Vijftig

[Zondagmorgen] De afgelopen week was heel bijzonder. Niet alleen vanwege de Kerstdagen. Maar vooral ook vanwege het feit dat mijn vrouw Aafje en ik op 22 december precies 50 jaar getrouwd waren.

Als je de mijlpaal van 50 jaar huwelijk passeert word je van alle kanten gefeliciteerd, vooral als je daarover iets op je Facebook tijdlijn hebt gezet. Dat is heel leuk. Maar vijftig jaar getrouwd zijn is niet alleen leuk; het is vooral iets om heel dankbaar voor te zijn. Een huwelijk dat een halve eeuw stand houdt is weliswaar niet zeldzaam, maar er zijn toch wel heel veel stellen die dat niet halen. Om te beginnen moet je redelijk jong trouwen om een goede kans te hebben je gouden bruiloft te vieren. En tegenwoordig woont ment vaak langdurig samen voordat men officieel trouwt, en als je pas gaat tellen vanaf de dag dat je je trouwboekje kreeg heb je natuurlijk al meteen een achterstand. Maar er kunnen ook tal van andere redenen zijn waarom huwelijken een minder lang leven beschoren zijn.

Moet je volmaakt zijn om te garanderen dat je huwelijk stand houdt? Dat is in elk geval niet ons geheim geweest. Mijn vrouw is misschien iets volmaakter dan ik ben—maar dat we volmaakt zijn of dat we ons leven steeds op een volmaakte manier hebben ingevuld, nee dat kunnen we niet pretenderen. We hebben samen geen volmaakt bestaan geleid, met een volmaakt gezinsleven, maar we hebben wel een gelukkig en zeker ook een afwisselende en interessante vijftig jaar gehad—en we hopen dat we nog een flink stuk in goede gezondheid voor de boeg hebben.

Je vraagt je echter toch wel eens af—waarom is het ons wel gelukt en lukte het bij zo veel anderen niet? Natuurlijk, voorwaarde is dat je van elkaar houdt en blijft houden en elkaar trouw bent. Ik ben echter ook tot de conclusie gekomen dat je veel samen moet doen en beleven, maar dat je ook elk een stuk ruimte moet houden. Je moet gezamenlijke interesses en idealen hebben, maar ook elk je eigen interessesfeer en je eigen mening. En dat laatste is zeker bij ons wel het geval.

Deze bijzondere week is weer voorbij. Nog een paar dagen en 2014 ligt achter ons. Het is eigenlijk ook wel een bijzonder jaar geweest. Twee elementen hebben 2014 vooral voor ons getekend: onze drie maanden in Californië, waar ik als ‘visiting professor’ tijdelijk aan de Loma Linda Universiteit was verbonden en de ongelukkig val van Aafje, waardoor zij een aantal maanden nogal gehandicapt was en ik tijdelijk huisman werd. Verder was het werk aan het Festschrift voor dr. Bertil Wiklander een fors karwei, en daarnaast waren er de nodige andere projecten die ons jaar vulden.

Nu nog even een paar rustige dagen om het jaar 2014 af te ronden. Gisteren (vrijdag) hebben we genoten van een overzichtstentoonstellingen van het werk van de Russische schilder Malevich in het (prachtige, recent helemaal vernieuwde, Drents Museum in Assen. (Een aanrader!) Vandaag (zaterdag) heb ik de eerste sneeuw van het jaar getrotseerd en gepreekt in Rotterdam-Noord. En tijdens de komende dagen hoop ik  plezier te beleven aan de laatste 250 bladzijden van Bart van Loo’s fascinerende nieuwe boek over Napoleon en aan het vermakelijke boek van Herman Finkers, dat ik onder de kerstboom vond en waarvan de titel al een voorproefje is van het soort kostelijke humor waarin deze conferencier uit de Achterhoek zo uitblinkt: De Cursus Omgaan met Teleurstelling gaat wederom niet door!