Geen muren, maar bruggen

 

De wereld was opgetogen toen op 9 november 1989 de muur in Berlijn ‘viel’! Sinds 1961 had de muur de stad in tweeën gespleten. Er waren nu niet alleen twee Duitslanden, maar ook twee Berlijns. Een volk werd erdoor verdeeld, families van elkaar gescheiden. Bij pogingen om over de muur heen te komen werd met scherp geschoten en vielen er doden. Sommige ingenieuze vluchtpogingen lukten, andere hadden een fatale afloop. De Berlijnse muur was een constructie van beton, maar ook een symbool voor alles wat scheiding brengt tussen mensen. Eén ding wisten we in 1989 zeker: dit mag nooit weer gebeuren. Zoiets willen we nooit meer!

We zijn nu ruim vijfentwintig jaar verder. Berlijn is in West-Europa een populaire bestemming geworden voor een lang weekend  ‘even weg’. Er staat nog een klein stukje muur, en bij het vroegere Checkpoint Charlie is een museum dat de toeristen vertelt over de muur en de pogingen die te trotseren. Maar de muur zakt steeds verder weg in ons collectieve geheugen.

Vreemd genoeg zijn er vandaag de dag weer allerlei politieke leiders en partijen die muren willen bouwen. ‘Grenzen dicht’ wordt er door grote aantallen mensen geroepen. Helaas ook in Nederland. In feite is dat het oprichten van  nieuwe muren, terwijl we eerste zo blij waren dat we nu zonder paspoort door een groot deel van Europa konden reizen

Maar we horen ook steeds meer over de noodzaak van fysieke muren, hoge hekken of versperringen van prikkeldraad. De argumentatie is dat er een barrière moet zijn om de stroom vluchtelingen—waarvan beweerd wordt dat er heel wat gelukzoekers tussen zitten—tegen te houden. De Balkan-route moet niet langer een aantrekkelijke optie zijn.

Aan de andere kant van de oceaan schreeuwt Donald Trump van de daken dat er een muur of een afrastering moet komen aan de zuidgrens van de Verenigde Staten om de Mexicanen tegen te houden. Eigenlijk, zegt hij, zou hij ook wel een hek willen tussen Canada en de VS, maar dat ligt wat moeilijker, met name omdat die grens zo veel langer is.

In uitzonderlijke gevallen kan het nodig zijn een muur te bouwen. Zolang we gevangenissen hebben is dat onvermijdelijk. En als mensen een hek om hun tuin willen zetten kan je hen dat moeilijk verbieden. Maar over het algemeen geldt dat bruggen maken veel beter is dan muren bouwen. Dat moet de basis zijn van de strategie van onze politici (en zeker van christelijke politici!). Beschaafde naties— die vaak prat gaan op hun joods-christelijke wortels—moeten alles doen om te voorkomen dat er scheidsmuren worden gebouwd tussen volkeren en bevolkingsgroepen.

Jezus kwam, volgens een bekende tekst d in het Nieuwe Testament  (Efeze 2:14-16), om de scheidsmuren tussen mensen weg te nemen. Ooit was er in de tempel van Jeruzalem een muur tussen het deel van de voorhof waar alleen joden mochten komen en het deel waar ook anderen werden toegelaten. Die muur, zo horen we, is definitief afgebroken. En dat staat model voor alle andere muren tussen mensen die moeten verdwijnen.

Ik ontken niet dat de vraagstukken rond illegale migratie en met betrekking tot de vluchtelingencrisis heel ingewikkeld zijn. Maar het optrekken van muren kan niet de oplossing zijn. En dat geldt trouwens ook voor de kerk. Als er muren zijn tussen mensen of groepen met verschillende meningen of belangen hebben we  bruggenbouwers nodig in plaats van constructeurs van muren.