeren in ons onderzoek en de nodige middelen zouden hebben.

In de sfeer van religie en levensbeschouwing blijven veel vragen onbeantwoord—tenminste als we kant-en-klare wetenschappelijke antwoorden verwachten, die logisch bewijsbaar of zintuigelijk controleerbaar zijn. Bij de diepste aangelegenheden van het leven moeten we tevreden zijn met geloofsantwoorden als de waarom?-vragen aan de orde komen.

Er is echter nog een sfeer van het leven waar een kant-en-klare, logische uitleg niet bevredigt. Daarbij denk ik  aan het begrip ‘familie’. Wat is het precies wat je het gevoel geeft dat je als familie bij elkaar hoort? Waarom wil je elkaar graag regelmatig zien? En waarom is het zo bijzonder om weer eens bij je kleinkinderen te zijn, als je ze niet vaak ziet, omdat je ver weg woont? Waarom zijn die twee hummels, van respectievelijk drie en een half en zeven jaar, zo heel anders dan de andere kleuters die ik tegenkom? Het is niet dat mijn kleinkinderen nooit kibbelen of nooit zitten te klieren. Het is niet, omdat ze in alles wat ze doen, beter zijn dan alle andere kinderen van hun leeftijd. Maar toch . . .

Ja, waarom zijn deze kleinkinderen eigenlijk zo speciaal? Die vraag staat niet tussen de why’s die ik hier in het kleinste kamertje onder ogen krijg. Ik weet trouwens niet goed hoe ik die vraag zou moeten beantwoorden. Maar wat doet dat er eigenlijk toe? Ze zijn gewoon speciaal!