Verandering van ‘benedenaf’

 

Ik hoop dat nog veel dingen in ‘de’ kerk zullen veranderen.  En vooral in ‘mijn’ kerk: de Kerk van de Zevende-dags Adventisten. Helaas zie ik de laatste jaren dat we op het hoogste niveau in mijn kerk wel veranderen, maar m.i. meestal niet in positieve zin. Op veel punten zie ik een betreurenswaardige ‘ruk naar rechts’ en een verheerlijking van het verleden, in plaats van een vernieuwend bezig te zijn met de uitdagingen van het heden en van de toekomst. Of dat op korte termijn zal veranderen? De tijd zal het leren.

Maar het lijkt erop dat het veranderen van de kerk steeds meer lokaal gebeurt en dat (zeker in de westerse wereld) de stem van de ‘wereldkerk’ steeds minder gewicht in de schaal legt. Mijn ervaring van vandaag (zaterdag 11 april) is daarvan een kleine, maar veelbetekenende illustratie.

Ik had vandaag een zgn. ‘dubbeldienst’. Dat wil zeggen dat ik op een ochtend twee maal preekte. Na ‘amen’ gezegd te hebben op de ene plaats, spoedde ik mij naar een nabijgelegen gemeente. Ik was in Huis ter Heide, en daar is de afstand tussen de gemeente in het verzorgingscentrum ‘Vredenoord’ en de gemeente Huis ter Heide in de kapel van landgoed ‘Oud Zandbergen’ slechts enkele honderden meters.

Je zou mogen verwachten dat een groep bejaarde bewoners van een verzorgingscentrum voor senioren niet direct de meest vooruitstrevende gemeente oplevert. Toch blijkt dat daar in de loop van de (niet eens zo lange) tijd allerlei vernieuwingen zijn doorgevoerd. Zo is de bijbelstudie (sabbatschool) verhuisd naar de vrijdagavond. Er brandde een kaars vooraan in de kerk en tot mijn vreugde zag ik ook de attributen voor het avondmaal op de tafel naast de kansel. Kleine vernieuwingen misschien, maar daarom niet minder belangrijk. Ze tonen aan dat er nagedacht wordt over hoe men het kerk-zijn wil beleven. Bovendien was er vanmorgen een vrouwelijke ouderling die mij begeleidde. Maar het belangrijkste is: er is een andere sfeer—een sfeer van veel meer openheid dan vroeger. En daardoor worden de diensten ook door een aantal niet-adventistische cliënten bezocht.

De ‘gemeente Huis ter Heide’, waar ik om half twaalf enigszins hijgend aankwam, stond vroeger niet direct bekend om zijn progressiviteit. Ik was er nu al een paar jaar niet geweest om te preken. Wat ik vanmorgen zag verraste mij. De gemiddelde leeftijd van de circa honderd kerkgangers is zeker niet boven de veertig. Een praise-team zorgde voor eigentijdse muziek. Het is een gemeente waar mensen met verschillende etnische achtergrond duidelijk naadloos samen-zijn en waar ook ruimte is voor mensen met een ‘andere’ seksuele geaardheid.  Kortom: ik zag een levende gemeente die de weg heeft gevonden om jongeren vast te houden en die in weinig lijkt op de gemeente die ik van vroeger kende. En ik heb niet de indruk dat het voor deze gemeente vreselijk belangrijk is wat er precies in Silver Spring of in St. Albans gebeurt en wordt besloten!

Ik zou een reeks van andere voorbeelden van veranderde, of veranderende, kerkgemeenten kunnen noemen. Dat geeft hoop voor de toekomst.  En het stemt mij blij dat de bestuurders van de Adventkerk in Nederland voor deze ontwikkeling volop ruimte bieden.  Zij hebben beter begrepen dan veel leiders op hoger niveau dat de vernieuwing van de kerk vanuit de plaatselijke kerken komt. Want laten we nooit vergeten dat dit het model is dat het Nieuwe Testament ons aanreikt. Overkoepelende structuren zijn nodig, maar het zijn niet meer dan hulpmiddelen. De kerk is in de eerste plaats de lokale gemeenschap van gelovigen. In het Nieuwe Testament was de kerk geen kerkgenootschap met een kantoor in Jeruzalem of Antiochië. Het was de plaatselijke kerkgemeenschap in Jeruzalem, in Efeze, in Rome, in Korinte, enzovoort. Misschien moet dat model weer meer nadruk ontvangen om de kerk te veranderen in een levende geloofsgemeenschap waarin steeds meer mensen van onze tijd een geestelijk thuis kunnen vinden!