Een merkwaardig conflict

 

Ik ken Gilbert Valentine als een scherp historicus en talentvol schrijver. Ik denk daarbij o.a. aan zijn boek The Prophets and the Presidents (Pacific Press, 2011), waarin hij een boeiend relaas biedt van de nogal gecompliceerde relatie van Ellen G. White en een drietal voorzitters van de wereldwijde Adventkerk in haar dagen. Het schetst een heel menselijk beeld van Ellen White, haar gevoelens ten opzichte van bepaalde personen en de manier waarop zij de besluitvorming van de kerk probeerde te beïnvloeden—en soms zelfs te manipuleren.

Een paar dagen geleden kwam ik voor het eerst een ander boek van hem tegen op een verborgen plekje in het Adventist Book Center in Melbourne: The Struggle for the Prophetic Heritage. De ondertitel geeft heel duidelijk aan wat het onderwerp is: Issues in the Conflict for Control of the Ellen G. White Publications, 1930-1939. Het werd in 2006 uitgegeven door het onderwijsinstituut in Thailand waar Valentine toentertijd docent theologie was.

Gilbert Valentine vertelt in dit boek in detail de geschiedenis van het conflict tussen de kerkleiding en degenen die verantwoordelijk waren voor het beheer van de literaire erfenis die Ellen White naliet toen zij in 1915 stierf. Het betrof niet alleen de rechten van de boeken die tijdens haar leven werden uitgegeven, maar ook een massa brieven, dagboeken en andere nooit uitgegeven documenten. Het was niet duidelijk wie nu precies de erfgenamen waren en er dus over konden beslissen. William C. White, de oudste zoon van Ellen White en een van degenen die Ellen White in haar testament had aangewezen om na haar dood voor haar geschriften te zorgen, beschouwde in elk geval zichzelf als erfgenaam en dus als eigenaar van een deel ervan. Hij vond daarom dat hij zou mogen beslissen wat er alsnog zou worden uitgegeven. De leiding van de kerk was het daarmee absoluut oneens en wilde eigenlijk liever dat er verder niets in druk zou verschijnen naast datgene wat Ellen White tijdens haar leven had gepubliceerd.

De kwestie werd vooral verder gecompliceerd door het feit dat Ellen White op het moment van haar overlijden een aanzienlijke schuld had. De kerk wilde daarvoor niet opdraaien en dwong de erfgenamen allerlei bezittingen (waaronder haar huis in Californië) tijdelijk aan de kerk over te dragen, totdat er voldoende inkomsten van haar boeken zouden zijn ontvangen om de schuld af te lossen.

Wie nieuwsgierig is naar het hele verhaal van het (soms bittere) conflict tussen de beheerders van de literaire nalatenschap van Ellen White en de kerkelijke leiding, moet beslist Valentine’s boek lezen. Voor de meeste lezers van deze blog is het misschien lastig om alsnog een exemplaar te bemachtigen. Ik zocht er tevergeefs naar op amazon.com en op de website van Adventist Book Center. Maar ik ontdekte dat het boek kan worden gedownload via: http://www.restoringtheoldpaths.com/uploads/Struggle_for_the_prophetic_heritage__2_.pdf.

Voor sommige lezers is dit boek misschien moeilijk te verteren kost. Hoe kwam het dat het tot 1939 zou duren voordat een bevredigende oplossing zou kunnen worden gevonden voor de vraag wat er verder met de niet-gepubliceerde documenten, die in belangrijke mate de inzet vormden van het conflict, moest gebeuren?  Vooral William White komt dikwijls in het verhaal tevoren als een eigenzinnige man, die er moeite mee had te erkennen dat het werk van Ellen White het ‘bezit’ was van de kerk en niet van hem en zijn familie.

Ik dacht dat ik aardig goed op de hoogte ben van de meeste aspecten van de geschiedenis van het adventisme, maar dit boek vulde beslist een gat in mijn kennis. Maar het verontrustte me niet. Ellen White was geen heilige en haar zoons evenmin. En ook de kerkleiders van de periode die Valentine beschrijft waren verre van volmaakt. En dat geldt ook voor de meesten van ons vandaag en zeker voor mijzelf. Maar desondanks zijn we allemaal deel van iets dat groter is dan wijzelf en mogen we er dankbaar op vertrouwen dat onze lieve Heer ons op de een of andere manier wil gebruiken—met onze gaven en talenten, maar ook inclusief onze gebreken en onhebbelijkheden.